Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage IIIbis van het KB/WIB 92 op het stuk van de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing als bedoeld in artikel 2751, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de 17 décembre 2021
Artikel 1. In de bijlage IIIbis van het KB/WIB 92, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2006, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 juli 2009 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 maart 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
de code "44 overuren (art. 2751, vierde lid, tweede streepje, en zevende lid, WIB 92)" wordt vervangen door de code "44 overuren (art. 2751, vierde lid, tweede streepje, en zesde lid, WIB 92)";
-
de code "45 overuren (art. 2751, vierde lid, eerste streepje, en zevende lid, WIB 92)" wordt vervangen door de code "45 overuren (art. 2751, vierde lid, eerste streepje, en zesde lid, WIB 92)";
-
de bijlage wordt aangevuld met twee codes, luidende:
"58 overuren (art. 2751, vierde lid, tweede streepje, en zevende lid, WIB 92);
59 overuren (art. 2751, vierde lid, eerste streepje, en zevende lid, WIB 92)".
Art. 2. Artikel 1, 1° en 2°, heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021 en is van toepassing op de vanaf diezelfde datum betaalde of toegekende bezoldigingen.
Artikel 1, 3°, heeft uitwerking vanaf 1 juli 2021 en is van toepassing op de vanaf diezelfde datum betaalde of toegekende bezoldigingen.
Art. 3. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Handtekening
Gegeven te Brussel, 17 december 2021.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
V. VAN PETEGHEM
Aanhef
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de artikelen 300, § 1, en 312;
Gelet op de wet van 2 mei 2019 houdende diverse fiscale bepalingen 2019-I, artikel 49;
Gelet op het KB/WIB 92;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 26 november 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 13 december 2021;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende:
- dat in het kader van de uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022 het aantal uren overwerk met overwerktoeslag waarvoor een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing kan worden verleend, tijdelijk is verhoogd van 130 tot 180 uren per jaar voor alle sectoren;
- dat deze verhoging geldt voor het overwerk dat vanaf 1 juli 2021 wordt gepresteerd;
- dat de schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing zo snel mogelijk rekening moet kunnen houden met die verhoging van het aantal uren overwerk waarvoor een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing kan worden verleend om zo het aantal correcties te beperken;
- dat de schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing zo snel mogelijk op de hoogte moeten worden gebracht van welke codes ze voor deze maatregel moeten gebruiken in de tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing die ze bij toepassing van artikel 952, KB/WIB 92 moeten indienen;
- dat dit besluit dus dringend moet worden getroffen;
Op de voordracht van de minister van Financiën,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Verslag aan de Koning
VERSLAG AAN DE KONING
Sire,
Voor de toepassing van de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing, moeten de schuldenaars van de voorheffing een tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing indienen. In die tweede aangifte moeten ze aan de hand van de in bijlage IIIbis bij het KB/WIB 92 opgenomen codes aangegeven van welke maatregel ze willen gebruik maken.
In het kader van de jobsdeal werd het aantal overuren waarvoor een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing kan worden verleend, verhoogd van 130 naar 180 uren voor 2019 en 2020 (artikel 2751, zevende lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) zoals ingevoegd bij de wet van 23 maart 2019 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal). Voor de toepassing van deze maatregel werd in de omschrijving van de codes 44 en 45 in de bijlage IIIbis van het KB/WIB 92, die in beginsel worden gebruikt voor het basiscontingent van 130 uren overwerk, een verwijzing naar artikel 2751, zevende lid, WIB 92 ingevoegd (artikel 1, 1° en 2°, van het koninklijk besluit van 29 augustus 2019 tot wijziging van de bijlage IIIbis, KB/WIB 92 op het stuk van de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing als bedoeld in artikel...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI