Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juni 2004 tot bepaling van uitvoeringsmaatregelen van de wet van 7 mei 2004 inzake experimenten op de menselijke persoon voor wat betreft klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik, de 2 décembre 2021

Artikel 1. In artikel 32/1 van het koninklijk besluit van 30 juni 2004 tot bepaling van uitvoeringsmaatregelen van de wet van 7 mei 2004 inzake experimenten op de menselijke persoon voor wat betreft klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik, ingevoegd bij koninklijk besluit van 20 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. het woord "ontvang" wordt vervangen door het woord "ontvangt";

  2. het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende:

    "Vanaf het jaar 2020, bedraagt het in het eerste lid bedoelde bedrag 10.796.489 euro.

    Het FAGG wordt gemachtigd om in het jaar 2021 twee bijkomende dossierbeheerders, niveau A1, en één bijkomende administratief expert, niveau B, voltijds aan te werven, voor de behandeling van de aanvragen verricht in het kader van de pilootprojecten bedoeld in artikel 34/1, § 1, van de wet van 7 mei 2004 inzake experimenten op de menselijke persoon. De kost van deze aanwerving wordt gedekt door de in het eerste en tweede lid bedoelde bedragen.".

    Art. 2. In artikel 32/3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 20 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. in het eerste lid, worden de woorden "van rechtswege" ingevoegd tussen de woorden "worden jaarlijks" en de woorden "aangepast aan";

  4. in het derde lid, worden de woorden "worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en" opgeheven.

    Art. 3. In artikel 32/4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 20 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  5. in de bepaling onder 1°, worden de woorden "artikel 32/1" vervangen door de woorden "de artikelen 32/1 en 32/2";

  6. het artikel wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende:

    "4° voor het jaar 2021, van de reële personeelskost van de in artikel 32/1, derde lid bedoelde ambtenaren, in zoverre deze effectief werden aangeworven. De maximumkost verbonden aan de aanwerving van deze ambtenaren, wordt vastgelegd op 370.266 euro."

  7. het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "Indien de som van de bedragen bedoeld in het eerste lid het bedrag bedoeld in artikel 32/1 overschrijden, dan wordt het bedrag van deze overschrijding toegekend, via de kredieten bedoeld in artikel 13, § 1, 1°, van de wet van 20 juli 2006 betreffende de oprichting en de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT