Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juni 2022 houdende het beheer van het centraal register voor huwelijksovereenkomsten, het centraal register van testamenten en het centraal erfrechtregister wat betreft de kosteloze inschrijving van akten van erfopvolging opgesteld met het oog op de overschrijving van onroerende goederen bedoeld in artikel 3.30, § 1, 7°, van het Burgerlijk Wetboek, de 21 mars 2023

Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 juni 2022 houdende het beheer van het centraal register voor huwelijksovereenkomsten, het centraal register van testamenten en het centraal erfrechtregister, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:

" § 3. De inschrijving door de ambtenaar van het bevoegde kantoor van de Algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie in het centraal erfrechtregister, voorzien in artikel 4.59, § 2, lid 6, van het Burgerlijk Wetboek, geschiedt volgens de modaliteiten bepaald door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat en door middel van een bericht waarvan de vorm wordt bepaald door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, na overleg met de Algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie.".

Art. 2. In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "of door een ambtenaar van het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie" ingevoegd tussen de woorden "de notaris" en de woorden ", ten laatste".

Art. 3. In artikel 22 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid toegevoegd, luidende:

"Elke inschrijving in het centraal erfrechtregister van een akte van erfopvolging opgemaakt met als doel, al dan niet uitsluitend, de overschrijving van onroerende goederen overeenkomstig artikel 3.30, § 1, 7°, van het Burgerlijk Wetboek, is kosteloos indien aan volgende voorwaarden is voldaan:

  1. de akte wordt opgesteld binnen de zes maanden na het overlijden;

  2. de instrumenterende ambtenaar vraagt geen vacatie of andere kosten voor het opstellen van de akte.".

    Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2023.

    Art. 5. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

    Handtekening

    Gegeven te Brussel, 21 maart 2023.

    FILIP

    Van Koningswege :

    De Minister van Buitenlandse Zaken,

    H. LAHBIB

    De Minister van Justitie,

    V. VAN QUICKENBORNE

    De Minister van Financiën,

    V. VAN PETEGHEM

    Aanhef

    FILIP, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op de Grondwet, artikel 108;

    Gelet op het Burgerlijk Wetboek, artikel 4.59, § 2, zesde lid, vervangen bij de wet van 30 juli 2022 en artikel 4.128;

    Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën bevoegd voor de FOD Justitie, gegeven op 14 februari 2023;

    Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën bevoegd voor de FOD Buitenlandse Zaken, gegeven op 20 februari 2023;

    Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën bevoegd voor de FOD Financiën, gegeven op 7 maart 2023;

    Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 12 maart 2023 ;

    Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat het koninklijk besluit op 1 april 2023 in werking dient te treden zodat het koninklijk besluit van 23 juni 2022 houdende het beheer van het centraal register voor huwelijksovereenkomsten, het centraal register van testamenten en het centraal erfrechtregister in overeenstemming is met het bij de wet van 30 juli 2022 om justitie menselijker, sneller en straffer te maken II gewijzigde artikel 4.59 van het Burgerlijk Wetboek, dat op 1 april 2023 in werking treedt;

    Gelet op het advies 73.244/2 van de Raad van State, gegeven op 20 maart 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

    Overwegende het Wetboek van diverse rechten en taksen, artikel 21, 15°, ingevoegd bij de wet van 18 mei 2022;

    Overwegende het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, artikel 161, 16°, ingevoegd bij de wet van 18 mei 2022;

    Overwegende het koninklijk besluit van 18 mei 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen en van het koninklijk besluit van 14 september 2016 tot vaststelling van de retributies voor de uitvoering van de hypothecaire formaliteiten en voor de aflevering van de afschriften en getuigschriften;

    Overwegende het ministerieel besluit van 18 mei 2022 houdende opheffing van het ministerieel besluit van 25 januari 2007 tot uitvoering van artikel 1 en artikel 6, laatste lid van het uitvoeringsbesluit houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen van 3 maart 1927 en houdende bepaling van de retributies die van toepassing zijn wanneer eigendomstitels worden afgeleverd om een akte van erfopvolging op te stellen;

    Op de voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Financiën en de Minister van Justitie,

    Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

    Verslag aan de Koning

    VERSLAG AAN DE KONING

    Sire,

    Het besluit dat wij de eer hebben ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen, betreft een wijziging van het koninklijk besluit van 23 juni 2022 houdende het beheer van het centraal register voor huwelijksovereenkomsten, het centraal register van testamenten en het centraal erfrechtregister, zodat het in overeenstemming is met de recente fiscale wetgeving enerzijds en met het gewijzigde artikel 4.59 van het Burgerlijk Wetboek anderzijds wat betreft de akten van erfopvolging en welke op 1 april 2023 in werking treden.

    Sedert de wet van 6 mei 2009, waarbij in het Burgerlijk Wetboek een artikel 1240bis werd ingevoegd, kunnen oorspronkelijk de ontvangers van de successiekantoren en later de ambtenaren van de bevoegde kantoren van de Algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie in bepaalde gevallen attesten van erfopvolging opstellen terwijl de notarissen van meet af aan bevoegd zijn om in alle gevallen akten en attesten van erfopvolging op te stellen.

    De wet van 30 juli 2022 om justitie menselijker, sneller en straffer te maken II, zelf gewijzigd bij de wet van 6 december 2022, voert een grondige wijziging door van artikel 4.59 van het Burgerlijk Wetboek. Onder meer voorziet deze bepaling nu in de mogelijkheid voor de ambtenaren van de bevoegde kantoren van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie om akten en attesten van erfopvolging op te maken, waarbij zij tevens verplicht worden tot inschrijving van die akten en attesten in het centraal erfrechtregister (zie: artikel 4.59, § 2, zesde lid, van het Burgerlijk Wetboek).

    Het koninklijk besluit van 23 juni 2022 dient aangepast om tevens de praktische modaliteiten en de termijn van inschrijving te bepalen zoals dit reeds voor de notarissen en de griffies is vastgelegd.

    Het ontworpen artikel 1 voorziet daarom dat, net zoals dit het geval is voor de notarissen, de inschrijving in dit geval gedaan wordt door de betrokken ambtenaar van het bevoegde kantoor volgens de modaliteiten bepaald door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat en door...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT