Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 oktober 2006 tot bepaling van de berekening- en inningwijze van de bijdrage voor APETRA, de 12 juin 2020
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 4 oktober 2006 tot bepaling van de berekening- en inningwijze van de bijdrage voor APETRA, wordt paragraaf 1 aangevuld met een lid, luidende :
"Vanaf het derde kwartaal 2020 en in voorkomend geval in afwijking van het eerste lid en in afwijking van § 2, bedraagt de bijdrage bedoeld in artikel 18, § 1, van de wet steeds minimaal :
-
voor de categorie 1 : 7.22 euro/1000 liter;
-
voor de categorie 2 : 7.61 euro/1000 liter;
-
voor de categorie 3 : 6.60 euro / ton."
Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3. De Minister bevoegd voor Financiën, de Minister bevoegd voor Energie en de Minister bevoegd voor Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Handtekening
Gegeven te Brussel, 12 juni 2020.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
-
DE CROO
De Minister van Energie,
-
C. MARGHEM
De Minister van Economie,
-
MUYLLE
Aanhef
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 26 januari 2006 betreffende de aanhouding van verplichte voorraden aardolie en aardolieproducten en de oprichting van een agentschap voor het beheer van een deel van deze voorraad en tot wijziging van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controles daarop, artikel 18, § 4;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 oktober 2006 tot bepaling van de berekening- en inningwijze van de bijdrage voor APETRA;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 juni 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 4 juni 2020;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende de hoogdringendheid ingevolge het feit dat het absoluut noodzakelijk is dat dit besluit in werking treedt voorafgaand aan 15 juni 2020, het tijdstip waarop het bedrag van de bijdrage moet worden vastgelegd en bekend gemaakt met betrekking tot het derde trimester 2020, dat de COVID-19 crisis een moeilijk voorzienbare en meetbare impact heeft wat betreft de prijzen alsook het verbruik van aardolieproducten en dat een latere inwerkingtreding meer dan waarschijnlijk een retroactieve werking van dit besluit...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI