21 MAART 1804. - Burgerlijk Wetboek, Boek III, Titel I en II
Officieuze coördinatie in het Duits
De hierna volgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van de Titels I en II van Boek III van het Burgerlijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 3 september 1807), zoals ze achtereenvolgens werden gewijzigd bij :
- de wet van 27 april 1865 "qui abroge la loi du 20 mai 1837 relative à la réciprocité internationale en matière de successions et de donations, et qui remplace les articles 726 et 912 du Code civil" (Belgisch Staatsblad van 28 april 1865);
- de wet van 11 oktober 1919 brengende wijzingen in de wetten op de successie-, registratie- en overschrijvingsrechten, en wijzigende de artikelen 742, 753 en 755 van het Burgerlijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 13 november 1919).
- de wet van 16 december 1922 tot wijziging van de artikelen 9, 10, 11, 12 en 14 der wet van 25 Ventôse jaar XI en van de artikelen 154, 971, 972, 974, 975, 976 en 980 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede tot intrekking van artikel 977 van hetzelfde Wetboek (Belgisch Staatsblad van 22 december 1922);
- de wet van 15 december 1949 tot verbetering van de verouderde termen van de Franse tekst van het Burgerlijk Wetboek en tot vaststelling, in die tekst, van sommige stilzwijgende opheffingen (Belgisch Staatsblad van 1-3 januari 1950);
- de wet van 30 april 1958 betreffende de wederzijdse rechten en plichten van de echtgenoten (Belgisch Staatsblad van 10 mei 1958);
- de wet van 10 mei 1960 tot wijziging van de wetgeving betreffende het leggen van zegels na overlijden (Belgisch Staatsblad van 20 mei 1960);
- de wet van 5 december 1963 tot wijziging van artikel 776 van het Burgerlijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 17 december 1963);
- de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1967 (bijlage));
- de wet van 15 juli 1970 tot wijziging van de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek en van andere wetsbepalingen (Belgisch Staatsblad van 30 juli 1970);
- de wet van 29 juli 1971 houdende goedkeuring van het Verdrag betreffende de wetsconflicten inzake de vorm van uiterste wilsbeschikkingen, opgemaakt te 's-Gravenhage op 5 oktober 1961 (Belgisch Staatsblad van 29 december 1971);
- de wet van 3 juli 1974 tot opheffing van artikel 980 van het Burgerlijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 18 juli 1974);
- de wet van 14 juli 1976 betreffende de wederzijdse rechten en verplichtingen van echtgenoten en de huwelijksvermogensstelsels (Belgisch Staatsblad van 18 september 1976);
- de wet van 19 september 1977 houdende goedkeuring van de Benelux-overeenkomst inzake commorientes, en van de Bijlage, ondertekend te Brussel op 29 december 1972 (Belgisch Staatsblad van 10 januari 1978);
- de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (Belgisch Staatsblad van 31 december 1980);
- de wet van 14 mei 1981 tot wijziging van het erfrecht van de langstlevende echtgenoot (Belgisch Staatsblad van 27 mei 1981);
- de wet van 3 januari 1983 tot wijziging van artikel 793 van het Burgerlijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 21 januari 1983);
- de wet van 2 februari 1983 tot invoering van een testament in de internationale vorm en tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende het testament (Belgisch Staatsblad van 11 oktober 1983);
- de wet van 8 juli 1983 tot opheffing van artikel 854 van het Burgerlijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 20 juli 1983);
- de wet van 31 maart 1987 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de afstamming (Belgisch Staatsblad van 27 mei 1987);
- de wet van 29 augustus 1988 op de erfregeling inzake landbouwbedrijven met het oog op het bevorderen van de continuïteit (Belgisch Staatsblad van 24 september 1988);
- de wet van 19 januari 1990 tot verlaging van de leeftijd van burgerlijke meerderjarigheid tot achttien jaar (Belgisch Staatsblad van 30 januari 1990);
- de wet van 18 juli 1991 betreffende de bescherming van de goederen van personen die wegens hun lichaams- of geestestoestand geheel of gedeeltelijk onbekwaam zijn die te beheren (Belgisch Staatsblad van 26 juli 1991);
- de wet van 5 augustus 1992 houdende bepalingen betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 1992);
- de wet van 20 mei 1997 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Burgerlijk Wetboek betreffende de procedures tot echtscheiding (Belgisch Staatsblad van 27 juni 1997);
- de wet van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning (Belgisch Staatsblad van 12 januari 1999);
- de wet van 22 december 1998 houdende fiscale en andere bepalingen (Belgisch Staatsblad van 15 januari 1999);
- de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt (Belgisch Staatsblad van 1 oktober 1999);
- de wet van 29 april 2001 tot wijziging van verscheidene wetsbepalingen inzake de voogdij over minderjarigen (Belgisch Staatsblad van 31 mei 2001);
- de wet van 23 januari 2003 houdende harmonisatie van de geldende wetsbepalingen met de wet van 10 juli 1996 tot afschaffing van de doodstraf en tot wijziging van de criminele straffen (Belgisch Staatsblad van 13 maart 2003);
- de wet van 13 februari 2003 tot wijziging van sommige bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de bescherming van de goederen van de minderjarigen (Belgisch Staatsblad van 25 maart 2003);
- de wet van 22 april 2003 tot wijziging van enkele bepalingen van het Burgerlijk Wetboek in verband met het erfrecht van de langstlevende echtgenoot (Belgisch Staatsblad van 22 mei 2003);
- de wet van 22 april 2003 tot wijziging van artikel 909 van het Burgerlijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 22 mei 2003);
- de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht (Belgisch Staatsblad van 27 juli 2004);
- de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan (Belgisch Staatsblad van 29 december 2006);
- de wet van 28 maart 2007 tot wijziging, wat de regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende betreft, van het Burgerlijk Wetboek en van de wet van 29 augustus 1988 op de erfregeling inzake landbouwbedrijven met het oog op het bevorderen van de continuïteit (Belgisch Staatsblad van 8 mei 2007);
- de wet van 9 mei 2007 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de afwezigheid en de gerechtelijke verklaring van overlijden (Belgisch Staatsblad van 21 juni 2007).
Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.
ZIVILGESETZBUCH
BUCH III - DIE VERSCHIEDENEN ARTEN DER ERWERBUNG DES EIGENTUMS
Allgemeine Bestimmungen
Art. 711 - Eigentum an Gütern wird durch Erbschaft, Schenkung unter Lebenden oder Testament und durch die Wirkung von Verbindlichkeiten erworben und übertragen.
Art. 712 - Eigentum kann ebenfalls durch Zuwachs oder Einverleibung und durch Verjährung erworben werden.
Art. 713 - Herrenlose Güter gehören dem Staat.
Art. 714 - Es gibt Sachen, die niemandem gehören und von allen gemeinschaftlich gebraucht werden.
Polizeigesetze regeln die Art und Weise, sie zu nutzen.
Art. 715 - Das Recht zu jagen oder zu fischen wird ebenfalls durch besondere Gesetze geregelt.
Art. 716 - Das Eigentum an einem Schatz gehört demjenigen, der ihn auf seinem eigenen Grundstück findet; wird der Schatz auf dem Grundstück eines anderen gefunden, gehört er zur einen Hälfte dem Finder und zur anderen Hälfte dem Eigentümer des Grundstückes.
Einen Schatz nennt man jede verborgene oder vergrabene Sache, an der niemand sein Eigentum nachweisen kann und die durch blossen Zufall entdeckt wird.
Art. 717 - Die Rechte an Sachen, die ins Meer geworfen wurden, an Gegenständen, welcher Art auch immer, die durch das Meer angespült werden, an Pflanzen und Kräutern, die an den Meeresufern wachsen, werden ebenfalls durch besondere Gesetze geregelt.
Das Gleiche gilt für verlorene Sachen, deren Eigentümer sich nicht meldet.
TITEL I - Erbschaften
KAPITEL I - Eintritt des Erbfalls und Besitzübergang auf die Erben
Art. 718 - Der Erbfall tritt ein durch den [...] Tod.
[Art. 718 abgeändert durch Art. 28 Nr. 14 des G. vom 15. Dezember 1949 (B.S. vom 1.-3. Januar 1950)]
Art. 719 - [...]
[Art. 719 aufgehoben durch Art. 29 des G. vom 15. Dezember 1949 (B.S. vom 1.-3. Januar 1950)]
Art. 720 - [Um Erbe oder Vermächtnisnehmer zu werden, muss man den Erblasser überleben.]
[Art. 720 ersetzt durch Art. 2 des G. vom 19. September 1977 (B.S. vom 10. Januar 1978)]
Art. 721 - [Wenn die Reihenfolge, in der zwei oder mehrere Personen gestorben sind, nicht bestimmt werden kann, wird davon ausgegangen, dass diese Personen gleichzeitig gestorben sind.]
[Art. 721 ersetzt durch Art. 2 des G. vom 19. September 1977 (B.S. vom 10. Januar 1978)]
Art. 722 - [Wenn ein Interessehabender infolge von Umständen, für die er nicht verantwortlich gemacht werden kann, Schwierigkeiten dabei hat, die Sterbereihenfolge festzulegen, kann der Richter ihm eine oder mehrere Fristen einräumen, sofern Grund zu der Annahme besteht, dass der Beweis innerhalb dieser Fristen erbracht werden kann.]
[Art. 722 ersetzt durch Art. 2 des G. vom 19. September 1977 (B.S. vom 10. Januar 1978)]
Art. 723 - [Das Gesetz regelt die Erbfolgeordnung unter den Erben.
Falls es keine Erben gibt, fallen die Güter dem Staat zu.]
[Art. 723 ersetzt durch Art. 66 des G. vom 31. März 1987 (B.S. vom 27. Mai 1987)]
Art. 724 - [Die Erben gelangen von Rechts wegen in den Besitz der Güter, Rechte und Klagen des Verstorbenen mit der Verpflichtung, alle Nachlassverbindlichkeiten zu begleichen.
Der Staat muss sich gerichtlich in der nachstehend festgelegten Form in den Besitz einweisen lassen.]
[Art. 724 ersetzt durch Art. 67 des G. vom 31. März 1987 (B.S. vom 27. Mai 1987)]
KAPITEL II - Die zum Erben erforderlichen Eigenschaften
Art. 725 - Um erben zu können, muss man bei Eintritt des...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI