13 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit lhoudende het statuut van de ambtenaren van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

De functies van de ambtenaren van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat vertonen specifieke kenmerken en vragen speciale kwaliteiten die beantwoorden aan de vereisten eigen aan de operationele werking en expertise van een inlichtingen- en veiligheidsdienst, die deze ambtenaren onderscheiden en er een bijzonder burgerlijk korps van maken binnen de federale overheidsdienst, wat impliceert dat voortdurend dient te worden afgeweken van het statuut van de Rijksambtenaren. De verwijzing naar de bepalingen van dit statuut lijkt dus niet meer adequaat; het is derhalve raadzaam een eigen en coherent statuut uit te werken, gerechtvaardigd door de objectieve verschillen inzake functionering die deze ambtenaren van de buitendiensten vertonen en die ze wil regelen en waarbij beoogd wordt om aan deze ambtenaren dezelfde statutaire garanties te bieden als deze van de ambtenaren onderworpen aan het koninklijk besluit van 2 oktober 1937. Bijgevolg vereist de efficiënte uitvoering van de opdrachten die hun worden toevertrouwd bij wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, een autonoom statuut.

Deze specificiteit werd eveneens erkend door de syndicale organisaties die werden geraadpleegd bij de uitwerking van dit nieuw statuut. Deze informele raadplegingen hebben overigens aanleiding gegeven tot het ondertekenen van een protocolakkoord.

Bovendien was het administratief en geldelijk statuut van deze ambtenaren gelijkgeschakeld met deze van de ex -leden van de gerechtelijke politie; welnu, deze laatsten hebben een herwaardering van hun geldelijk statuut bekomen bij hun integratie op 1 april 2001 in de geïntegreerde politie op twee niveaus, terwijl de ambtenaren van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat tot op heden van geen enkele administratieve en geldelijke herwaardering hebben genoten.

Tot slot hebben de ambtenaren van de buitendiensten evenmin genoten van de herwaardering van het ambt en de wedde van het Rijkspersoneel.

Er was bijgevolg reden om onverwijld het administratief en geldelijk statuut van de ambtenaren van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat te hervormen, ten einde de Veiligheid van de Staat te bedelen met operationeel renderend personeel, in voldoende aantal, ze in de schoot van de instelling te behouden en de efficiënte uitvoering van de opdrachten, die voortdurend talrijker en complexer zijn, toe te laten.

Gelet op de duidelijkheid en de vereenvoudiging, heft dit besluit de vele bepalingen op, die het koninklijk besluit van 29 april 1966 houdende het statuut van het personeel van de sectie Veiligheid van de Staat van het Bestuur van de Openbare Veiligheid, dat nog steeds gedeeltelijk van kracht was, hadden gewijzigd of aangevuld; evenzo, in plaats van af te wijken van het statuut van de overheidsambtenaren, door opsomming van de bepalingen die niet meer van toepassing waren, wat ernstige nadelen meebracht omwille van de voortdurende wijzigingen en de hernummering en zelfs de verdwijning van de referentiebepalingen, verkiest het, daar waar het wezenlijk trouw blijft aan het gemeen recht van het openbaar ambt, ofwel de bestaande bepalingen over te brengen, ofwel te verwijzen wanneer het in zijn geheel mogelijk is, naar een geheel van bestaande regels (koninklijk besluit van 19 november 1998 voor wat de verloven betreft en koninklijk besluit van 29 juni 1973 voor wat de algemene regels betreft van vaststelling en uitbetaling van de wedden; toeslagen en vergoedingen gemeenschappelijk aan het geheel van het openbaar ambt); het verenigt tenslotte in een zelfde tekst, het administratief en geldelijk statuut.

Daarnaast wordt artikel 2 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, op voorstel van de Minister van het Openbaar Ambt, gewijzigd teneinde uit zijn toepassingsveld de ambtenaren van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat uit te sluiten.

Het eerste deel van dit besluit bevat de regels van het administratief statuut.

In titel I (algemene bepalingen), bepaalt artikel 1 het toepassingsveld « ratione personae » van het statuut en bevat het noodzakelijke definities. De bepalingen die gemeenschappelijk worden gemaakt voor het geheel van het personeel zowel van de administratieve als van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat hebben een organiek karakter en hebben geen gevolgen voor de juridische toestand en de verplichtingen van de ambtenaren : organisatie van de vormingsdienst en van de psychologische en sociale begeleiding, legitimatiekaart.

Artikel 2 sluit de aanwerving uit van contractueel personeel en kent de hoedanigheid van Rijksambtenaar toe aan de leden van de buitendiensten.

Het artikel 3 verdeelt de betrekkingen in drie niveaus. De artikelen 4 tot 6 bepalen de graden vervat in elk niveau.

Artikel 8 te lezen samen met de artikelen 182 en 188, past de traditionele afgrendeling aan tussen de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat en het departement van Justitie wanneer de ambtenaar zijn veiligheidsmachtiging verliest.

Titel II betreffende de rechten en plichten bevat enkele bijzonderheden eigen aan de functie : recht van de ambtenaar te weigeren om een manifest onwettig bevel uit te voeren - artikel 9, § 2, dat zijn equivalent vindt in artikel III. II. 3 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 houdende de juridische stand van het personeel van de politiediensten : het is vanzelfsprekend dat, zoals de Raad van State opmerkt, de bevestiging van het bevel, de ambtenaar die het zou uitvoeren van zijn verantwoordelijkheid niet ontheft -, de beperking inzake vrijheid van meningsuiting jegens feiten die de ambtenaren ter ore komen uit hoofde van hun functie, plicht van het beroepsgeheim overeenkomstig de voorschriften van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen - en veiligheidsdiensten en de wet van 11 december 1998 betreffende classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen (artikel 12, lid 1 en 3) en de bijzondere verplichting van terughoudendheid op politiek vlak (artikel 12, lid 2), die als logisch gevolg hebben een strenger stelsel van onverenigbaarheden (artikel 18) en de uitsluiting van het recht op politiek verlof alsook van de verloven om een functie uit te oefenen in een ministerieel kabinet of bij de politieke groepen van de parlementaire vergaderingen (artikel 185). Deze rechten en plichten zullen nader bepaald worden in een deontologische code (artikel 17).

Titel III regelt de aanwerving, stage en loopbaan.

Artikel 20, lid 3 moet het de minister mogelijk maken, wat de benoeming betreft voor de betrekkingen van inspecteur en commissaris, op elk ogenblik een juist evenwicht te verwezenlijken tussen de aanwerving en bevordering door toegang tot het hogere niveau.

De onderste leeftijdslimiet van 21 en 25 jaar bij de respectievelijke aanwerving van inspecteurs en commissarissen werd niet gewijzigd in vergelijking met vorige bepalingen; de onderste leeftijdslimiet van 21 jaar voor de nieuwe graad van beschermingsassistent is gerechtvaardigd wegens de maturiteit die wordt vereist door de aard van de te vervullen beschermingsopdrachten (artikel 21). De bepalingen betreffende de organisatie van de aanwervings- (artikel 24) en de bevorderingsproeven (artikel 57) alsook betreffende samenstelling van de selectiejury's (artikelen 34 en 69) proberen een evenwicht tot stand te brengen tussen de noodzaak voor de Veiligheid van de Staat om de selectieparameters te beheersen en de noodzaak om de objectiviteit te doen waarborgen van de procedures door het Selectiebureau van de federale Administratie (SELOR).

Het voorgesteld koninklijk besluit bevestigt de beleidslijn die gemaakt werd in de vorige statutaire bepalingen die zegt dat, voor wat betreft het personeel van de buitendiensten, de stage op een specifieke manier wordt geregeld. De verantwoordelijkheid van de uitgeoefende functies gebiedt een meer bestendige opvolging van de verwerving van de kennis, de bekwaamheden en het gepast gedrag in de opdrachten op het terrein, dan in een klassiek openbaar ambt.

Daarom werd een stagecommissie ingevoerd, een permanent collegiaal orgaan dat bestaat uit ervaren leden die belast zijn met het permanent volgen van de evolutie van de stagiair, met zich een oordeel te vormen over zijn mogelijkheid om de adequate professionele bekwaamheden te integreren en met te remediëren aan eventueel door de naaste omkadering vastgestelde tekortkomingen op vlak van zijn gedrag. Deze commissie kan zich aldus, op het einde van de stage, op een meer oordeelkundige manier uitspreken over de beroepsbekwaamheid voor de uit te oefenen functie in al zijn componenten. Het feit dat de tuchtregeling niet van toepassing is op de stagiairs is gewild en wordt gecompenseerd door nauwlettende aandacht en omkadering van inadequate gedragingen, die op dit niveau van uitoefening van de functie dikwijls de onervarenheid naar voor kunnen doen brengen en voor dewelke een ervaren hulp meer kan bijdragen dan een disciplinaire straf.

De stagecommissie bevat, in tegenstelling met het statuut van de Rijksambtenaren, geen vertegenwoordigers van het personeel, maar de stagiair beschikt daarentegen over een recht van beroep voor de raad van beroep die paritair is samengesteld (artikel 47). De duur van de stage wordt geregeld afhankelijk van de technische aard van de oorspronkelijke vorming (artikel 49).

De hoofdstukken III en IV betreffende respectievelijk de bevorderingen en de mandaten vormen de kern van de hervorming; de baremaopwaardering gaat gepaard met een wil van verhoogd professionalisme die zich vertalen in loopbaantrajecten die steunen op de vorming en de verificatie van de vooruitgang in het verwerven van de vereiste bekwaamheden voor de uitoefening van functies met een toenemende complexiteit.

Het begrip mandaat onderscheidt zich van deze in de hervorming van de federale administratie. Het mandaat wordt...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT