Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van het koninklijk besluit van 9 maart 2022 tot vaststelling van de modaliteiten aangaande de verplichting voor de ondernemers op het gebied van de elektronische facturering in het kader van overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten, de 4 septembre 2023

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, met betrekking tot de borgtocht

Artikel 1. Artikel 25 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 februari 2014 en 22 juni 2017, wordt vervangen als volgt:

"Borgtocht - Toepassingsgebied en bedrag

Art. 25. § 1. De borgtocht bedraagt vijf procent van de waarde van de opdracht. De aanbesteder kan echter beslissen om geen borgtocht te vragen of een lager percentage vaststellen. Indien hij beslist om geen borgtocht te vragen of een lager percentage vaststelt, neemt de aanbesteder een bepaling in die zin op in de opdrachtdocumenten.

§ 2. Voor opdrachten voor leveringen en diensten die geen totale prijs vermelden en behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten, stemt het bedrag dat vervolgens vermenigvuldigd moet worden met het in de eerste paragraaf bedoelde percentage, overeen met het geraamde maandelijkse bedrag van de opdracht vermenigvuldigd met zes.

§ 3. Voor raamovereenkomsten wordt de borgtocht, in voorkomend geval, gesteld per opdracht gebaseerd op de raamovereenkomst, overeenkomstig de paragrafen 1 en 2.

In afwijking van het eerste lid kan de aanbesteder, in geval van een raamovereenkomst met één opdrachtnemer, in de opdrachtdocumenten een globale borgstelling voorzien voor de raamovereenkomst. De globale borgtocht wordt vastgesteld op drie procent van het geraamde bedrag van de raamovereenkomst. De aanbesteder kan echter een lager percentage vaststellen. In dat geval neemt hij een bepaling in die zin op in de opdrachtdocumenten.

§ 4. Voor opdrachten in gedeelten wordt de borgtocht, wanneer die verplicht is, gesteld per uit te voeren gedeelte.

§ 5. De aldus bekomen bedragen worden naar het hogere tiental in euro afgerond. Ook de aanvullende bedragen in speciën van de gedeeltelijk in publieke fondsen gestelde borgtocht, alsmede de gedeeltelijke terugbetalingen overeenkomstig de voorwaarden van de opdracht, worden aldus afgerond.

§ 6. De aanbesteder mag geen borgtocht eisen voor overheidsopdrachten en raamovereenkomsten waarvan het gunningsbedrag lager is dan 50.000 euro.

§ 7. De artikelen 26 tot 33 zijn slechts van toepassing voor zover krachtens dit artikel een borgtocht wordt gesteld.".

Art. 2. . In artikel 33 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. het eerste lid wordt vervangen als volgt:

    "Indien de aanbesteder de voorlopige en/of definitieve oplevering aanvaardt, wordt de borgtocht voor de helft of volledig vrijgegeven overeenkomstig de artikelen 93, 133, 144 en 158, zelfs indien de opdrachtnemer geen verzoek in die zin heeft ingediend.";

  2. in het tweede lid worden de woorden "binnen vijftien dagen na de dag van het verzoek" vervangen door de woorden "binnen vijftien dagen na de voorlopige en/of definitieve oplevering".

    Art. 3. . In hetzelfde besluit wordt een artikel 33/1 ingevoegd, luidende:

    "Art. 33/1. In het afzonderlijk elektronisch formulier dat daartoe opgemaakt wordt door de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, vullen aanbesteders de velden betreffende de borgtocht in. Dit formulier moet ingevuld worden naar aanleiding van de in de artikelen 62, eerste lid, en 143, § 1, eerste lid, van de wet bedoelde aankondiging van gegunde opdracht, dan wel naar aanleiding van de in de artikelen 62, tweede lid, en 143, § 1, tweede lid, van de wet bedoelde vereenvoudigde aankondiging van gegunde opdracht.

    De aanbesteders geven in het elektronisch formulier aan of een borgtocht vereist is en vermelden het bedrag hiervan. ".

    HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 9 maart 2022 tot vaststelling van de modaliteiten aangaande de verplichting voor de ondernemers op het gebied van de elektronische facturering in het kader van overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten

    Art. 4. . In artikel 1 van het koninklijk besluit van 9 maart 2022 tot vaststelling van de modaliteiten aangaande de verplichting voor de ondernemers op het gebied van de elektronische facturering in het kader van overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt:

    "3° op 1 maart 2024, voor de overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten waarvan de geraamde waarde lager is dan 30 000 euro exclusief belasting over de toegevoegde waarde en waarbij:

    1. vanaf die datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een offerte; of

    2. vanaf die datum een bestelling wordt verstuurd, bij gebreke van een uitnodiging tot het indienen van een offerte.".

    HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding en slotbepaling

    Art. 5. Dit besluit, met uitzondering van artikel 4, treedt in werking de eerste dag van de tweede maand die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, voor de opdrachten die vanaf die datum bekendgemaakt worden of hadden moeten worden bekendgemaakt, alsook voor de opdrachten waarvoor, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, vanaf deze datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een offerte.

    Artikel 4 treedt in werking op 31 oktober 2023.

    Art. 6. De Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

    Handtekening

    Gegeven te Brussel, 4 september 2023.

    FILIP

    Van Koningswege :

    De Eerste Minister,

    A. DE CROO

    De Minister van Ambtenarenzaken,

    P. DE SUTTER

    De Minister van KMO's,

    D. CLARINVAL

    De Staatssecretaris voor Digitalisering,

    belast met Administratieve Vereenvoudiging,

    M. MICHEL

    Aanhef

    FILIP, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, artikel 14/1, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 7 april 2019, artikel 86, eerste lid, en artikel 156, § 1, eerste lid;

    Gelet op de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, artikel 32/1, vierde lid;

    Gelet op de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, artikel 11/1, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 7 april 2019, en artikel 35, eerste lid;

    Gelet op de wet van 7 april 2019 tot wijziging van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied en tot wijziging van de wet van 4 mei 2016 inzake het hergebruik van overheidsinformatie, artikel 26, derde lid;

    Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 2022 tot vaststelling van de modaliteiten aangaande de verplichting voor de ondernemers op het gebied van de elektronische facturering in het kader van overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten, artikel 1, 3° ;

    Gelet op de adviezen van de Commissie voor de overheidsopdrachten, gegeven op 14 september 2022 en 14 februari 2023;

    Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd op 23 maart 2023, overeenkomstig de artikelen 6, § 1, en 7, § 1, van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

    Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 maart 2023;

    Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 17 mei 2023;

    Gelet op advies 73.867/1 van de Raad van State, gegeven op 14 juli 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

    Op de voordracht van de Eerste Minister en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

    Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

    Verslag aan de Koning

    Verslag aan de Koning

    Sire,

    Dit ontwerp wijzigt de borgtochtregeling zoals vervat in het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, hierna "het KB AUR" genoemd.

    Het doel is de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen tot procedures voor overheidsopdrachten te bevorderen. Hoewel kmo's 99,8 procent van het aantal ondernemingen in België vertegenwoordigen, voor veel werkgelegenheid zorgen en in ruime mate bijdragen tot welvaartscreatie in ons land, krijgen zij immers minder dan de helft van de totale waarde van de in de Europese...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT