14 MAART 2003. - Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1998 houdende de vaststelling van de procedure van het Vlaams Commissariaat voor de Media en houdende de aanvullende kwalificatiecriteria om te worden erkend als landelijke radio-omroep

De Vlaamse regering,

Gelet op de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, inzonderheid op artikel 35, 36, 38, 38quinquies en 38decies, vervangen bij het decreet van 25 oktober 2002, op artikel 95, § 3, en op artikel 116quater, § 1, ingevoegd bij het decreet van 17 december 1997;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1998 houdende de vaststelling van de procedure voor het Vlaams Commissariaat voor de Media en houdende de aanvullende kwalificatiecriteria om te worden erkend als landelijke radio-omroep, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 16 maart 2001, 27 april 2001, 1 juni 2001 en 8 juni 2001;

Gelet op het advies van de Vlaamse Mediaraad, gegeven op 18 november 2002;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 november 2002;

Gelet op het akkoord van de minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 29 november 2002;

Gelet op advies 34.578/3 van de Raad van State, gegeven op 29 januari 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. In het besluit van 14 juli 1998 houdende de vaststelling van de procedure voor het Vlaams Commissariaat voor de Media en houdende de aanvullende kwalificatiecriteria om erkend te worden als landelijke radio-omroep, reeds gewijzigd bij het besluit van 27 april 2001, wordt het opschrift vervangen als volgt :

Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de procedure voor het Vlaams Commissariaat voor de Media en houdende aanvullende kwalificatiecriteria en voorwaarden voor de erkenning van particuliere radio-omroepen

.

Art. 2. Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :

Art. 16. § 1. Om ontvankelijk te zijn omvat de aanvraag tot erkenning van een landelijke radio-omroep die zich richt tot de gehele Vlaamse Gemeenschap :

1° de statuten van de rechtspersoon zoals ze verschenen zijn in het Belgisch Staatsblad of, in het geval van buitenlandse rechtspersonen, in een vergelijkbaar medium, en een afschrift van de akte van oprichting, in voorkomend geval vergezeld van een vertaling naar het Nederlands;

2° een afschrift van de in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad of, in het geval van buitenlandse rechtspersonen, in een vergelijkbaar medium gepubliceerde lijst van bestuurders of beheerders met hun functie in de rechtspersoon, in voorkomend geval vergezeld van een vertaling naar het Nederlands;

3° een opgave van de plaats waar de exploitatiezetel, de productie-installaties en de zendinstallaties gelegen zullen zijn;

4° een gedetailleerde nota waarin de aanvrager het zendschema en het programma-aanbod opgeeft en nauwkeurig omschrijft waar en hoe hij een verscheidenheid van programma's zal brengen, inzonderheid inzake informatie en ontspanning;

5° een nota waarin wordt aangegeven op welke manier zal worden voldaan aan de informatieplicht en aan de verplichting dat in de programmaopbouw een Nederlandstalig muziekaanbod wordt gegarandeerd zoals bepaald in artikel 33, 38, 3° en 38, 4°, van de gecoördineerde decreten;

6° een verklaring dat de landelijke radio-omroep eigendom is van en bestuurd/beheerd wordt door de rechtspersoon en dat de rechtspersoon slechts één landelijke radio-omroep exploiteert, alsmede dat er geen rechtstreekse noch onrechtstreekse bindingen bestaan tussen de rechtspersonen die een landelijke radio-omroep exploiteren;

7° een door elke bestuurder of beheerder persoonlijk ondertekende verklaring dat hij geen politiek mandaat bekleedt, noch bestuurder of beheerder is van de openbare omroep van de Vlaamse Gemeenschap of van een andere rechtspersoon die een landelijke radio-omroep in eigendom heeft, en/of beheert/bestuurt of exploiteert;

8° een verklaring dat de landelijke radio-omroep onafhankelijk is van een politieke partij;

9° een verklaring van de rechtspersoon dat hij onder zijn verantwoordelijkheid instaat voor het beheer en de exploitatie van de landelijke radio-omroep en waarin hij aantoont dat de programma's op de eigen verantwoordelijkheid van de landelijke radio-omroep worden gerealiseerd, zoals bepaald in artikel 31, § 2, van de gecoördineerde decreten;

10° een opgave van het redactiestatuut, van de hoofdredacteur, van het contingent beroepsjournalisten, stagiairs-beroepsjournalisten en overige redactiemedewerkers die in dienst zullen worden genomen;

11° een opgave van het contingent van het cultureel, administratief en technisch personeel waarover de landelijke radio-omroep zal beschikken;

12° een verklaring waarin de rechtspersoon de verbintenis aangaat een technische uitrusting te gebruiken conform de wettelijke voorschriften en de controlevoorschriften, en zich te houden aan de bepalingen van de zendvergunning;

13° een verklaring waarin de landelijke radio-omroep de verbintenis aangaat geen programma's aan te bieden die strijdig zijn met de openbare orde, de goede zeden, de veiligheid van de staat of die een belediging kunnen betekenen voor andermans overtuiging of voor een vreemde staat;

14° een gedetailleerde nota waarin de aanvrager de infrastructuur waarover hij zal beschikken, nauwkeurig omschrijft;

15° een verklaring van de rechtspersoon waaruit blijkt dat het onderzoek naar de werking ter plaatse door de aangestelde ambtenaren wordt aanvaard;

16° indien de landelijke radio-omroep wenst uit te zenden in een andere taal dan het Nederlands, een gedetailleerde nota waarin dit voornemen wordt toegelicht en waarin nauwkeurig het aantal en de duur van de uitzendingen in een vreemde taal wordt toegelicht;

17° de opgave van een businessplan;

18 de opgave van een gedetailleerd financieel plan;

19° de opgave van de financiële structuur, en voor zover het een vennootschap betreft, van de aandeelhoudersstructuur;

20° het bewijs dat is voldaan aan de bepalingen van artikel 16ter.

§ 2. Elke latere wijziging van deze informatie moet onmiddellijk aan het Commissariaat worden meegedeeld.

Indien deze wijziging evenwel betrekking heeft op het uitzenden in een andere taal dan het Nederlands of op gegevens als bedoeld in artikel 38bis, § 2, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, is de voorafgaande toestemming van het Commissariaat vereist.

§ 3. Het gebruik van een modelformulier voor het aanvragen van de erkenningen kan door het Commissariaat worden opgelegd.

Art. 3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 16bis, 16ter, 16quater en 16quinquies ingevoegd, die luiden als volgt :

Art. 16bis. § 1. De aanvullende kwalificatiecriteria, bedoeld in artikel 38, § 2 en § 3, van de gecoördineerde decreten zijn de volgende :

1° wat de concrete invulling van het programma-aanbod en het zendschema, in het bijzonder de verscheidenheid in de programmering, betreft :

a) de format van de landelijke radio-omroep;

b) de duur van de uitzendingen;

c) de aard en het tijdstip van de uitzendingen;

d) de kwalitatieve inhoud en de diversiteit van de programma's, in het bijzonder van de eigen programma's met een aanbod van muziek, informatie, en ontspanning;

e) de aandacht die daarbij besteed wordt aan de programmamix, aan de journaals, aan de informatie- en informatieve programma's, aan cultuur, aan de muzikale keuzes, aan serviceprogramma's en infotainment.

De concrete invulling van het programma-aanbod inzake informatie moet worden verzorgd door een eigen radionieuwsdienst, met bijzondere aandacht voor :

a) het aantal geplande nieuwsuitzendingen per dag;

b) de verscheidenheid aan onderwerpen in de nieuwsuitzendingen;

c) de voorgenomen verslaggeving van sociale en culturele evenementen binnen het verzorgingsgebied;

d) het aantal erkende beroepsjournalisten, stagiairs-beroepsjournalisten, en overige redactiemedewerkers;

e) de uitbouw van een eigen radionieuwsdienst;

f) de voorgenomen investeringen in de nieuwsdienst;

g) de reeds opgedane ervaring van de aanvrager op het vlak van de verzorging van de mediaberichtgeving;

2° wat de media-ervaring betreft :

a) de reeds opgedane media-ervaring van de rechtspersoon en van het cultureel, administratief en technisch personeel, inzonderheid inzake omroep;

b) de creatieve inbreng van de medewerkers;

3° wat het businessplan betreft :

a) de aanvrager beschrijft de strategische visie op langere termijn en de doelstellingen voor de verdere ontwikkeling van de landelijke radio-omroep;

b) welke activiteiten hiervoor uitgebouwd worden en op welke manier, met welke acties en middelen, in het bijzonder de gedane en voorgenomen investeringen, omschrijving van de beoogde doelgroep, geraamd marktaandeel en de verhouding ervan met de adverteerder- en luisteraarmarkt;

4° wat het financieel plan betreft : een nota waaruit blijkt hoe en wanneer het businessplan zal worden verwezenlijkt aan de hand van een geprojecteerde balans van de twee eerstvolgende exploitatiejaren én een nota waarin het detail van de herkomst van de financiële middelen (eigen vermogen en vreemd vermogen) die het mogelijk maken het businessplan en de geplande investeringen uit te voeren, beschreven wordt;

5° wat de technische infrastructuur betreft :

a) de technische kwaliteit en aspecten van de voorgestelde configuratie, met bijzondere aandacht voor de aanwezige technische en operationele expertise;

b) de vooruitzichten inzake technische investeringen;

c) de geplande technische uitrusting, infrastructuur, transmissie, inplanting en uitbouw van het zenderpark;

d) het tijdschema voor de ontplooiing van de omroep en de benodigde frequentiepakketten.

§ 2. De ontvankelijke aanvragen worden door het Commissariaat onderzocht en getoetst aan de aanvullende kwalificatiecriteria, die hierbij op de volgende wijze worden gewogen :

1° 50 % voor het criterium, bedoeld in § 1, 1°;

2° 20 % voor het criterium, bedoeld in § 1, 2°;

3° 10 % voor het criterium, bedoeld in § 1, 3°;

4° 10 % voor het criterium...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT