Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten op het vlak van overheidsopdrachten en concessies en tot aanpassing van een drempel in de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, de 15 avril 2018

HOOFDSTUK 1. - Aanpassing van een drempel in de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies

Artikel 1. In artikel 29, § 1, eerste lid, van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, gewijzigd bij de wet van 16 februari 2017, wordt het bedrag "85.000 euro" vervangen door het bedrag "144.000 euro" en wordt het bedrag "170.000 euro" vervangen door het bedrag "443.000 euro".

Art. 2. In artikel 61, eerste lid, van dezelfde wet, wordt het bedrag "8.500 euro" vervangen door het bedrag "30.000 euro".

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 2010 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen in het kader van overheidsopdrachten

Art. 3. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 december 2010 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen in het kader van overheidsopdrachten, gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 februari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt :

    "1° wet overheidsopdrachten : de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;";

  2. de bepaling onder 2° wordt opgeheven ;

  3. de bepaling onder 3° wordt opgeheven.

    Art. 4. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  4. de woorden " overheidsopdrachten en de opdrachten" worden telkens vervangen door de woorden "overheidsopdrachten";

  5. in het eerste lid worden de woorden "aanbestedende instantie" vervangen door het woord "aanbesteder".

    Art. 5. In artikel 4 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  6. de woorden "overheidsopdrachten of opdracht" worden vervangen door het woord "overheidsopdracht";

  7. de woorden "aanbestedende instantie" worden vervangen door het woord "aanbesteder".

    Art. 6. In de artikelen 5 en 6 van hetzelfde besluit worden de woorden "aanbestedende instantie" telkens vervangen door het woord "aanbesteder".

    HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten

    Art. 7. In artikel 9, § 4, tweede lid, van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017, wordt de bepaling onder 2° opgeheven.

    Art. 8. In de artikelen 12/2, 12/3, 45 en 67 van hetzelfde besluit worden de woorden "de oorspronkelijke aannemingssom" telkens vervangen door de woorden "het oorspronkelijke opdrachtbedrag".

    Art. 9. Artikel 30 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017, wordt vervangen als volgt :

    "Art. 30. In voorkomend geval houdt de aanbesteder van de borgtocht ambtshalve de sommen af die haar toekomen, met name wanneer de opdrachtnemer in gebreke blijft bij de uitvoering zoals vermeld in artikel 44, § 1.

    Deze afhouding is onderworpen aan de naleving van de in artikel 44, § 2, bepaalde voorwaarden, met inbegrip van de voorwaarde dat de door de opdrachtnemer opgeworpen verweermiddelen in overweging worden genomen.

    Indien de aanbesteder geheel of ten dele beroep doet op de borgtocht, na het verstrijken van de in artikel 44, § 2, tweede lid, derde zin, bedoelde termijn, mag de instelling bij wie de borgtocht werd gesteld, indien de opdrachtnemer in de in artikel 44, § 2, bedoelde termijn geen verweermiddelen liet gelden, niet het voorafgaandelijk akkoord van de opdrachtnemer eisen.".

    Art. 10. In artikel 32 van hetzelfde besluit, worden de woorden "als bedoeld in artikel 37, § 2, van de wet" vervangen door de woorden "als bedoeld in artikel 57, tweede lid, van de wet".

    Art. 11. Artikel 38/12, § 1, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017, wordt aangevuld met de woorden "of van andere omstandigheden waaraan de aanbesteder vreemd is waardoor de opdracht, naar oordeel van de aanbesteder, niet zonder bezwaar op dat ogenblik kan worden verdergezet".

    Art. 12. In artikel 44, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017, wordt het derde lid, in de Franse versie, aangevuld met de woorden "en séjour illégal".

    Art. 13. Artikel 161 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

    "Art. 161. De artikelen 38/1 en 38/19 zijn eveneens van toepassing op de opdrachten die werden bekendgemaakt of hadden moeten worden bekendgemaakt vóór 30 juni 2017, alsook voor de opdrachten waarvoor, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, nog vóór die datum werd uitgenodigd tot het indienen van een offerte.".

    Art. 14. In hetzelfde besluit wordt een artikel 161/1 ingevoegd, luidende als volgt:

    "Art. 161/1. Het artikel 38/2 is eveneens van toepassing op de opdrachten die werden bekendgemaakt of hadden moeten worden bekendgemaakt vóór 30 juni 2017, alsook voor de opdrachten waarvoor, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, nog vóór die datum werd uitgenodigd tot het indienen van een offerte.".

    HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 2013 bettreffende de tussenkomst van de Ministerraad, de overdracht van bevoegdheid et de machtigingen inzake de plaatsing en de uitvoering van overheidsopdrachten, ontwerpenwedstrijden en concessies voor openbare werken op federaal niveau

    Art. 15. Het opschrift van koninklijk besluit van 3 april 2013 betreffende de tussenkomst van de Ministerraad, de overdracht van bevoegdheid et de machtigingen inzake de plaatsing en de uitvoering van overheidsopdrachten, ontwerpenwedstrijden en concessies voor openbare werken op federaal niveau wordt vervangen als volgt : "Koninklijk besluit van 3 april 2013 betreffende de tussenkomst van de Ministerraad, de overdracht van bevoegdheid en de machtigingen inzake de plaatsing en de uitvoering van overheidsopdrachten, prijsvragen en concessies op federaal niveau".

    Art. 16. In de artikelen 3 en 5 tot 13 van hetzelfde besluit wordt het woord "ontwerpenwedstrijd" telkens vervangen door het woord "prijsvraag" en wordt het woord "ontwerpenwedstrijden" telkens vervangen door het woord "prijsvragen". Hetzelfde is het geval voor het opschrift van de hoofdstukken 3 en 4.

    Art. 17. In de artikelen 3 en 5 tot 13 van hetzelfde besluit worden de woorden "voor openbare werken" opgeheven. Hetzelfde is het geval voor het opschrift van de hoofdstukken 3 en 4.

    Art. 18. In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  8. de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt :

    "1° de wet "overheidsopdrachten" : de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;";

  9. een bepaling onder 1° /1 wordt ingevoegd, luidende :

    "1° /1 de wet "concessies" : de wet van 17 juni 2016 inzake concessieovereenkomsten;";

  10. in de bepaling onder 3° worden de woorden "15 juli 2011" telkens vervangen door de woorden "18 april 2017";

  11. in de bepaling onder 4° worden de woorden "16 juli 2012" telkens vervangen door de woorden "18 juni 2017";

  12. een bepaling onder 5° /1 wordt ingevoegd, luidende :

    "5° /1 het koninklijk besluit van 25 juni 2017 : het koninklijk besluit van 25 juni 2017 betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten;".

    Art. 19. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  13. in de eerste paragraaf worden de woorden "in artikel 74, eerste lid, van de wet van 15 juni 2006" vervangen door de woorden "in artikel 169, eerste lid, van de wet "overheidsopdrachten"";

  14. in de eerste paragraaf, 1°, worden de woorden "bij aanbesteding, offerteaanvraag, concurrentiedialoog of onderhandelingsprocedure met bekendmaking als bedoeld in de artikelen 26, § 2, en 53, § 1, van de wet van 15 juni 2006 en artikel 22, eerste lid, van de wet van 13 augustus 2011" vervangen door de woorden "bij openbare procedure, niet-openbare procedure, concurrentiegerichte dialoog, innovatiepartnerschap, mededingingsprocedure met onderhandeling als bedoeld in artikel 38 van de wet "overheidsopdrachten", onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging als bedoeld in het artikel 120 van de wet "overheidsopdrachten", of onderhandelingsprocedure met bekendmaking als bedoeld in het artikel 22, eerste lid, van de wet van 13 augustus 2011";

  15. in de eerste paragraaf, 2°, worden de woorden "bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in de gevallen van de artikelen 26, § 1, en 53, § 2, van de wet van 15 juni 2006 en artikel 25 van de wet van 13 augustus 2011" vervangen door de woorden "bij onderhandelings-procedure zonder voorafgaande bekendmaking als bedoeld in artikel 42 van de wet "overheidsopdrachten", onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging als bedoeld in artikel 124 van de wet "overheidsopdrachten" of onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking als bedoeld in artikel 25 van de wet van 13 augustus 2011";

  16. in de tweede paragraaf wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt :

    "2° de voorstellen van concessieovereenkomsten als bedoeld in artikel 63, eerste lid, van de wet "concessies" waarvan het geraamde bedrag gelijk is aan of hoger is dan 3.500.000 euro wat de concessie voor werken betreft en het in artikel 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 25 juni 2017 bedoelde bedrag wat de concessie voor diensten betreft.";

  17. het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende:

    " § 5. De paragrafen 1, 3 en 4 zijn van toepassing op de raamovereenkomst.".

    Art. 20. In artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "in de gevallen bedoeld in de artikelen 26, § 1, 1°, c, en 53, § 2, 1°, c, van de wet van 15 juni 2006" vervangen door de woorden "in de gevallen bedoeld in de artikelen 42, § 1, 1°, b, en 124, § 1, 5°, van de wet "overheidsopdrachten"".

    Art. 21. In artikel 5 van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT