Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de inkomsten uit de deeleconomie, de 3 juillet 2019

Artikel 1. Het opschrift van hoofdstuk I, afdeling XVIII/1 van het KB/WIB 92, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 januari 2017, wordt vervangen als volgt:

"Afdeling XVIII/1 - Deeleconomie - Voorwaarden tot toekenning en behoud van de erkenning van elektronische platformen - Jaarlijks door de erkende elektronische platformen op te stellen document (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 90, tweede lid)".

Art. 2. In artikel 53/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 januari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in paragraaf 1, derde lid, 1°, worden in de bepaling onder e) de woorden "de in artikel 92/1 bedoelde document" vervangen door de woorden "het in artikel 53/3 bedoelde document";

  2. in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "in artikel 90, § 1, eerste lid, vermelde verplichtingen" vervangen door de woorden "in artikel 53/3 vermelde verplichting;

  3. paragraaf 2, eerste lid, wordt aangevuld met de woorden "of niet nakomt binnen een periode van drie jaar vanaf het jaar waarin hij zijn in artikel 90, § 1, eerste lid, verplichtingen met betrekking tot het inkomstenjaar 2017 niet vrijwillig is nagekomen.";

  4. paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "De erkenning kan eveneens worden ingetrokken op vraag van de begunstigde van de erkenning.".

    Art. 3. In hoofdstuk I, afdeling XVIII/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 januari 2017, wordt een artikel 53/3 ingevoegd, luidende:

    "Art. 53/3. § 1. Bij het einde van elk jaar stelt de vennootschap of VZW waarbinnen een overeenkomstig de artikelen 53/1 en 53/2, § 1, erkend platform is ingericht, met inbegrip van de vennootschap of VZW waarbinnen een platform werd ingericht waarvan de erkenning overeenkomstig artikel 53/2, § 2, gedurende dat jaar werd ingetrokken, voor iedere verkrijger van in artikel 90, eerste lid, 1° bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde inkomsten een fiche op waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde wordt vastgesteld, en waarin de volgende gegevens worden vermeld:

  5. de identiteit van de verkrijger van de inkomsten en zijn fiscaal nummer;

  6. de datum van aanvang of van stopzetting van zijn activiteit;

  7. de omschrijving van de door de verkrijger geleverde diensten;

  8. het bruto bedrag van de vergoedingen als bedoeld in artikel 90, eerste lid, 1° bis, van het hiervoor vermelde Wetboek, desgevallend opgesplitst volgens de aard van de verrichte dienst;

  9. desgevallend, het bedrag en de aard van eventuele ingehouden sommen, desgevallend opgesplitst volgens de aard van de verrichte dienst.

    De verkrijger van de inkomsten wordt geïdentificeerd aan de hand van:

    1. zijn fiscaal nummer, zijnde het rijksregisternummer van de verkrijger of, voor niet-inwoners die geen rijksregisternummer hebben, het bis-identificatienummer toegekend door de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid;

    2. wanneer de verkrijger niet over een fiscaal nummer beschikt, zijn geboortedatum, voornaam en naam en volledige adres.

    Voor de in het eerste lid, 3°, bedoelde omschrijving van de geleverde diensten, worden één of meer omschrijvingen gebruikt die in een lijst zijn vermeld die door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde wordt vastgesteld.

    § 2. De in paragraaf 1 vermelde fiches worden vóór 1 maart van het jaar na het inkomstenjaar langs elektronische weg ingediend bij de administratie die instaat voor de vestiging van de inkomstenbelasting en langs elektronische weg of op papier bezorgd aan de verkrijger van de inkomsten.

    § 3. De in paragraaf 1 vermelde fiches voor het inkomstenjaar 2018 vermelden tevens het bedrag van de bedrijfsvoorheffing die overeenkomstig de artikelen 86, tweede lid en 87, 2° bis zoals ze bestonden vooraleer ze werden opgeheven bij het koninklijk besluit van [datum van dit besluit] en hoofstuk VII, afdeling 1/1 van de bijlage III bij dit besluit, zoals dat bestond vooraleer het werd vervangen bij het koninklijk besluit van 7 december 2018 werd ingehouden op de in paragraaf 1, eerste lid, 4°, bedoelde vergoedingen die voor dat inkomstenjaar werden betaald of toegekend.

    In afwijking van paragraaf 2, kunnen de in het eerste lid vermelde fiches met betrekking tot de in artikel 90, eerste lid, 1° bis van het voormelde Wetboek vermelde inkomsten tot 14 augustus 2019 langs elektronische weg worden ingediend bij de administratie die instaat voor de vestiging van de inkomstenbelasting en langs elektronische weg of op papier worden bezorgd aan de verkrijger van de inkomsten.".

    Art. 4. In artikel 86 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 januari 2017, wordt het tweede lid opgeheven.

    Art. 5. In artikel 87 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 augustus 1993, 22 oktober 1993, 10 januari 1997, 20 mei 1997, 5 december 1997, 24 juni 1999, 14 april 2009, 4 maart 2013, 12 januari 2017 en 22 mei 2017, wordt de bepaling onder 2° bis opgeheven.

    Art. 6. Artikel 92/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 januari 2017, wordt opgeheven.

    Art. 7. De artikelen 3 en 6 zijn van toepassing op de inkomsten die worden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2018.

    De artikelen 4 en 5 zijn van toepassing op de inkomsten die worden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2019.

    Art. 8. De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.

    Handtekening

    Gegeven te Brussel, 3 juli 2019.

    FILIP

    Van Koningswege :

    De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,

    1. DE CROO

      Aanhef

      FILIP, Koning der Belgen,

      Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

      Gelet op de Grondwet, artikel 108;

      Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992:

      - artikel 90, tweede lid, ingevoegd bij programmawet van 1 juli 2016 en gewijzigd bij de wet van 18 december 2016;

      - artikel 271, gewijzigd bij de wet van 6 juli 1994, het koninklijk besluit van 20 december 1996 en de wetten van 24 december 2002, 22 december 2008 en 26 december 2015;

      Gelet op het KB/WIB 92;

      Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 1 februari 2019;

      Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 5 juni 2019;

      Gelet op advies 66.101/3 van de Raad van State, gegeven op 4 juni 2019 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

      Overwegende de wet van 18 juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie;

      Op de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT