10 JUNI 2002. - Ministerieel besluit betreffende de kwaliteitszorg in de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning

De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen,

Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende de oprichting van de instelling Kind en Gezin, inzonderheid op artikel 4bis , ingevoegd bij het decreet van 11 juni 1997;

Gelet op het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 houdende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 27 september 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, rekening houdend met het feit dat de voorziene overgangsperiode van drie jaar al loopt vanaf 1 januari 2001, onmiddellijk werk moeten kunnen maken van een kwaliteitsbeleid via het uitwerken van een kwaliteitsplanning en een kwaliteitssysteem, om hun werking te conformeren aan de bepalingen, opgenomen in het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Kwaliteitsbeleid

Artikel 1. § 1. Elk Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning, hierna « centrum » te noemen, ontwikkelt een kwaliteitsbeleid dat uitgaat van de missie, de maatschappelijke waarden en het pedagogisch en agogisch concept van de voorziening, alsook van de visie op de doelgroep van mogelijke gebruikers.

§ 2. Het kwaliteitsbeleid is erop gericht op een systematische wijze de kwaliteit van de aangeboden hulp- en dienstverlening alsook van de werking te bepalen, te plannen, te beheersen, te borgen en te verbeteren.

§ 3. Het centrum houdt bij het ontwikkelen van het kwaliteitsbeleid rekening met de behoeften en de hulpvraag op lokaal en regionaal vlak, de verwachtingen van de gebruikers, de positionering van de eigen organisatie, de beschikbare middelen en de beschikbare medewerkers.

§ 4. Het centrum neemt de nodige maatregelen om het kwaliteitsbeleid bekend te maken en te integreren in zijn werking.

§ 5. Het kwaliteitsbeleid concretiseert de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT