18 MAART 2002. - Decreet betreffende de Infrastructuur (1)

De Raad van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Op alle infrastructuurprojecten toepasselijke bepalingen

Afdeling 1. - Toepassingsgebied

Doelstelling

Artikel 1. Voorliggend decreet bepaalt de voorwaarden waaronder de Regering van de Duitstalige Gemeenschap binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen toelagen toekent voor infrastructuurprojecten in het Duitse taalgebied.

Definities

Art. 2. Voor de toepassing van dit decreet dient onder infrastructuurproject te worden verstaan :

  1. de nieuwbouw van gebouwen of buiteninfrastructuren;

  2. de aanschaffing of onteigening van terreinen, gebouwen of gedeelten van gebouwen;

  3. de ombouw of de uitbouw van een bestaand gebouw of van een buiteninfrastructuur;

  4. de instaatstellingswerken aan bestaande gebouwen of buiteninfrastructuren;

  5. de inrichting met uit hun aard of door hun bestemming onroerende goederen die onontbeerlijk zijn om de vaste goederen of de buiteninfrastructuren te gebruiken;

  6. de uitrusting met roerende goederen die onontbeerlijk zijn om de vaste goederen of de buiteninfrastructuren te gebruiken;

  7. de maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid in de directe omgeving van de infrastructuur;

  8. de maatregelen ter verbetering van de toegankelijkheid voor de gehandicapten en van de veiligheid;

  9. de maatregelen waarbij aspecten i.v.m. het duurzaam bouwen in aanmerking worden genomen.

    In éénzelfde project mogen verschillende in het eerste lid vermelde infrastructuurprojecten worden opgenomen.

    Alle in dit decreet vermelde bedragen dienen exclusief BTW te worden verstaan.

    Alternatieve financieringen

    Art. 3. Op alternatieve wijze gefinancierde infrastructuurprojecten kunnen worden gesubsidieerd, indien het akkoord van de Regering vóór het afsluiten van een dienovereenkomstige overeenkomst is gevraagd. Dit akkoord opent het recht op toelagen waarvan het bedrag het met toepassing van dit decreet geactualiseerde bedrag niet mag overschrijden, behalve als de toelage ook op alternatieve wijze wordt gefinancierd.

    De Regering legt de toepassingsmodaliteiten van voorafgaand lid vast, waarbij zij in eventuele afwijkingen van artikel 18 voorziet.

    Afdeling 2. - Algemene bepalingen

    Openbare aanbesteding

    Art. 4. § 1. Alle aanvragers zijn onderworpen aan de op de openbare overheden toepasselijke bepalingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.

    § 2. Bij een openbare aanbesteding :

    - deelt de aanvrager ten minste 14 dagen bij voorbaat aan de Regering de datum van de opening van de inschrijvingen, waarop zij een afgevaardigde mag uitzenden, schriftelijk mede;

    - zijn de processen-verbaal over de opening van de inschrijvingen met het bericht aan de Regering te betekenen, die binnen veertien dagen haar grieven mag doen gelden.

    Voorwaarden m.b.t. de subsidiëring van infrastructuurprojecten

    Art. 5. Om subsidieerbaar te zijn, moeten de infrastructuurprojecten in het bijzonder aan de vigerende programmatienormen, aan de geldende voorschriften inzake toegankelijkheid voor de gehandicapten, ruimtelijke ordening en monumenten- en landschapszorg alsmede aan de door de Regering met toepassing van artikel 7 vastgelegde regels beantwoorden. Bovendien moeten ze bij het landschapsbeeld harmonisch passen.

    Het in artikel 2, 7°, vermeld infrastructuurproject is enkel subsidieerbaar als het niet door andere overheden kan worden gesubsidieerd of als een toelage aangevraagd, echter niet toegekend werd.

    Gebruik

    Art. 6. De algemeen toegankelijke lokalen in de door de Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde infrastructuren zijn voor het publiek open zonder enigerlei vorm van discriminatie om ideologische of filosofische redenen.

    Aan de Regering toevertrouwde opdracht

    Art. 7. Met het oog op de subsidiëring van infrastructuurprojecten kan de Regering :

  10. voor alle of wel bepaalde bevoegdheden, voor zover ze niet door dit decreet geregeld worden, algemene maximumbedragen en maximumbedragen per meeteenheid vastleggen als basis voor de berekening van de infrastructuurtoelagen, waarbij zij de maximumbedragen ook volgens bouwkundige criteria kan differentiëren;

  11. voor enkele of voor alle gebieden programmatienormen vastleggen;

  12. termijnen bepalen voor de subsidiëring van instaatstellingswerken of voor de vernieuwing van de inrichting of de uitrusting;

  13. regels vastleggen voor het gebruik van gesubsidieerde infrastructuren door andere gebruikers dan de inrichtende machten;

  14. specifieke voorschriften vastleggen inzake toegankelijkheid voor de gehandicapten van de gesubsidieerde infrastructuren;

  15. specifieke voorschriften vastleggen met betrekking tot de aanwending van bouwmateriaal, het redelijk energieverbruik of andere aspecten i.v.m. het duurzaam bouwen.

    Afdeling 3. - Infrastructuurplan

    Doelstelling

    Art. 8. Het infrastructuurplan omvat de lijst met de binnen een bepaalde termijn uit te voeren infrastructuurprojecten.

    Het infrastructuurplan is het resultaat van :

    - de noodzakelijke instaatstellingswerken bepaald op grond van een plaatsbeschrijving van alle door de Duitstalige Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde infrastructuren;

    - de behoefte aan nieuwe gebouwen bepaald op grond van een volledige analyse van de behoeften op langere termijn, waarbij rekening moet worden gehouden met alle binnen een bepaalde geografische kring bestaande infrastructuren die door een aanvrager kunnen worden gebruikt;

    - de verenigbaarheid van de infrastructuurprojecten met de financiële planning op langere termijn van de Duitstalige Gemeenschap.

    Goedkeuring

    Art. 9. Na overleg met de gemeenten keurt de Regering een meerjarenplan inzake infrastructuur goed dat jaarlijks wordt bijgewerkt.

    Het infrastructuurplan wordt samen met het begrotingsontwerp aan de Raad van de Duitstalige Gemeenschap overgemaakt.

    Subsidiëringsvoorwaarde

    Art. 10. Om subsidieerbaar te zijn, moet een infrastructuurproject in het infrastructuurplan zijn opgenomen, met uitzondering van het in artikel 2, lid 1, 6°, bepaald infrastructuurproject.

    Bij uiterste dringendheid kan de Regering een infrastructuurproject goedkeuren dat niet in het infrastructuurplan is opgenomen.

    Afdeling 4. - Subsidiëring

    Onderafdeling 1. - Voorwaarden

    Aanvrager

    Art. 11. De privaatrechtelijke personen, die niet in het tweede lid zijn vermeld, kunnen uitsluitend toelagen verkrijgen voor :

  16. de in artikel 2, lid 1, 1° en 3° tot 9°, vermelde infrastructuurprojecten ten behoeve van hotelinrichtingen en kampeerterreinen;

  17. de in artikel 2, lid 1, 3° tot 9°, vermelde infrastructuurprojecten ten behoeve van vakantiewoningen;

  18. de in artikel 2, lid 1, 4°, vermelde infrastructuurprojecten ten behoeve van onder monumentenzorg geplaatste gebouwen en landschappen;

  19. infrastructuurprojecten ten behoeve van onderwijsinrichtingen, internaten en psycho-medisch-sociale centra.

    Voor zover ze op het rechtsgebied van de Duitstalige Gemeenschap werkzaam zijn, kunnen :

  20. de gemeenten;

  21. de zelfstandige regies;

  22. de intercommunales;

  23. de kerkfabrieken;

  24. de verenigingen zonder winstgevend doel;

  25. de stichtingen;

  26. de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

  27. de vennootschappen met een sociaal oogmerk;

  28. de bouwcoöperaties;

  29. alle andere openbare instellingen,

    toelagen verkrijgen voor infrastructuurprojecten op alle gebieden.

    Eigendomsverhoudingen

    Art. 12. Behalve voor de in artikel 2, lid 1, 2°, vermelde infrastructuurprojecten kan een toelage slechts worden toegekend als de aanvrager eigenaar is van de bestaande onroerende goederen resp. van het terrein waarop de infrastructuur zal worden opgericht, of in het bezit is van een erfpachtverdrag, opstalverdrag of huurcontract met, op het ogenblik van de aanvraag, een looptijd van ten minste :

    - 3 jaar, indien de globale toelage minder dan euro 7.500 bedraagt;

    - 12 jaar, indien de globale toelage minder dan euro 125.000 bedraagt;

    - 20 jaar, indien de globale toelage minder dan euro 250.000 bedraagt;

    - 33 jaar, indien de globale toelage ten minste euro 250.000 bedraagt.

    In geval van vroegtijdige opzegging door de verhuurder of bij ontbinding door zijn schuld voorziet het erfpachtverdrag, opstalverdrag resp. huurcontract in de terugbetaling van de toelagen te zijner laste, zoals bepaald in artikel 25. De bepalingen van het verdrag resp. het contract mogen de uitvoering van de werken waarvoor de toelagen zijn aangevraagd, niet verhinderen.

    Verzekering

    Art. 13. Het te subsidiëren onroerend goed of de te subsidiëren inrichting is tegen brand en andere gevaren te verzekeren, wat de eenvoudige risico's betreft in de zin van de wetgeving inzake landverzekering. Een verzekering inzake « objectieve » burgerlijke aansprakelijkheid dient te worden afgesloten indien zij wettelijk voorgeschreven is.

    Werftoezicht

    Art. 14. Voor projecten waarvan de globale kosten ten minste euro 400.000 bedragen, is de afsluiting van een verdrag over het werftoezicht en van de daarmee verbonden verzekering voor een tienjarige garantie, alsmede van een werfverzekering met een erkende onderneming verplicht.

    Financieel plan

    Art. 15. Toelagen worden slechts toegekend wanneer de aanvrager het bewijs levert dat gezorgd wordt voor de financiering van het gedeelte van de uitgaven dat niet door de toelagen gedekt is.

    Dit bewijs wordt door middel van een omstandig financieel plan geleverd dat onder andere een analyse van de werkings- en onderhoudskosten omvat en waaruit, in voorkomend geval, blijkt hoe de kosten op de eindverbruiker worden afgewenteld.

    Voor projecten waarvan de globale kosten ten minste euro 400.000 bedragen of waarvoor de in artikel 27 vermelde garantie van de Gemeenschap wordt aangevraagd, moet het financieel plan een door de bevoegde gemeenteontvanger of door een erkende revisor of accountant opgesteld advies worden bijgevoegd.

    Onderafdeling 2. - Bedrag van de toelagen

    Algemene percentages

    Art. 16. Voor de in artikel 2, lid 1, 1° tot 5° en 7° tot 9°, vermelde infrastructuurprojecten bedraagt de toelage 60 % van het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT