Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid, de 23 mai 2017

Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid, wordt het eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 januari 2005, vervangen als volgt :

"De werknemers bedoeld in artikel 1 hebben het recht de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst volledig te schorsen op basis van artikel 100 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen of hun voltijdse arbeidsprestaties te verminderen met 1/5 of de helft op basis van artikel 102 van dezelfde wet, voor het verlenen van bijstand of verzorging aan een gezinslid of een familielid dat lijdt aan een zware ziekte.".

Art. 2. In artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. het eerste lid wordt vervangen als volgt :

    "Voor de toepassing van artikel 3, wordt verstaan onder gezinslid, elke persoon die samenwoont met de werknemer.";

  2. tussen het eerste en het tweede lid worden drie leden ingevoegd, luidende :

    "Onder familielid wordt begrepen de bloedverwanten tot de tweede graad en de aanverwanten tot de eerste graad van de werknemer.

    Wanneer de werknemer wettelijk samenwonend is, worden ook de ouders tot de eerste graad van de wettelijk samenwonende partner en de kinderen van de wettelijk samenwonende partner als familieleden van de werknemer beschouwd.

    Onder "wettelijk samenwonend" wordt verstaan, de toestand van samenleven zoals geregeld door de artikelen 1475 e.v. van het Burgerlijk Wetboek.".

    Art. 3. In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid ingevoegd, dat luidt als volgt :

    "Met uitzondering van situaties waarin de schorsing van de uitvoering van de arbeidsprestaties of de vermindering van de arbeidsprestaties wordt gevraagd voor het verlenen van bijstand of verzorging aan zijn minderjarig zwaar ziek kind of aan een minderjarig zwaar ziek kind dat gezinslid is, dient uit het in het eerste lid bedoelde attest ook te blijken dat de zorgbehoefte, naast de eventuele professionele ondersteuning waarop deze persoon kan rekenen, daadwerkelijk een voltijdse loopbaanonderbreking, een vermindering met 1/5 of de helft behoeft.".

    Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 1...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT