Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones en van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones, de 21 juin 2022

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones

Artikel 1. Artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones, gewijzigd door het koninklijk besluit van 26 januari 2018, wordt aangevuld als volgt:

"19° elke drager met bewijskracht en vaste datum: hetzij verzending langs elektronische weg waarbij de ontvangst ervan door het personeelslid wordt bevestigd; hetzij overhandiging aan het personeelslid in ruil voor een door hem ondertekend ontvangstbewijs dat de datum van ontvangst vermeldt.".

Art. 2. In artikel 24 van hetzelfde besluit wordt het woord "meerdere" vervangen door de woorden "maximaal twee".

Art. 3. Artikel 26, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

"Onder beroepsactiviteit moet worden verstaan elke, op welke wijze ook bezoldigde, activiteit die niet inherent is aan de uitoefening van het ambt."

Art. 4. In artikel 35 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 november 2015, 9 mei 2016, 26 januari 2018 en 13 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. paragraaf 1, tweede lid, wordt aangevuld met de volgende zin:

    "De lichamelijke geschiktheidsproeven ter verlenging van het federaal geschiktheidsattest bedoeld in paragraaf 7 mogen worden afgelegd in een ander opleidingscentrum dan dat waar het oorspronkelijke federaal geschiktheidsattest werd behaald.";

  2. in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "37, § 1, 1° tot 6° " vervangen door de woorden "37, § 1, 1°, 2°, 4°, 5° en 6° "; de woorden "37/1, § 1, 1° tot 6° " door "37/1, § 1, 1°, 3° tot 6° " en de woorden "38, § 1, 1° tot 6° " door de woorden "38, § 1, 1° , 3° tot 6° ";

  3. paragraaf 6 wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "De kandidaten ontvangen een bewijs van deelname met vermelding "geslaagd" of "niet geslaagd" na elke module, met daarop de vermelding van de datum van het afleggen van de test.";

  4. het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 9, luidende:

    " § 9. De federale geschiktheidsattesten voor het basis-, midden- en hoger kader bedoeld in dit artikel zijn gelijkgesteld met de respectievelijke federale geschiktheidsattesten voor het basis-, midden- en hoger kader bedoeld in artikel 20 van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de civiele bescherming."

    Art. 5. In artikel 36, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018, worden de woorden "artikel 37/1, § 3, vierde lid" ingevoegd tussen de woorden "vermeld in artikel 37, § 2, vierde lid," en de woorden "of artikel 38, § 2, vierde lid".

    Art. 6. In artikel 38, § 1/1, van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 9 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  5. in het eerste lid wordt het woord "officier" telkens vervangen door de woorden "kapitein, majoor of kolonel";

  6. in het tweede lid wordt het woord "officier" vervangen door de woorden "kapitein, majoor of kolonel".

    Art. 7. In artikel 39 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 9 mei 2016 en 26 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  7. in de Nederlandse tekst van het eerste lid worden de woorden "hebben ondergaan" ingevoegd tussen het woord "onderzoek" en het woord "zoals";

  8. in het eerste lid worden de woorden "en die een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde betrekking gebaseerd op een uittreksel uit het strafregister afgeleverd binnen een termijn van drie maanden voorafgaand aan de datum van toelating tot de stage" ingevoegd tussen de woorden "op het werk" en het woord "worden";

  9. in het zesde lid worden de woorden " § 2" vervangen door de woorden " §§ 2 en 3";

  10. in het zesde lid worden de woorden "kan de totale stageperiode niet langer zijn dan drie jaar voor de beroepsstagiair en" vervangen door de woorden: "eindigt de stage van de beroepsstagiair ten laatste drie jaar na de start van de opleiding tot het behalen van het brevet bedoeld in het derde lid en kan de totale stageperiode niet langer zijn dan".

    Art. 8. Artikel 40 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:

    " § 3. Ingeval van ziekte van minimum twee weken van de stagiair vrijwilliger tijdens de aanwervingsstage, wordt de stage verlengd met de duur van de ziekte, die aangetoond wordt met een geneeskundig getuigschrift.

    Ingeval van zwangerschap van de stagiair vrijwilliger tijdens de aanwervingsstage, wordt de stage verlengd met de duur van de zwangerschap en de moederschapsrust, die aangetoond worden met een geneeskundig getuigschrift."

    Art. 9. Artikel 51, vijfde lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

    "Als de commandant voorstelt de benoeming niet te verlengen, wordt het voorstel, ten laatste drie maanden voor het verstrijken van de duur van zes jaar, tegelijk ter kennis gebracht aan de raad en aan de betrokkene. De betrokkene kan, per aangetekende brief of via elke andere drager met bewijskracht en vaste datum binnen één maand na de kennisname van het voorstel, verzoeken verhoord te worden door de raad. De raad organiseert het verhoor en beslist voor het einde van de benoeming. Betrokkene kan zich tijdens het verhoor laten bijstaan door een persoon naar keuze."

    Art. 10. In artikel 54, § 1, eerste zin, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018, worden de woorden "die voldoen aan de bevorderingsvoorwaarde met betrekking tot de graad" ingevoegd tussen de woorden "van de personeelsleden" en de woorden "via de website van de zone".

    Art. 11. In artikel 57, § 1, vierde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 9 mei 2016, wordt de eerste zin die aanvangt met de woorden "De jury" en eindigt met de woorden "kandidaten behoren", vervangen als volgt:

    "De jury is voor minstens de helft samengesteld uit onderofficieren of officieren die tot de zone of zones van de kandidaten behoren en bevat minstens één persoon die niet tot deze zone of zones behoort, wanneer het een bevordering tot korporaal betreft. In de andere gevallen is de jury voor minstens de helft samengesteld uit officieren, waarvan minstens één behoort tot de zone of zones van de kandidaten, en bevat de jury minstens één persoon die niet tot deze zone of zones van de kandidaten behoren."

    Art. 12. Artikel 59 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:

    " § 3. Ingeval van ziekte van minimum twee weken van de stagiair vrijwilliger tijdens de bevorderingsstage, wordt de stage verlengd met de duur van de ziekte, die aangetoond wordt met een geneeskundig getuigschrift.

    Ingeval van zwangerschap van de stagiair vrijwilliger tijdens de bevorderingsstage, wordt de stage verlengd met de duur van de zwangerschap en de moederschapsrust, die aangetoond worden met een geneeskundig getuigschrift."

    Art. 13. In Boek 5 van hetzelfde besluit wordt een titel 1/1 ingevoegd, die de artikelen 66/1 tot en met 66/2 bevat, luidende:

    "Titel 1/1. - DE VRIJWILLIGE TERUGZETTING IN GRAAD

    Art. 66/1. Op verzoek van het personeelslid kan de raad hem terugzetten in graad.

    De vrijwillige terugzetting in graad houdt een nieuwe benoeming in van het personeelslid in een lagere graad.

    Art. 66/2. § 1. Het verzoek tot terugzetting in graad wordt ingediend bij de raad door middel van een met redenen omkleed verzoek van het personeelslid.

    Het verzoek wordt bij aangetekende brief verzonden of via elke andere drager met bewijskracht en vaste datum en preciseert de gevraagde graad.

    § 2. De raad neemt zijn besluit binnen drie maanden na de indiening van het verzoek.

    In het besluit wordt de prestatievergoedingsschaal of de weddeschaal voor de nieuwe graad vastgesteld.

    Het besluit wordt ter kennis van de betrokkene gebracht bij aangetekende brief of via elke andere drager met bewijskracht en vaste datum."

    Art. 14. Artikel 83/4 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een derde lid, luidende:

    "Ingeval van zwangerschap van de stagiair vrijwilliger tijdens de mobiliteitsstage, wordt de stage verlengd met de duur van de zwangerschap en de moederschapsrust, die aangetoond worden met een geneeskundig getuigschrift."

    Art. 15. In artikel 83/5 van hetzelfde besluit worden de woorden "de artikelen 75 tot 82" vervangen door de woorden "de artikelen 75 tot en met 79 en de artikelen 81 tot en met 83".

    Art. 16. In boek 5, titel 2, hoofdstuk 1/1, van hetzelfde besluit wordt een artikel 83/6 ingevoegd, luidende:

    "Art. 83/6. Indien er een akkoord is zoals bedoeld in artikel 24, houdt de benoeming van het vrijwillig personeelslid in de oorspronkelijke zone niet op door de mobiliteit naar de ontvangende zone."

    Art. 17. Artikel 105 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "Het personeelslid wiens benoeming niet bevestigd werd geniet een beëindigingsvergoeding gelijk aan één keer de gemiddelde maandelijkse bezoldiging van tijdens de stage. De diverse premies en toelagen worden niet in rekening gebracht voor berekening van de beëindigingsvergoeding."

    Art. 18. In boek 5, titel 3, hoofdstuk 2, van hetzelfde besluit wordt een artikel 109/1 ingevoegd, luidende:

    "Art. 109/1. Indien het vrijwillig personeelslid kan blijven voldoen aan de woonplaats- of beschikbaarheidsverplichting van de oorspronkelijke zone, houdt zijn benoeming als vrijwilliger in de oorspronkelijke zone niet op door de professionalisering naar de andere zone, op voorwaarde dat betrokkene een cumulaanvraag overeenkomstig artikel 26, § 2, indient bij de andere zone en deze wordt ingewilligd."

    Art. 19. Artikel 114 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden ", uitgezonderd artikel 150".

    Art. 20. In artikel 115, tweede lid en 120 van hetzelfde besluit...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT