10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende de lonen, premies, diverse vergoedingen en indexering (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comitÈs, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair ComitÈ voor de bewakingsdiensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003, gesloten in het Paritair ComitÈ voor de bewakingsdiensten, betreffende de lonen, premies, diverse vergoedingen en indexering.

Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 10 augustus 2005.

ALBERT

Van Koningswege :

Voor de Minister van Werk, afwezig :

De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven,

J. VANDE LANOTTE

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair ComitÈ voor de bewakingsdiensten

Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003

Lonen, premies, diverse vergoedingen en indexering (Overeenkomst geregistreerd op 24 februari 2004 onder het nummer 70014/CO/317)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. ß 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair ComitÈ voor de bewakingsdiensten.

Onder "werknemer" wordt verstaan : zowel de mannelijke als de vrouwelijke arbeider of bediende.

ß 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle bewakingsondernemingen die een activiteit zoals gedefinieerd in artikel 1 de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, gewijzigd.

HOOFDSTUK II. - Arbeiders

Afdeling 1. - Lonen

Art. 2. De minimumuurlonen, alsmede de werkelijke uurlonen, worden verhoogd met 0,1500 EUR op 1 januari 2004.

Art. 3. ß 1. De minimumuurlonen van de arbeiders bedoeld in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2001 betreffende de beroepenclassificatie, toepasselijk sinds 1 juni 2002, voor een werkelijke wekelijkse arbeidsduur van gemiddeld 37 uren, zijn de volgende :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

ß 2. Vanaf 1 juli 2003, ingevolge de indexering, zullen de lonen bedragen :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

ß 3. Het aanvangsloon, dit niet van toepassing is voor de militaire basissen, is vastgesteld op 95 pct. van het loon van de categorie van de uitgeoefende functie en dit voor een maximum duur van drie maanden :

Sinds 1 juni 2002 :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

ß 4. De minimumuurlonen en de werkelijke uitbetaalde lonen zijn verschuldigd voor alle aanwezigheidsuren.

Art. 4. ß 1. De minimumuurlonen van de arbeiders bedoeld in artikels 2 tot en met 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003 betreffende de beroepenclassificatie, toepasselijk op 1 januari 2004 (met inbegrip van de conventionele verhoging van 0,1500 EUR), voor een werkelijke wekelijkse arbeidsduur van gemiddeld 37 uren, zijn de volgende :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

ß 2. Het aanvangsloon, dat niet van toepassing is voor de militaire basissen, is vastgesteld op 95 pct. van het loon van de categorie van de uitgeoefende functie en dit voor een maximum duur van 3 maanden :

Vanaf 1 januari 2004 :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

ß 3. De minimumuurlonen en de werkelijke uitbetaalde lonen zijn verschuldigd voor alle aanwezigheidsuren.

ß 4. Op 1 november 2004 zullen de uurlonen verhogen met 2 pct. voor zover er geen wettelijke indexatie in 2004 plaats vindt.

Art. 5. Functie van de waardevervoerder

  1. Criteria voor de toekenning van de functie

    Als vervoerder van fondsen en/of waarden wordt aangezien iedere werknemer die een activiteit van vervoerder van fondsen en/of waarden verricht die 70 pct. van het totaal van zijn werkelijke arbeidsprestaties tijdens de drie maanden die voorafgaan vertegenwoordigt.

    Wanneer een werknemer wordt beschouwd als vervoerder van fondsen en/of waarden, wordt met alle verrichte arbeidsprestaties, van welke aard ook, rekening gehouden bij de berekening van de overuren.

    Indien de vervoerder om economische redenen die worden erkend na overleg tussen de werkgever en de vakorganisaties gedurende drie maanden minder dan 50 pct. van het totaal van zijn werkelijke arbeidsprestaties als vervoerder moet verrichten, wordt hij niet langer beschouwd als fondsenvervoerder totdat hij opnieuw voldoet aan de vereiste voorwaarden.

  2. Voordelen verbonden aan de functie van vervoerder van fondsen en/of waarden

    De toekenning van de functie van vervoerder van fondsen en/of waarden impliceert automatisch het genot van het loon, de arbeidstijdregeling en andere voordelen die verbonden zijn aan het vervoer van fondsen en/of waarden, naar verhouding van de werkelijk gewerkte uren bij het vervoer van fondsen en/of waarden.

    De arbeidsprestaties verricht in een andere functie worden betaald volgens de bedragen die gelden voor de betrokken categorie.

    De niet verrichte, maar gelijkgestelde uren, alsmede de overuren, worden betaald volgens het loon van de vervoerder van fondsen en/of waarden.

  3. Bijzondere bepalingen

    In overleg met de vakbondsafvaardiging wordt de individuele toestand inzake het vervoer van fondsen en/of waarden driemaandelijks onderzocht.

    Iedere nieuwe werknemer die wordt tewerkgesteld in het vervoer van fondsen en/of waarden verkrijgt de genoemde functie na een termijn van drie maanden, voor zover hij minstens 70 pct. van het totaal van zijn werkelijke arbeidsprestaties in het vervoer van fondsen en/of waarden heeft verricht.

    Voor iedere praktische moeilijkheid die het gevolg is van de toepassing van deze paragraaf moet het Paritair ComitÈ voor de bewakingsdiensten een beslissing treffen.

    Afdeling 2. - Premies

    Wapenpremie

    Art. 6. ß 1. De premie van 0,1239 EUR per uur, die wordt toegekend sinds 1 juli 1987, blijft van toepassing voor arbeidsprestaties met een wapen.

    Deze premie wordt geÔndexeerd, zoals het loon. Ze bedraagt 0,1540 EUR op 1 juli 2003.

    Deze premie is niet van toepassing in de militaire basissen en voor de waardevervoerders.

    Premie voor zon- en feestdagen

    ß 2. Aan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT