21 MEI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende klassering van een deel van de Leibeek, onbevaarbare waterloop van tweede categorie, en een kunstmatige waterweg tot onbevaarbare waterloop van eerste categorie in Rotselaar

De Vlaamse Regering,

Gelet op de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, gewijzigd bij de decreten van 21 april 1983 en 18 juli 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 november 1968 houdende vaststelling van de procedure bij de onderzoeken de commodo et incommodo, voorgeschreven door de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen;

Overwegende dat de Beschikking van 16 juni 2009 van het Comité van Ministers van de Benelux inzake de vrije migratie van vissoorten in de hydrografische stroomgebieden van de Beneluxlanden in artikel 2 bepaalt dat de Regeringen, zowel stroomopwaartse als stroomafwaartse, vrije migratie van vissen in alle hydrografische stroomgebieden moeten verzekeren door de tot dusver met succes geleverde inspanningen voort te zetten teneinde de knelpunten, voor de vrije migratie in de ecologisch belangrijke waterlopen met inbegrip van de verbindingswaterlopen, weg te werken;

Overwegende dat in Rotselaar ter hoogte van de molen op de Dijle, onbevaarbare waterloop nr. 2.001 van eerste categorie, een vismigratieknelpunt bestaat; dat om vrije migratie mogelijk te maken hiertoe een nevengeul wordt aangelegd gebruik makende van de Leibeek, onbevaarbare waterloop nr. 2.014 van tweede categorie, ter hoogte van de Molenstraat; dat de waterloop hiertoe geherdimensioneerd wordt en bekkentrappen geïnstalleerd worden;

Overwegende dat het wegwerken van het vismigratieknelpunt ter hoogte van de molen van Rotselaar als bindende actie (A 198) opgenomen is in het bekkenbeheerplan Dijle-Zennebekken; dat de Vlaamse Milieumaatschappij belast is met de uitvoering van deze actie; dat het bekkenbeheerplan Dijle-Zennebekken, na goedkeuring door het bekkenbestuur en het CIW, vastgesteld werd door de Vlaamse Regering op 30 januari 2009;

Overwegende dat stroomafwaarts de molen een nieuw te graven verbindingsloop aangelegd wordt tussen de Dijle en de Leibeek waarbij deze door middel van een verdeelkunstwerk een deel van het debiet van de Dijle te verwerken krijgt;

Overwegende dat de voor vissen passeerbare bekkentrappen als kleine stuwtjes werken; dat het onderhoud van dit deel van de Leibeek door de specifieke herinrichting abnormaal duur wordt; dat dit een voldoende reden is om dit waterloopgedeelte over te brengen naar een hogere categorie krachtens artikel 4.2 van de wet betreffende de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT