13 FEBRUARI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de leertijd, vermeld in het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 20;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen, gewijzigd bij het decreet van 27 april 2008, inzonderheid op de artikelen 5, §§ 1 en 2, en 28 tot en met 30;

Gelet op het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 77, 79 en 81;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen gegeven op 26 juni 2008;

Gelet op het advies van de praktijkcommissie van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen gegeven op 5 juni 2008;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 23 oktober 2008;

Gelet op advies nr. 45.470/1 van de Raad van State, gegeven op 11 december 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. het decreet : het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen;

  2. het decreet leren en werken : het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap;

  3. Syntra Vlaanderen : het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen, opgericht bij artikel 3 van het decreet;

  4. de raad van bestuur : de raad van bestuur van Syntra Vlaanderen, vermeld in artikel 7 tot en met 12 van het decreet;

  5. de praktijkcommissie : de praktijkcommissie van Syntra Vlaanderen, vermeld in artikel 13 tot en met 18 van het decreet;

  6. de leertrajectbegeleider : de leersecretaris, vermeld in artikel 39 en 40 van het decreet;

  7. de centra : de centra voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, vermeld in artikel 36 tot en met 38 van het decreet;

  8. het begeleidingsteam : het begeleidingsteam vermeld in artikel 75 van het decreet leren en werken;

  9. de leerlingen : de jongeren die een opleiding of een cursus in de leertijd volgen;

  10. de ondernemersopleiding : een basisvorming die voorbereidt op het algemeen technisch, commercieel, financieel en administratief uitoefenen van een zelfstandig beroep en het beheer van een kleine en middelgrote onderneming, vermeld in artikel 31 tot en met 33 van het decreet;

  11. de cursist-stagiair : de cursist in de ondernemersopleiding, verbonden door een stageovereenkomst;

  12. opleiding : een opleiding in een beroep, die leidt tot een certificaat;

  13. opleidingstraject : een opleiding in een beroep die of het geheel van opleidingen in een beroep dat leidt tot een getuigschrift leertijd. Het opleidingstraject wordt ingedeeld in opleidingsjaren;

  14. opleidingsprogramma : het opleidingsprogramma van de praktijkopleiding zoals bepaald door de praktijkcommissie en opgenomen in het curriculum van de opleiding dat de raad van bestuur heeft vastgelegd.

    Art. 2. De leertijd is een stelsel van leren en werken als vermeld in artikel 4 van het decreet leren en werken, dat een component werkplekleren en een component leren omvat.

    De component werkplekleren wordt ingevuld door een praktijkopleiding in een onderneming of een voortraject.

    De component leren wordt ingevuld door een theoretische vorming in een centrum. De theoretische vorming bestaat overeenkomstig artikel 31 van het decreet leren en werken uit een algemene vorming en een beroepsgerichte vorming.

    De praktijkcommissie bepaalt de duur van de praktijkopleiding in een onderneming per opleiding of groep van opleidingen in een beroep. De raad van bestuur bepaalt aan de hand daarvan de duur van de theoretische vorming per opleiding of groep van opleidingen in een beroep. Behoudens artikel 9 van dit besluit mag een opleidingstraject niet meer dan drie jaar praktijkopleiding omvatten.

    Art. 3. De leertijd kan overeenkomstig artikel 20 van het decreet leren en werken worden georganiseerd voor de opleidingen die voorkomen in de lijst van opleidingen die de Vlaamse Regering overeenkomstig artikel 22 van het decreet leren en werken heeft vastgelegd.

    Art. 4. § 1. Om tot de leertijd toegelaten te worden moet de leerling overeenkomstig artikel 39, eerste lid, van het decreet leren en werken aan de volgende twee voorwaarden voldoen :

  15. hij moet voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht;

  16. hij mag de leeftijd van 25 jaar niet hebben bereikt.

    De leertijd mag uiterlijk worden gevolgd tot het einde van het cursusjaar waarin de leerling de leeftijd van 25 jaar bereikt.

    § 2. In afwijking van § 1, 1°, kan Syntra Vlaanderen overeenkomstig artikel 39, § 1, tweede lid, van het decreet leren en werken aan een leerling bijzondere toestemming geven om vanaf het begin van het schooljaar waarin hij deeltijds leerplichtig wordt de leertijd te volgen. Die toestemming wordt gegeven op advies van het centrum voor leerlingenbegeleiding waarmee de instelling voor voltijds onderwijs waar de jongere de lessen volgt, samenwerkt.

    § 3. Voor bepaalde opleidingen of groepen van opleidingen kan de praktijkcommissie bijzondere voorwaarden vastleggen voor de leeftijd en vooropleiding om als leerling tot de leertijd toegelaten te worden.

    Art. 5. Met uitzondering van artikel 21 zijn alle bepalingen van dit besluit van toepassing op de leerverbintenis.

    HOOFDSTUK II. - De component werkplekleren

    Afdeling I. - De praktijkopleiding

    Onderafdeling I. De leerovereenkomst

    Art. 6. De praktijkopleiding in de leertijd omvat het sluiten van een leerovereenkomst door bemiddeling van een leertrajectbegeleider.

    Overeenkomstig artikel 28, § 1, van het decreet is een leerovereenkomst een overeenkomst voor bepaalde duur, waarbij een ondernemingshoofd-opleider zich ertoe verbindt aan de leerling het beroep aan te leren door een algemene en technische vorming te geven of te doen geven, en waarbij de leerling zich ertoe verbindt de praktijk van het beroep aan te leren onder de leiding en het toezicht van een ondernemingshoofd-opleider en de nodige theoretische vorming te volgen voor zijn opleiding.

    De leerovereenkomst is een voltijdse overeenkomst. De tijd die de leerling besteedt aan het volgen van de theoretische vorming en het deelnemen aan de bijbehorende examens en praktische proeven, wordt beschouwd als arbeidstijd. Voor de berekening van de arbeidstijd telt een les- of examenuur mee voor 60 minuten.

    Als een ondernemingshoofd-opleider een opleiding wil geven aan een leerling over wie hij de ouderlijke macht of de voogdij uitoefent, volstaat een verbintenis van bepaalde duur van het ondernemingshoofd tegenover de leertrajectbegeleider, hierna leerverbintenis te noemen. Krachtens die verbintenis verbindt het ondernemingshoofd-opleider zich ertoe aan de leerling dezelfde basisopleiding te geven als die waarin de leerovereenkomst voorziet en de leerling de nodige theoretische vorming te doen volgen voor zijn opleiding.

    Art. 7. De leerovereenkomst en de leerverbintenis moeten overeenstemmen met de modellen van leerovereenkomst en leerverbintenis, opgesteld door de praktijkcommissie. Ze moeten schriftelijk gesteld zijn. Ieder van de betrokken partijen ontvangt een origineel ondertekend exemplaar.

    Art. 8. De leerovereenkomst moet inzonderheid de volgende vermeldingen en bepalingen bevatten :

  17. de datum van de inwerkingtreding, de einddatum en het voorwerp van de leerovereenkomst;

  18. de identiteit van het ondernemingshoofd-opleider en, in voorkomend geval, van de monitor;

  19. de identiteit van de leerling en van de wettelijke vertegenwoordiger;

  20. de duur van de proeftijd;

  21. het bedrag van de vergoeding, vermeld in artikel 21;

  22. de verwijzing naar wettelijke, verordenende en conventionele bepalingen met betrekking tot de sociale verzekering, en de arbeidsreglementering en -bescherming die van toepassing zijn op de leerling;

  23. de verwijzing naar artikel 25 van dit besluit met betrekking tot de aansprakelijkheid van het ondernemingshoofd-opleider en de leerling;

  24. de verbintenis van het ondernemingshoofd-opleider om bij een uitsluiting overeenkomstig artikel 35 een vergoeding als vermeld in artikel 36, te betalen.

    Bij de leerovereenkomst moeten inzonderheid de volgende documenten gevoegd zijn :

  25. het opleidingsprogramma;

  26. de rechten en plichten van de leerling en van het ondernemingshoofd-opleider, met inbegrip van hun rechten en plichten op moreel en pedagogisch vlak;

  27. de bepalingen van dit besluit met betrekking tot de schorsing en het einde van de leerovereenkomst;

  28. het takenboek waarin alle partijen overeenkomstig de richtlijnen van de praktijkcommissie het verloop van de leertijd evalueren.

    Art. 9. De duur van de leerovereenkomst moet overeenstemmen met de duur van de opleiding in een beroep waarop de overeenkomst slaat. De duur mag niet minder dan een volledig cursusjaar en niet meer dan drie jaar bedragen.

    In afwijking van het eerste lid kan de praktijkcommissie, ambtshalve of op voorstel van de leertrajectbegeleider en/of het begeleidingsteam, na onderzoek :

  29. de duur van een leerovereenkomst tot minimaal zes maanden verminderen als de vooropleiding, de vorderingen tijdens de leertijd of de leeftijd van de leerling dat rechtvaardigen;

  30. met het oog op de normale voltooiing van de leertijd, na een verandering van ondernemingshoofd-opleider, de duur van een nieuwe leerovereenkomst verminderen tot minder dan zes maanden;

  31. de duur van een leerovereenkomst verlengen met toepassing van artikel 30, derde lid, van dit besluit en artikel 77 van het decreet leren en werken.

    Art. 10. Met behoud van de toepassing van artikel 31, eindigt de leerovereenkomst op 30 juni van het jaar waarin de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT