Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 februari 2003 tot vrijstelling van bepaalde categorieën van vreemdelingen van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart voor de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit, wat de Brexit betreft, de 30 mai 2021
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 3 februari 2003 tot vrijstelling van bepaalde categorieën van vreemdelingen van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart voor de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 september 2006, wordt aangevuld met een bepaling onder 14°, luidende:
"14° de begunstigden van het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2019/C 384 I/01, Pb., 2020, L 29/7) bedoeld in artikel 1, § 1, 31°, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen die de voorwaarden naleven voorzien door artikel 47/5 van dezelfde wet.".
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.
Art. 3. De minister bevoegd voor Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Handtekening
Gegeven te Brussel, 30 mei 2021.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Middenstand,
D. CLARINVAL
Aanhef
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 februari 1965 betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen, artikel 2, vervangen bij de wet van 2 februari 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 februari 2003 tot vrijstelling van bepaalde categorieën van vreemdelingen van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart voor de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 februari 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 24 maart 2021;
Gelet op advies 69.119/1 van de Raad van State, gegeven op 23 april 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat, ten gevolge van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie werd onderhandeld en aangenomen door beide partijen. Dat het in werking is getreden op 31 januari 2020 om middernacht. Dat het een overgangsperiode voorzag die eindigde op 31 december 2020 om middernacht. Dat het, in verband met de vraag inzake...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI