22 OKTOBER 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toelating van de rassen van landbouwgewassen en groentegewassen tot en het behoud ervan op de rassenlijsten van landbouwgewassen en groentegewassen

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, het laatst gewijzigd bij de wet van 1 maart 2007, artikel 2, § 1, 1°, gewijzigd bij de wet van 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogus voor landbouwgewassen en groentegewassen;

Gelet op het ministerieel besluit van 6 september 1974 tot vaststelling van de rassenlijst van de landbouwsoorten welke overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 maart 1952 aan de keuring van de Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwproducten kunnen onderworpen worden;

Overwegende dat de Richtlijnen 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen en 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad een verplichting inhouden om er zich binnen de voorgeschreven termijn naar te schikken;

Gelet op het overleg tussen de gewesten en de federale overheid op 28 april 2009;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 april 2009;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 16 juni 2009;

Gelet op het advies nr. 46.860/VR van de Raad van State, gegeven op 23 juni 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de Minister belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek bevoegd voor het landbouwbeleid;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen : de lijst, opgesteld door de Commissie van de Europese Gemeenschappen op basis van de rassenlijsten van landbouwgewassen van de lidstaten;

  2. gemeenschappelijke rassenlijst van groentegewassen : de lijst, opgesteld door de Commissie van de Europese Gemeenschappen op basis van de rassenlijsten van groentegewassen van de lidstaten;

  3. genetisch gemodificeerd organisme : een organisme als vermeld in artikel 2, 2°, van het koninklijk besluit van 21 februari 2005 tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of producten die er bevatten;

  4. officiële maatregelen : maatregelen die genomen worden door een van de volgende instanties of personen :

    1. door de autoriteiten van een staat;

    2. onder verantwoordelijkheid van een staat, door publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen;

    3. voor hulpwerkzaamheden, eveneens onder toezicht van een staat, door beëdigde natuurlijke personen, mits de onder b) en c), genoemde personen geen bijzonder voordeel ontlenen uit het resultaat van deze maatregelen;

  5. de nationale rassenlijst van landbouwgewassen : de rassenlijst samengesteld op basis van de rassenlijst van landbouwgewassen, vermeld in artikel 1, 8°, en de rassenlijsten van landbouwgewassen die zijn toegelaten door de andere gewesten;

  6. de nationale rassenlijst van groentegewassen : de rassenlijst samengesteld op basis van de rassenlijst van groentegewassen, als vermeld in artikel 1, 9°, en de rassenlijsten van groentegewassen die zijn toegelaten door de andere gewesten;

  7. andere gewesten : het Waalse Gewest of het Vlaamse Gewest;

  8. de rassenlijst van landbouwgewassen : de lijst van rassen van landbouwgewassen die door de Minister samengesteld is op grond van artikel 2, lid 1;

  9. de rassenlijst van groentegewassen : de lijst van rassen van groentegewassen die door de Minister samengesteld is op grond van artikel 2, lid 2;

  10. de bevoegde entiteit : de directie bevoegd voor het Landbouwbeleid binnen het bestuur Economie en werkgelegenheid van het MBHG;

  11. Minister : de Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor het Landbouwbeleid.

    Art. 2. De Minister laat rassen van landbouwgewassen toe tot de rassenlijst van landbouwgewassen. De toegelaten rassen zijn rassen van bieten, groenvoedergewassen, granen, aardappelen, alsmede van oliehoudende planten en vezelgewassen waarvan het zaaizaad of pootgoed in de handel mag worden gebracht overeenkomstig de bepalingen van :

  12. het besluit van de Brussels Hoofdstelijk Regering van 31 augustus 2006 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van bietenzaad van landbouwrassen;

  13. het besluit van de Brussels Hoofdstelijk Regering van 3 mei 2005 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen.

  14. het besluit van de Brussels Hoofdstelijk Regering van 31 augustus 2006 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaigranen;

  15. het besluit van de Brussels Hoofdstelijk Regering van 31 augustus 2006 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen;

  16. het besluit van de Brussels Hoofdstedelijk Regering van 22 oktober 2009 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van pootaardappelen.

    De Minister laat rassen van groentegewassen toe tot de rassenlijst van groentegewassen. De toegelaten rassen zijn rassen van groentegewassen waarvan het zaaizaad of plantgoed in de handel mag worden gebracht overeenkomstig de bepalingen van :

  17. het besluit van de Brussels Hoofdstelijk Regering van 31 augustus 2006 houdende de reglementering van de handel in en van de keuring van groentezaad en zaad van cichorei voor de industrie;

  18. het besluit van de Brussels Hoofdstelijk Regering van 21 juni 2007 houdende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van groentezaad.

    Dit besluit is niet van toepassing op rassen waarvan bewezen is dat het zaaizaad of het pootgoed worden uitgevoerd naar landen die geen deel uit maken van de Europese Gemeenschap.

    Art. 3. De rassen van landbouwgewassen (ingeteelde stammen, hybriden) die uitsluitend dienen voor gebruik als kruisingspartner voor de uiteindelijke rassen, worden opgenomen in de rassenlijst van landbouwgewassen voor zover de zaden ervan onder de naam van die rassen in de handel moeten gebracht worden.

    Art. 4. De Minister kan bepalen dat de opneming van een ras in de rassenlijst van een andere lidstaat gelijkstaat met opneming in de rassenlijst van landbouwgewassen of de rassenlijst van groentegewassen. In dit geval wordt de Minister vrijgesteld van de uitvoering van de in artikel 8 beschreven officiële proeven en de bevoegde entiteit vrijgesteld van de naleving van artikel 11, § 4, en artikel 12, 2° tot en met 5°.

    HOOFDSTUK II. - Toelating tot de rassenlijsten van landbouwgewassen en groentegewassen

    Art. 5. § 1. Een ras wordt slechts in de rassenlijst van landbouwgewassen of de rassenlijst van groentegewassen opgenomen indien het onderscheidbaar, bestendig en voldoende homogeen is.

    In geval van landbouwgewassen en van industriële cichorei, moet het ras bovendien een voldoende cultuur- en gebruikswaarde bezitten.

    § 2. Een onderzoek naar de cultuur- en gebruikswaarde is niet noodzakelijk :

  19. voor de toelating van grasrassen, wanneer de kweker verklaart dat het zaaizaad van zijn ras niet bestemd is voor de teelt van voedergewassen. Voor deze rassen beslist de Minister overeenkomstig de beslissingen van de Europese instellingen dat na een passend onderzoek moet blijken dat de rassen geschikt zijn voor het gebruik waarvoor zij volgens verklaring bestemd zijn;

  20. voor de toelating van rassen waarvan het zaaizaad bestemd is voor verkoop in een andere lidstaat die deze rassen mede op grond van hun cultuur- en gebruikswaarde heeft toegelaten;

  21. voor de toelating van rassen (ingeteelde stammen, hybriden) die uitsluitend bestemd zijn voor gebruik als kruisingspartner voor hybriderassen die voldoen aan de eisen, vermeld in § 1.

    § 3. In het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT