10 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het leerreglement dat van toepassing is in de ondernemingen die tot het ambtsgebied van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid behoren (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst, inzonderheid op de artikelen 4, § 2, tweede lid, 25, § 2, eerste lid, 43, § 4, en 47, vervangen bij de wet van 6 mei 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 augustus 1998 tot vaststelling van het maximum van de leervergoeding dat van toepassing is op de leerlingen wier leerovereenkomst geregeld wordt door de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 2000;

Gelet op het voorstel van het Paritair leercomité voor de voedingsnijverheid van 23 juni 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het Paritair leercomité voor de voedingsnijverheid reeds op 23 juni 2000 een voorstel heeft geformuleerd betreffende het leerreglement dat in zijn ambtsgebied de nadere regels met betrekking tot het leerlingstelsel voor werknemersberoepen moet bepalen, maar dat dit leerreglement tot op heden niet bij koninklijk besluit werd vastgesteld; dat het derhalve aangewezen is, teneinde de rechtszekerheid van alle betrokkenen te waarborgen, zonder verwijl dit leerreglement bij koninklijk besluit vast te stellen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. § 1. Dit besluit is van toepassing in de ondernemingen die tot het ambtsgebied van het Paritair comité voor de voedingsnijverheid behoren.

§ 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. de wet : de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst;

  2. het leercomité : het Paritair leercomité voor de voedingsnijverheid;

  3. leerovereenkomst : een leerovereenkomst, gesloten in toepassing van de wet tussen een overeenkomstig artikel 43 van de wet erkende patroon en een leerling.

    Art. 2. In de in artikel 1, § 1, bedoelde ondernemingen kunnen leerovereenkomsten gesloten worden voor de volgende beroepen :

  4. polyvalent onderhoudstechnieker;

  5. goederenbehandelaar;

  6. uitbeender-uitsnijder - eerste graad;

  7. uitbeender-uitsnijder - tweede graad;

  8. industrieel vleeswarenbereider;

  9. verpakkingstechnieker;

  10. hulpproductieoperator;

  11. productieoperator;

  12. onderhoudselektricien;

  13. onderhoudstechnieker-machineafsteller;

  14. chocoladebewerker;

  15. industrieel bakker-banketbakker;

  16. goederenbehandelaar - logistiek.

    Voor het beroep "uitbeender-uitsnijder - tweede graad", bedoeld in het eerste lid, 4°, kan slechts een leerovereenkomst gesloten worden indien de leerling reeds met succes een opleiding heeft voltooid voor het beroep "uitbeender-uitsnijder - eerste graad", bedoeld in het eerste lid, 3°.

    Art. 3. § 1. De uitvoering van een leerovereenkomst kan slechts ten vroegste beginnen op 1 september van het lopend jaar.

    § 2. Rekening houdend met het in § 1 bepaalde, wordt de duur van de leertijd voor de in artikel 2 bedoelde beroepen vastgesteld als volgt :

    - 12 maanden voor de beroepen bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1° tot 7°;

    - minimum 19 maanden en maximum 22 maanden voor de beroepen bedoeld in artikel 2, eerste lid, 8° tot 13°.

    Art. 4. § 1. De leerling ontvangt van de patroon een maandelijkse leervergoeding, waarvan het bedrag overeenstemt met een percentage van de helft van het nationaal gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zoals bepaald voor de werknemers van 21 jaar bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.

    Dit percentage evolueert met de leeftijd van de leerling, meer bepaald als volgt :

    - 64 % wanneer de leerling 15 jaar is;

    - 70 % wanneer de leerling 16 jaar is;

    - 76 % wanneer de leerling 17 jaar is;

    - 82 % wanneer de leerling 18 jaar is;

    - 88 %...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT