Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen en strekkende tot het vermijden van situaties die tot een potentieel passief aan radioactief afval en aan te ontmantelen installaties aanleiding kunnen geven, de 29 mai 2018

Artikel 1. Dit besluit draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval.

Art. 2. Artikel 2, 3° van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen wordt aangevuld met de volgende definities :

"

- verhoogd toezicht : een tijdelijk regime van verhoogde frequentie van toezichtactiviteiten. Dergelijke activiteiten worden beschouwd als bijkomende buitengewone prestaties bedoeld in artikel 31, § 3 van de wet van 15 april 1994;

- langdurige onderbreking van activiteiten : een periode van inactiviteit van een installatie of onderbreking van een vergunde activiteit, die de voorziene periode van stilstand bij normale uitbating of bij te voorziene bedrijfsincidenten overstijgt en die tot bijkomende veiligheidsmaatregelen kan noodzaken om de veiligheid en de beveiliging bij stilstand of heropstart te waarborgen."

Art. 3. Artikel 5.4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

"Artikel 5.4 Overdracht van vergunningen

5.4.1 Inrichtingen van klasse I

De vergunningen verleend in toepassing van de artikelen 6 en 17, kunnen geheel of gedeeltelijk door Ons van de ene exploitant naar de andere worden overgedragen.

In het geval van een gedeeltelijke overdracht doet de huidige exploitant, in toepassing van artikel 12, een aangifte van wijziging van zijn inrichting.

De overnemer stuurt de aanvraag voor overdracht, vergezeld van het akkoord van de huidige exploitant aan het Agentschap. Het Agentschap meldt de ontvangst ervan.

In deze aanvraag voor overdracht moeten de wijzigingen aan de inlichtingen en bescheiden zoals beschreven in het veiligheidsrapport en opgesomd in artikelen 6 of 17, naar gelang het geval, met betrekking tot de overnemer worden vermeld. In de aanvraag voor overdracht dient de overnemer aan te tonen dat hij in staat is de bestaande vergunningsvoorwaarden na te leven, evenals de wijze waarop dit gerealiseerd wordt.

Met betrekking tot de overdracht vraagt het Agentschap het advies aan NIRAS inzake de aspecten die betrekking hebben op diens bevoegdheden. NIRAS beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het dossier of vanaf het bekomen van bijkomende informatie indien het hierom verzoekt, of binnen een langere termijn die het dient te rechtvaardigen, om haar gemotiveerd advies met betrekking tot de overdracht mee te delen.

Wanneer NIRAS binnen de voorziene termijn geen advies verleent, wordt aangenomen dat de overdracht wat haar betreft geen aanleiding geeft tot opmerkingen.

Indien het Agentschap van oordeel is dat een wijziging van de vergunningsvoorwaarden nodig is, dan is artikel 13 van toepassing. Indien de aanvraag van overdracht wijzigingen van de vergunde inrichting omvat, dan is artikel 12 van toepassing.

Indien het Agentschap oordeelt dat de overnemer niet aan de vergunningsvoorwaarden en de bepalingen van de reglementering inzake de bescherming tegen ioniserende stralingen en aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 november 2011 houdende veiligheidsvoorschriften voor kerninstallaties, kan voldoen, informeert het hierover de overnemer per aangetekende brief. De overnemer beschikt over een periode van dertig kalenderdagen vanaf de kennisgeving om eventuele opmerkingen in te dienen en waarbij hij het recht heeft om gehoord te worden door de Wetenschappelijke Raad, indien hij binnen dezelfde termijn een verzoek daartoe indient. Rekening houdende met de gemaakte opmerkingen van de overnemer, en in voorkomend geval met het advies van de Wetenschappelijke Raad, zal het Agentschap een definitieve beslissing voorstellen.

Onze beslissing, in de vorm van besluit getroffen, wordt mede ondertekend door de Minister tot wiens bevoegdheid de Binnenlandse Zaken behoren. De kennisgeving van de beslissing gebeurt conform artikel 6.8. Het Agentschap brengt de Wetenschappelijke Raad op de hoogte van Onze beslissing.

5.4.2 Overige inrichtingen en vergunningen verleend in toepassing van artikel 18

De vergunningen verleend in toepassing van de artikelen 7, 8, 9, 17 en 18 kunnen, geheel of gedeeltelijk, door het Agentschap van de ene exploitant naar de andere worden overgedragen.

In het geval van een gedeeltelijke overdracht doet de huidige exploitant, in toepassing van artikel 12, een aangifte van wijziging van zijn inrichting.

De overnemer stuurt de aanvraag voor overdracht, vergezeld van het akkoord van de huidige exploitant aan het Agentschap. Het Agentschap meldt de ontvangst ervan.

In deze aanvraag voor overdracht moeten de wijzigingen aan de inlichtingen en bescheiden opgesomd in artikel 7, 8, 9, 17 of 18, naar gelang het geval, met betrekking tot de overnemer worden vermeld. In de aanvraag voor overdracht dient de overnemer aan te tonen dat hij in staat is de bestaande vergunningsvoorwaarden na te leven, evenals de wijze waarop dit zal gerealiseerd worden.

Met betrekking tot de overdracht van de inrichtingen van klasse II vermeld in de artikelen 3.1, b), 1 en 3.1, b), 2 wint het Agentschap het advies van NIRAS in, inzake de aspecten die betrekking hebben op diens bevoegdheden. Voor de overige inrichtingen kan het Agentschap dergelijk advies eveneens inwinnen. Het advies van NIRAS wordt niet gevraagd voor de inrichtingen waar uitsluitend toestellen gebruikt worden die röntgenstralen voortbrengen.

NIRAS beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het dossier of vanaf het bekomen van bijkomende informatie indien het hierom verzoekt, of binnen een langere termijn die het dient te rechtvaardigen, om haar gemotiveerd advies met betrekking tot de overdracht mee te delen.

Wanneer NIRAS binnen de voorziene termijn geen advies verleent, wordt aangenomen dat de overdracht wat haar betreft geen aanleiding geeft tot opmerkingen.

Indien het Agentschap van oordeel is dat een wijziging van de vergunningsvoorwaarden nodig is, dan is artikel 13 van toepassing. Indien het voorstel van overdracht wijzigingen van de vergunde inrichting omvat, dan is artikel 12 van toepassing.

Het Agentschap neemt een beslissing binnen een termijn van dertig kalenderdagen vanaf het bekomen van de aanvraag voor overdracht, desgevallend vanaf het bekomen van het advies van NIRAS. De kennisgeving van de beslissing gebeurt conform artikel 7.5, 8.4 of 9.5, naar gelang het geval.

Indien het Agentschap oordeelt dat de overnemer niet aan de vergunningsvoorwaarden en de bepalingen van de reglementering inzake de bescherming tegen ioniserende stralingen kan voldoen, informeert het de overnemer hierover binnen dezelfde termijn per aangetekende brief en waarbij het verduidelijkt dat hij het recht heeft om gehoord te worden binnen een termijn van dertig kalenderdagen vanaf de kennisgeving.

De overnemer kan tegen de beslissing van het Agentschap beroep aan tekenen conform artikel 7.7, 8.6 of 9.6, naar gelang het geval."

Art. 4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 5.4bis ingevoegd, luidende :

"Artikel 5.4bis Inrichtingen onder curatele of geplaatst onder voorlopige bewindvoering

In geval van een faillissement of bij een onderneming in financiële of economische moeilijkheden, brengen de door de gerechtelijke autoriteiten aangestelde curatoren of voorlopige bewindvoerders het Agentschap hiervan onverwijld op de hoogte per aangetekende brief. Zij verwittigen tevens NIRAS, behoudens indien het gaat om een inrichting waar uitsluitend toestellen gebruikt worden die röntgenstralen voortbrengen.

Bij een ontbinding van een rechtspersoon brengen de vereffenaars het Agentschap onverwijld op de hoogte per aangetekende brief. Zij verwittigen tevens NIRAS, behoudens indien het gaat om een inrichting waar uitsluitend toestellen gebruikt worden die röntgenstralen voortbrengen.

Vanaf het ogenblik van hun aanstelling worden zij beschouwd als exploitant van de inrichting en onderwerpt het Agentschap de inrichting aan een verhoogd toezicht.

Het Agentschap wint het advies van NIRAS in, inzake de aspecten die betrekking hebben op diens bevoegdheden. NIRAS geeft haar gemotiveerd advies uiterlijk binnen de dertig kalenderdagen vanaf de schriftelijke vraag om advies, of binnen een langere termijn die het dient te rechtvaardigen.

Het advies van NIRAS wordt niet gevraagd voor de inrichtingen waar...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT