Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, aangaande de gezinsleden van de langdurig ingezetenen, de 8 octobre 2017

Artikel 1. Dit koninklijk besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2003/86/EG van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging.

Art. 2. In het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers wordt een artikel 2/1 ingevoegd luidend als volgt :

"Art. 2/1. Zijn eveneens vrijgesteld van de verplichting tot het verkrijgen van een arbeidskaart, de echtgenoot en kinderen van de buitenlandse onderdaan die het statuut van langdurig ingezeten onderdaan in een andere lidstaat van de Europese Unie heeft verkregen krachtens wetgeving of reglementering ter omzetting van de Richtlijn 2003/109/EG van de Raad van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen, voor zover deze buitenlandse onderdaan vrijgesteld is van de verplichting tot het verkrijgen van een arbeidskaart.

Artikel 2, tweede lid en verder, zijn van toepassing.".

Art. 3. De minister die bevoegd is voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Gegeven te Brussel, 8 oktober 2017.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

K. PEETERS

Aanhef

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, onder andere artikel 7, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT