Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juni 2016 houdende de elektronische communicatie overeenkomstig artikel 32ter van het Gerechtelijk Wetboek, de 9 octobre 2018

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen

Artikel 1. In artikel 1, 2° van het Koninklijk besluit van 16 juni 2016 houdende de elektronische communicatie overeenkomstig artikel 32ter van het Gerechtelijk Wetboek worden de woorden "de neerlegging van conclusies, van het memories en stukken," vervangen door de woorden "de neerlegging van conclusies, memories en stukken, alsmede de begeleidende brieven bij de conclusies, memories en stukken".

Art. 2. In artikel 6 van het hetzelfde besluit worden de woorden "alsmede de begeleidende brieven bij de conclusies, memories en stukken," ingevoegd tussen de woorden "Conclusies, memories en stukken," en de woorden "kunnen in een bestaande zaak,".

Art. 3. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. Het enige huidige lid wordt paragraaf 1;

  2. Het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende :

    "In geval van het ontbreken of het disfunctioneren van het e-Deposit systeem, kan het e-Box systeem worden gebruikt voor de communicatie bedoeld in artikel 6.".

    Art. 4. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. het eerste lid wordt paragraaf 1;

  4. het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende:

    " § 2. Om de in de artikelen 3, derde lid en 7, derde lid beoogde doelstellingen, en in het bijzonder de controle van de hoedanigheid, te bereiken, kan de Minister van Justitie opleggen dat de toegang tot de in artikel 1 voorziene informaticasystemen, voor alle communicatie van en naar de in de eerste paragraaf van artikel 32ter van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde personen geschiedt via de informaticasystemen die door de beroepsorganisaties of de door hen aangestelden beheerd worden.".

    HOOFDSTUK 2. - Inwerkingtreding, toepassing en uitvoering

    Art. 5. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

    Art. 6. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

    Handtekening

    Gegeven te Brussel, 9 oktober 2018.

    FILIP

    Van Koningswege :

    De Minister van Justitie,

    K. GEENS

    Aanhef

    FILIP, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op artikel 32ter van het Gerechtelijk wetboek;

    Gelet op het Koninklijk besluit van 16 juni 2016 houdende de elektronische communicatie overeenkomstig artikel 32ter van het Gerechtelijk Wetboek;

    Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de algemene ingebruikname van het DPA-Deposit systeem door de leden van de advocatuur, opgelegd bij het voorgelegde besluit, impliceert dat het systeem zonder problemen grote volumes aan neerleggingen zal moeten verwerken voor verschillende hoven en rechtbanken;

    Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 9 juli 2018;

    Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 27 juli 2018;

    Gelet op het advies 64.124/2 van de Raad van State, gegeven op 1 augustus 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

    Gelet op het advies nr. 78/2018 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 5 september 2018;

    Op de voordracht van Onze Minister van Justitie,

    Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

    Verslag aan de Koning

    VERSLAG AAN DE KONING

    Sire,

    Binnen het huidig wettelijk kader dat de elektronische communicatie tussen de verschillende actoren in het juridisch bestel regelt, en omwille van de specificiteit van het beroep, is er voor advocaten een noodzaak aan een systeem dat de identiteit en de kwalificatie van de verzender en de ontvanger garandeert. Daartoe is het wenselijk om een koninklijk besluit uit te vaardigen dat een informatie- en communicatiesysteem bepaalt, specifiek en exclusief voorbehouden aan advocaten.

    De wet van 19 oktober 2015 houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie voegt met artikel 3, artikel 32ter in het Gerechtelijk Wetboek in.

    Artikel 32ter, tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek geeft de bevoegdheid aan de Koning om het gebruik van een door Hem aangeduid informaticasysteem op te leggen aan de in hetzelfde artikel vermelde actoren.

    Het is daarom wenselijk om de mogelijkheid te voorzien om een informaticatoepassing op te leggen, specifek voor advocaten, in de mate dat die meer waarborgen en functies biedt die noodzakelijk zijn voor hun beroepsuitoefening.

    Het ontwerp van Koninklijk besluit dat ter goedkeuring wordt voorgelegd, wil de gebruiksvoorwaarden wijzigen van de elektronische systemen (zoals omschreven in het koninklijk besluit van 16 juni 2016) door actoren van Justitie, middels Ministerieel besluit, te verplichten enkel te connecteren via daartoe aangeduide informaticasystemen die beheerd worden door de betrokken beroepsorganisatie.

    In casu wordt bij Ministerieel Besluit het toegangsbeheer voor de neerlegging van stukken in e-Deposit door advocaten toevertrouwd aan het DPA-deposit...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT