Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wat betreft de onderzoekers, stagiairs en vrijwilligers, de 27 novembre 2022

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van:

De richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten (herschikking).

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen

Art. 2. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in de bepaling onder 4° worden in de Nederlandstalige versie de woorden "bevoegde gewestelijke overheid" vervangen door de woorden "bevoegde regionale overheid";

  2. artikel 1 wordt aangevuld met de bepalingen onder 16°, 17°, 18° en 19°, luidende:

    "16° vergunning voor onderzoeker: de verblijfstitel bedoeld in artikel 61/10, § 1, 7° van de wet, opgemaakt overeenkomstig het model in de bijlage 6 met de vermelding "onderzoeker", en met de vermelding "mobiliteitsprogramma" voor onderzoekers die naar de Unie komen in het kader van een specifiek uniaal of multilateraal programma met mobiliteitsmaatregelen, of een overeenkomst tussen twee of meer erkende instellingen voor hoger onderwijs";

  3. vergunning voor lange-termijnmobiliteit voor onderzoekers: de verblijfstitel bedoeld in artikel 61/10, § 1, 8°, van de wet, opgemaakt overeenkomstig het model in de bijlage 6 met de vermelding "onderzoekersmobiliteit";

  4. vergunning voor stagiair: de verblijfstitel bedoeld in artikel 61/13/16, § 1, 2°, van de wet, opgemaakt overeenkomstig het model in de bijlage 6 met de vermelding "stagiair";

  5. vergunning voor vrijwilliger: de verblijfstitel bedoeld in artikel 61/13/25, 2°, van de wet, opgemaakt overeenkomstig het model in de bijlage 6 met de vermelding "vrijwilliger".".

    Art. 3. In artikel 1/1/1 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 februari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  6. in de bepaling onder § 1, 2°, f), worden de woorden "13° en 14° " vervangen door de woorden "13°, 14°, 15°, 16°, 17° en 18° ";

  7. in de bepaling onder § 2, 3° worden de woorden "8° en 9° " vervangen door de woorden "8°, 9° en 15° ".

    Art. 4. In artikel 1/2/1 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  8. in paragraaf 1 worden de woorden "61/12, 61/13/8, 61/13/12, 61/13/18, 61/13/27," ingevoegd tussen de woorden "een aanvraag bedoeld in artikel" en de woorden "61/25-1";

  9. in paragraaf 1 worden de woorden "8°, 10°, 11°, 12°, 13° of 14° " vervangen door de woorden "8°, 9°, 10°, 11°, 12°, 13°, 14, 15, 16°, 17° of 18° ";

  10. in paragraaf 1 worden in de Nederlandstalige versie de woorden "gewestelijke overheid" vervangen door de woorden "regionale overheid";

  11. in paragraaf 2, eerste lid, worden in de Nederlandstalige versie de woorden "gewestelijke overheid" vervangen door de woorden "regionale overheid";

  12. in paragraaf 2, tweede lid, worden in de Nederlandstalige versie de woorden "gewestelijke overheid" vervangen door de woorden "regionale overheid".

  13. in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "artikel 61/12, § 5, artikel 61/13/8, § 4, artikel 61/13/13, § 2, artikel 61/13/18, § 5, artikel 61/13/27, § 5" ingevoegd tussen de woorden " Overeenkomstig" en de woorden " artikel 61/25-5, § 3, eerste lid" ;

  14. in paragraaf 3, eerste lid worden de woorden ", artikel 61/12, artikel 61/13/8, artikel 61/13/12, artikel 61/13/18, artikel 61/13/27," ingevoegd tussen de woorden " bedoeld in" en de woorden " artikel 61/25-1";

  15. in paragraaf 4 worden de woorden "61/13/3, § 2, 4°, 61/13/10, § 2, 4°, 61/13/23, § 2, 4° of 61/13/31, § 2, 4°, " ingevoegd tussen de woorden "Overeenkomstig" en de woorden "artikel 61/25-5, § 3, tweede lid".

    Art. 5. In artikel 25/2, § 5, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 november 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  16. in de bepaling onder 5° worden de woorden ", een binnen een onderneming overgeplaatste persoon" ingevoegd tussen de woorden "als binnen een onderneming overgeplaatste persoon" en de woorden "of een binnen een onderneming overgeplaatste persoon";

  17. paragraaf 5 wordt aangevuld met de bepalingen onder 6°, 7°, 8°, 9° en 10°, luidende:

    "6° op de onderdanen van een derde land die de hoedanigheid hebben van onderzoeker of die een aanvraag hiertoe indienen overeenkomstig artikel 61/12 van de wet;

  18. op de onderdanen van een derde land die de hoedanigheid hebben van onderzoeker binnen het kader van korte-termijnmobiliteit of die hiertoe een kennisgeving indienen overeenkomstig 61/13/5 van de wet;

  19. op de onderdanen van een derde land die de hoedanigheid hebben van onderzoeker binnen het kader van lange-termijnmobiliteit of die hiertoe een aanvraag indienen overeenkomstig 61/13/8 van de wet.

  20. op de onderdanen van een derde land die de hoedanigheid hebben van een stagiair of die een aanvraag hiertoe indienen overeenkomstig artikel 61/13/18 van de wet;

  21. op de onderdanen van een derde land die de hoedanigheid hebben van vrijwilliger in het kader van Europees vrijwilligerswerk of hiertoe een aanvraag indienen overeenkomstig artikel 61/13/27 van de wet.".

    Art. 6. In artikel 31 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 juni 2020 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  22. in de bepaling onder 1° worden de woorden "onder voorbehoud van 6° en 12° " vervangen door de woorden "onverminderd 6°, 12°, 18° tot 22° ";

  23. in de bepaling onder 3° worden in de Nederlandstalige versie de woorden "bevoegde gewestelijke overheid" vervangen door de woorden "bevoegde regionale overheid";

  24. artikel 31 wordt aangevuld met de bepalingen onder 18°, 19°, 20°, 21° en 22°, luidende:

    "18° de vergunning voor een onderzoeker heeft een geldigheidsduur die overeenkomt met de duur van de toegekende machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker, dewelke overeenstemt met de toelating tot arbeid overeenkomstig de toepasselijke regionale wetgeving;

  25. de vergunning voor lange-termijnmobiliteit voor onderzoekers heeft een geldigheidsduur die overeenkomt met de duur van de toegekende machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van onderzoeker binnen het kader van lange-termijnmobiliteit, dewelke overeenstemt met de toelating tot arbeid overeenkomstig de toepasselijke regionale wetgeving;

  26. de vergunning na onderzoek teneinde werk te zoeken of een onderneming op te richten heeft een geldigheidsduur die overeenkomt met de duur van de toegekende machtiging tot verblijf, rekening houdend met de maximumtermijn van 12 maanden;

  27. de vergunning voor stagiair heeft een geldigheidsduur die overeenkomt met de duur van de toegekende machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van stagiair, dewelke overeenstemt met de toelating tot arbeid overeenkomstig de toepasselijke regionale wetgeving, rekening houdend met de maximumtermijn van 6 maanden bedoeld in artikel 53 van het samenwerkingsakkoord van 6 december 2018;

  28. de vergunning voor vrijwilliger heeft een geldigheidsduur die overeenkomt met de duur van de toegekende machtiging tot verblijf in de hoedanigheid van vrijwilliger, dewelke overeenstemt met de toelating tot arbeid overeenkomstig de toepasselijke regionale wetgeving, rekening houdend met de maximumtermijn van 12 maanden bedoeld in artikel 61, tweede lid van het samenwerkingsakkoord van 6 december 2018.".

    Art. 7. In artikel 32, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  29. in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "5° en 7° tot 11° " vervangen door de woorden "5°, 7° tot 11°, 14° en 15° ";

  30. in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "5° en 7° tot 11° " vervangen door de woorden "5°, 7° tot 11°, 14° en 15° ";

  31. In paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden ", 12° en 13° " vervangen door de woorden ", 12°, 13°, 16°, 17°, 18° en 21° ".

    Art. 8. In artikel 33 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  32. in paragraaf 2, eerste lid, worden in de Nederlandstalige versie de woorden "bevoegde gewestelijke overheid" vervangen door de woorden "bevoegde regionale overheid";

  33. in paragraaf 2, eerste lid, 2°, worden in de Nederlandstalige versie de woorden "gewestelijke overheid" vervangen door de woorden "regionale overheid";

  34. in paragraaf 3, eerste lid worden in de Nederlandstalige versie de woorden "gewestelijke overheid" vervangen door de woorden "regionale overheid";

  35. in paragraaf 4, eerste lid, worden in de Nederlandstalige versie de woorden "gewestelijke overheid" vervangen door de woorden "regionale overheid";

  36. in paragraaf 4, eerste lid, 2°, worden in de Nederlandstalige versie de woorden "gewestelijke overheid" vervangen door de woorden "regionale overheid";

  37. in paragraaf 5, eerste lid, 3°, worden in de Nederlandstalige versie de woorden "gewestelijke overheid" vervangen door de woorden "regionale overheid";"

  38. in paragraaf 6, eerste lid, worden in de Nederlandstalige versie de woorden "bevoegde gewestelijke overheid" vervangen door de woorden "bevoegde regionale overheid";

  39. in paragraaf 6, eerste lid, 2°, worden in de Nederlandstalige versie de woorden "gewestelijke overheid" vervangen door de woorden "regionale overheid".

  40. Een paragraaf 7 wordt toegevoegd, luidende:

    " § 7. Indien de onderdaan van een derde land een aanvraag tot vernieuwing van zijn vergunning voor een onderzoeker heeft ingediend, op basis van artikel 61/13 van de wet, en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT