Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 betreffende de roerende voorheffing, de 5 juillet 2022

Artikel 1. In artikel 106 van het KB/WIB 92, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 augustus 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in paragraaf 6bis, worden de woorden "en in § 6, tweede lid" vervangen door de woorden ", in § 6, tweede lid en in § 6ter, tweede lid";

  2. een paragraaf 6ter wordt ingevoegd, luidende:

    " § 6ter. Van de inning van de roerende voorheffing wordt volledig afgezien met betrekking tot dividenden waarvan de schuldenaar een binnenlandse vennootschap is en waarvan de verkrijger een alternatieve instelling voor collectieve belegging is, die opgericht is in de vorm van een vennootschap met rechtspersoonlijkheid, en die in het buitenland erkend is als Europese langetermijnbeleggingsinstelling overeenkomstig Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen.

    De verzaking is evenwel niet van toepassing indien het aandelenbezit van de vennootschap uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald niet het in § 6bis vermelde minimumpercentage van het kapitaal van de binnenlandse vennootschap vertegenwoordigt en die minimumdeelneming niet gedurende een ononderbroken periode van ten minste één jaar wordt of werd behouden.

    Voor de toepassing van deze paragraaf wordt voor de vaststelling van de minimumdeelneming in het kapitaal van de dochteronderneming ten name van de overdrager, van de pandgever of van de leninggever geen rekening gehouden met de aandelen die, op het ogenblik waarop de inkomsten toegekend of betaalbaar gesteld zijn, het voorwerp zijn van een zakelijke zekerheidsovereenkomst of van een lening met betrekking tot deze aandelen.";

  3. in paragraaf 7, eerste lid, worden de worden ", een Europese langetermijnbeleggingsinstelling" ingevoegd tussen de woorden "een beleggingsvennootschap bedoeld in de artikelen 190, 195, 285, 288 en 298 van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders" en de woorden "of een gereglementeerde vastgoedvennootschap,".

    Art. 2. In artikel 116 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 mei 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  4. in de inleidende zin worden de woorden ", aan Europese langetermijnbeleggingsinstellingen" ingevoegd tussen de woorden "beleggingsvennootschappen" en "of aan gereglementeerde vastgoedvennootschappen";

  5. Een bepaling onder 2° bis wordt ingevoegd...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT