Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten met het oog op de omzetting van de technische pijler van het vierde spoorwegpakket, de 2 mars 2021

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Dit besluit strekt tot gedeeltelijke omzetting van de richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 26 januari 2006 tot oprichting van een nationale Autoriteit voor de beveiliging van het spoorwegvervoer en houdende diverse maatregelen voor de beveiliging van het intermodaal vervoer

Art. 2. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 26 januari 2006 tot oprichting van een nationale Autoriteit voor de beveiliging van het spoorwegvervoer en houdende diverse maatregelen voor de beveiliging van het intermodaal vervoer, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 maart 2016, worden de woorden "een veiligheidscertificaat deel B" vervangen door de woorden "een uniek veiligheidscertificaat".

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2010 tot bepaling van de maatregelen te nemen door de veiligheidsinstantie in geval van niet-naleving van de procedure van de " EG "-verklaring van conformiteit of in geval van niet-conformiteit van interoperabiliteitsonderdelen

Art. 3. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 december 2010 tot bepaling van de maatregelen te nemen door de veiligheidsinstantie in geval van niet-naleving van de procedure van de " EG "-verklaring van conformiteit of in geval van niet-conformiteit van interoperabiliteitsonderdelen wordt vervangen als volgt:

"Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie.".

Art. 4. Artikel 5, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 september 2015, wordt vervangen als volgt:

"Als de veiligheidsinstantie, overeenkomstig artikel 166 van de Spoorcodex, vaststelt dat een interoperabiliteitsonderdeel dat voorzien is van de "EG"-verklaring van conformiteit of geschiktheid voor gebruik en in de handel is gebracht, de naleving van de essentiële eisen in gevaar dreigt te brengen indien het conform zijn bestemming wordt gebruikt, kan zij het toepassingsgebied van dat onderdeel beperken, het gebruik ervan verbieden of het uit de handel nemen.".

Art. 5. Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 september 2015, wordt vervangen als volgt:

"Art. 6. Als de aanmeldende instantie, overeenkomstig artikel 167 van de Spoorcodex, door de veiligheidsinstantie op de hoogte wordt gebracht dat een interoperabiliteitsonderdeel dat voorzien is van de "EG"-verklaring van conformiteit of geschiktheid voor gebruik niet conform blijkt te zijn aan de essentiële eisen, kan zij ten aanzien van de entiteit die de verklaring heeft opgesteld de maatregelen bedoeld in artikel 4/1 van het koninklijk besluit van 8 december 2013 tot bepaling van de nadere regels voor het indienen van een erkenningsdossier, de procedure voor de toekenning van de erkenning en de regels inzake controle, schorsing en intrekking van de erkenning van de instanties bedoeld in artikel 202 van de Spoorcodex, nemen.".

HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2013 tot bepaling van de nadere regels voor het indienen van een erkenningsdossier, de procedure voor de toekenning van de erkenning en de regels inzake controle, schorsing en intrekking van de erkenning van de instanties bedoeld in artikel 201 van de Spoorcodex

Art. 6. In het opschrift van het koninklijk besluit van 8 december 2013 tot bepaling van de nadere regels voor het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT