Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones en tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 november 2015 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten, de 26 janvier 2018

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones

Artikel 1. Artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones wordt aangevuld als volgt :

"18° diploma van niveau B : diploma of getuigschrift dat toegang geeft tot de functies van niveau B binnen de federale overheidsdiensten bedoeld in bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel."

Art. 2. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "of door professionalisering" vervangen door de woorden ", door professionalisering of door overgang bedoeld in het koninklijk besluit van 26 januari 2018 betreffende de overgang van het operationeel personeel van de hulpverleningszones van het brandweerpersoneel naar het ambulancepersoneel en vice versa ".

Art. 3. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt :

"Ingeval van gelijke graadanciënniteit wordt het gezag uitgeoefend door het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit."

Art. 4. In boek 1 van hetzelfde besluit wordt een artikel 7/1 ingevoegd, luidend als volgt :

"Art. 7/1. Voor de toepassing van artikelen 40, § 2, eerste en tweede lid, 59, § 2, eerste en tweede lid, 74, § 2, eerste en tweede lid, 96, § 2, eerste en tweede lid en 190, derde lid, moet onder zesenzeventig prestatieuren begrepen worden tien keer de duur gelijk aan een vijfde van de arbeidsregeling per week."

Art. 5. Artikel 8, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :

"Het dragen van het uitgaanstenue buiten de diensturen is onderworpen aan de goedkeuring van de commandant of zijn afgevaardigde."

Art. 6. In hetzelfde besluit wordt een artikel 18/1 ingevoegd, luidende :

"Art. 18/1. De personeelsleden die bekleed zijn met de graad van officier worden verplicht oproepbaarheidsdiensten uit te voeren in functie van de organisatie van de dienst."

Art. 7. In artikel 34 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. de woorden "in de graad van sergeant, voor wat betreft het middenkader" ingevoegd tussen de woorden "het basiskader," en "en in de graad van kapitein";

  2. er wordt een lid toegevoegd luidend als volgt :

    "De aanwerving in de graad van sergeant kan pas gebeuren bij gebrek aan voldoende laureaten in een procedure tot bevordering door verhoging in graad, bedoeld in titel 1 van boek 5."

    Art. 8. In artikel 35 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 18 november 2015 en 9 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  3. in paragraaf 1 worden de woorden "voor het basis- en hoger kader als vermeld in artikel 5, 1° en 3° " vervangen door de woorden "voor het basis-, midden- en hoger kader als vermeld in artikel 5";

  4. in paragraaf 1/1, worden de woorden "voor het basis- en hoger kader als vermeld in artikel 5, 1° en 3° " vervangen door de woorden "voor het basis-, midden- en hoger kader als vermeld in artikel 5";

  5. in paragraaf 1/1, wordt het eerste lid aangevuld als volgt : "De zone kan voorrang geven aan kandidaten voor vacante betrekkingen van deze zone voor maximum twee derde van het aantal inschrijvingsplaatsen.";

  6. in paragraaf 2, eerste lid, wordt het woord "twintig" vervangen door het woord "dertig";

  7. in paragraaf 2, derde lid, wordt een bepaling onder een nieuw punt 1° /1 ingevoegd, luidende :

  8. /1 voor het middenkader : de voorwaarden, vermeld in artikel 37/1, § 1, 1° tot 6° ;"

  9. in paragraaf 3, 1°, wordt een streepje ingevoegd, tussen het eerste en het tweede streepje, dat het derde wordt, luidende "- gelijkwaardig aan deze vereist voor een diploma van niveau B, voor het middenkader;";

  10. in paragraaf 6, waarvan de bestaande tekst het eerste lid wordt, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1) de woorden ", het middenkader" ingevoegd tussen de woorden "van het basiskader" en "of het hoger kader";

    2) een tweede lid wordt ingevoegd, luidend als volgt :

    "De geschiktheidsproeven worden georganiseerd onder de vorm van twee modules :

    1) module 1 : de competentietest en de operationele handvaardigheidstest;

    2) module 2 : de lichamelijke geschiktheidsproeven.

    De kandidaten ontvangen een bewijs van deelname met vermelding "geslaagd" of "niet geslaagd" na elke module, met daarop de vermelding van de datum van het afleggen van de test.";

  11. in paragraaf 8 worden de woorden "voor een betrekking van sergeant zoals bedoeld in artikel 37/1 of" ingevoegd tussen de woorden "die kandidaat is" en "voor een betrekking van kapitein zoals bedoeld in artikel 38";

  12. paragraaf 8 wordt aangevuld met een lid, luidende :

    "De kandidaat die een federaal geschiktheidsattest voor het middenkader behaald heeft en die kandidaat is voor een betrekking van kapitein zoals bedoeld in artikel 38, wordt vrijgesteld van de operationele handvaardigheidstest en de lichamelijke geschiktheidsproeven bedoeld in artikel 35, § 3, 2° en 3°, onverminderd de beperkte geldigheid van de lichamelijke geschiktheidsproeven, zoals bedoeld in artikel 35, § 6.".

    Art. 9. Artikel 35/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 9 mei 2016, wordt aangevuld met de volgende woorden "behoudens overmacht beoordeeld door de directeur van het opleidingscentrum voor de civiele veiligheid.".

    Art. 10. In artikel 36 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 9 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  13. in het eerste lid worden de woorden "in de graad van brandweerman of kapitein" vervangen door de woorden "in de graad van brandweerman, sergeant of kapitein";

  14. in het tweede lid wordt het woord "twintig" vervangen door het woord "dertig";

  15. het vierde lid wordt vervangen als volgt : "De oproep tot de kandidaten vermeldt de te vervullen voorwaarden en de datum waarop ze vervuld moeten worden, de opgelegde proef of proeven en de inhoud ervan, de uiterste datum voor de kandidaatstelling evenals de praktische modaliteiten voor de indiening ervan, de reserve, de eventuele woonplaats- of beschikbaarheidsverplichting voor de vrijwillige personeelsleden, een verwijzing naar de functiebeschrijving van de vacante betrekking en of het om een onmiddellijke vacature en/of om de aanleg van een wervingsreserve gaat."

    Art. 11. In artikel 37 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 9 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  16. in § 1, 7°, worden de woorden ", het middenkader" ingevoegd tussen de woorden "voor het basiskader" en "of het hoger kader";

  17. paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt : "De aanwerving is onderworpen aan het slagen in een vergelijkend examen, georganiseerd door de raad.";

  18. paragraaf 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt : " Het vergelijkend examen bestaat uit één of meerdere proeven, waaronder een mondeling interview, bedoeld om de motivatie, de inzetbaarheid en de overeenstemming van de kandidaat met de functiebeschrijving en de zone te testen. De proeven kunnen eliminerend zijn.";

  19. in paragraaf 2, derde lid worden de woorden "de bijkomende proef" vervangen door de woorden "één of meerdere proeven".

    Art. 12. In boek 4, titel 1, van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk 3/1 ingevoegd dat het artikel 37/1 bevat, luidende :

    "HOOFDSTUK 3/1. - De aanwerving van het personeel van het middenkader

    Art. 37/1. § 1. Kandidaten voor een betrekking van sergeant voldoen aan de volgende voorwaarden :

  20. Belg zijn of burger van een ander land behorende tot de Europese Economisch Ruimte of van Zwitserland;

  21. een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde betrekking. De kandidaat bezorgt een uittreksel uit het strafregister dat afgeleverd dient te zijn binnen een termijn van drie maanden voorafgaand aan de uiterste datum voor het indienen van de kandidaturen;

  22. de burgerlijke en politieke rechten genieten;

  23. in orde zijn met de dienstplichtwetten;

  24. houder zijn van rijbewijs B;

  25. houder zijn van een diploma van niveau B;

  26. houder zijn van een federaal geschiktheidsattest voor het middenkader of het hoger kader als vermeld in artikel 35.

    § 2. De onderofficier of de officier van een zone wordt geacht te hebben voldaan aan de in paragraaf 1, 7° bedoelde voorwaarde.

    Het personeelslid van een zone met de graad van brandweerman of korporaal wordt vrijgesteld van de operationele handvaardigheidstest en de lichamelijke geschiktheidsproeven bedoeld in artikel 35, § 3, 2° en 3°.

    § 3. De aanwerving is onderworpen aan het slagen in een vergelijkend examen georganiseerd door de raad.

    Het vergelijkend examen bestaat uit één of meerdere proeven, waaronder een mondeling interview, bedoeld om de motivatie, de inzetbaarheid en de overeenstemming van de kandidaat met de functiebeschrijving en de zone te testen. De proeven kunnen eliminerend zijn.

    De raad bepaalt, in een reglement, de inhoud van de één of meerdere proeven en de samenstelling van de jury. De praktische organisatie van het vergelijkend examen kan door de raad toevertrouwd worden aan een opleidingscentrum voor civiele veiligheid.

    De geslaagde kandidaten worden opgenomen in een wervingsreserve die twee jaar geldig is. De geldigheidsduur kan ten hoogste twee keer voor twee jaar verlengd worden.

    Het resultaat van het vergelijkend examen wordt de betrokkene ter kennis gebracht via een aangetekende brief of via elke andere drager met bewijskracht en vaste datum."

    Art. 13. In artikel 38 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 9 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  27. paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt :

    "De aanwerving is onderworpen aan het slagen in een vergelijkend examen, georganiseerd door de raad.";

  28. paragraaf 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt :

    "Het vergelijkend examen bestaat uit één of meerdere proeven, waaronder een mondeling interview, bedoeld om de motivatie, de inzetbaarheid en de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT