17 FEBRUARI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende organisatie van het Commissariaat-generaal voor de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 12 december 1990 betreffende het bestuurlijk beleid, inzonderheid op artikel 44, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998, en op artikel 45, vervangen bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2004, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2005;

Gelet op het advies van de directieraad van het Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, gegeven op 29 april 1999, op 17 december 1999 en op 30 oktober 2000;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, gegeven op 16 juni 1999;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor het Algemeen Beleid inzake Personeel en Organisatieontwikkeling, gegeven op 18 augustus 2005;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor Begroting, gegeven op 31 oktober 2005;

Gelet op het protocol nr. 227.729 van 29/11/2005 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaamse Gewest;

Gelet op het advies nr. 39.398/3 van de Raad van State, gegeven op 14/12/2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel;

Na beraadslaging,

Besluit :

DEEL I. - TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN

TITEL I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Onverminderd de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen, is dit besluit van toepassing op het Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie en op het personeel ervan.

TITEL II. - Algemene bepalingen

Art. 2. In aanvulling op artikel I 2 van het stambesluit VOI, wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder :

  1. het stambesluit VOI : het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen;

  2. de instelling : het Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie;

  3. de raad van bestuur : het bestuursorgaan van de instelling zoals ingesteld door artikel 38, § 1 van het decreet van 12 december 1990 betreffende het bestuurlijk beleid.

    Art. 3. Elke wijziging of aanvulling aan dit besluit wordt vooraf voor advies voorgelegd aan de directieraad van de instelling. De directieraad moet advies geven uiterlijk 30 kalenderdagen na het verzoek om advies, tenzij een andere termijn werd bepaald. Die termijn mag evenwel niet korter zijn dan 15 kalenderdagen. In de maand augustus worden de termijnen opgeschort. Als het advies niet binnen de opgelegde termijn is gegeven, mag aan het adviesvereiste worden voorbijgegaan.

    DEEL II. - WERKING VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK III. - De leidend ambtenaar

    Art. 4. Ingevolge de bepalingen van artikel 44, § 2, van het decreet van 12 december 1990 betreffende het bestuurlijk beleid wordt de leidend ambtenaar belast met het dagelijks bestuur van de instelling, inzonderheid doordat hij :

  4. de werkzaamheden van de afdelingen van de instelling coördineert en zorgt voor een eenvormig beheer ervan;

  5. het gezag over het personeel uitoefent en zorgt voor de tucht, de interne orde en de organisatie van de afdelingen van de instelling;

  6. de door de administratie van de instelling behandelde zaken die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur behoren aan de raad voorlegt en er zo nodig opmerkingen aan toevoegt; aan de raad uit eigen beweging elk nuttig voorstel doet;

  7. de beslissingen en instructies van de raad aan de afdelingen van de instelling voor uitvoering doorzendt, samen met de nodige informatie;

  8. het opmaken van het voorontwerp van de begroting van de instelling (zoals omschreven in artikel 40 van het decreet van 12 december 1990) coördineert en leidt, en toeziet op de uitvoering van de begroting en hierover aan de raad van bestuur rapporteert.

    Art. 5. De leidend ambtenaar ontvangt alle aan de administratie van de instelling gerichte correspondentie en ondertekent de administratieve correspondentie die uitgaat van de instelling; de leidend ambtenaar kan deze bevoegdheid delegeren aan de adjunct-leidend ambtenaar tenzij in principiële beleidsaangelegenheden en voor correspondentie gericht aan de voogdijoverheden en de gestelde lichamen.

    De leidend ambtenaar ontvangt en archiveert een afschrift van alle correspondentie die van de instelling uitgaat en ondertekend is door of namens de voorzitter van de raad van bestuur.

    Art. 6. De leidend ambtenaar zorgt voor de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur, zorgt voor het archiveren van de raadsbeslissingen en van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT