Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 december 2009 houdende regeling van de operationele diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën, de 17 janvier 2019

Artikel 1. Artikel 4 van het koninklijk besluit van 3 december 2009 houdende regeling van de operationele diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 april 2014, wordt vervangen als volgt :

"Art. 4. De Algemene administratie van de inning en de invordering wordt belast met :

  1. de uitvoering van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de inning en de invordering van de belastingen, rechten en gelijkgestelde belastingen bedoeld in artikel 2. Zij verzekert slechts, voor elk gewest, de inning en de invordering van de belastingen bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 5°, 10°, 11° en 12° van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, voor zover de dienst van deze belastingen niet werd overgenomen door het betrokken gewest;

  2. de toewijzing van de ontvangsten voor orde ten bate van de provinciën, de gemeenten en agglomeraties van gemeenten, na aftrek van de ontheffingen die voor hun rekening werden vereffend in de loop van de maand van de inning van deze ontvangsten;

  3. de behandeling van de teruggaven van de belastingen, rechten en gelijkgestelde belastingen bedoeld in artikel 2 en van de teruggaven met betrekking tot de ontvangsten bedoeld onder 6° tot 9° ;

  4. de betaling van de onder 3° bedoelde teruggaven die niet werden uitgevoerd omwille van juridische of administratieve redenen;

  5. de betaling van de onder 3° bedoelde teruggaven die werden uitbetaald doch die terugkeren op de financiële rekening van de centraliserend rekenplichtige;

  6. de uitvoering van Titel III van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, voor wat betreft de inning en de invordering van het rolrecht;

  7. de inning en de invordering van alle niet-fiscale schuldvorderingen van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten en de instellingen die ervan afhangen, waarmee ze belast is door of krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling of waarvoor geen enkele andere overheid uitdrukkelijk bevoegd werd verklaard.

    Tot deze niet-fiscale schuldvorderingen behoren in het bijzonder :

    - de penale boeten en de gerechtskosten;

    - de minnelijke schikkingen tot uitdoving van de publieke strafvordering;

    - de invorderingen voor rekening van derden;

    - de door de Staat in debet vereffende rechten en voorschotten gedaan in uitvoering van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand;

    - de in debet begrote rechten en andere kosten in het kader van de pro deo procedure voor de Raad van State;

    - de diverse en toevallige baten;

  8. de uitvoering van de taken van de Dienst voor alimentatievorderingen, opgericht...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT