Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, de 30 décembre 2014

Artikel 1. In artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 augustus 2012, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt :

"2° CAO nr. 103 : de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdkrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen of de algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten in de Nationale Arbeidsraad die de CAO nr. 103 vervangt.".

Art. 2. Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 december 2011 en 25 augustus 2012, wordt vervangen als volgt :

"Art. 4. § 1. Bij opname van een tijdskrediet, loopbaanvermindering of landingsbaan, zoals bedoeld in de CAO nr. 103 worden onderbrekingsuitkeringen toegekend overeenkomstig de in dit hoofdstuk voorziene modaliteiten.

§ 2. In uitvoering van artikel 103quater van de herstelwet, bedraagt het bedrag van de uitkering van de voltijdse werknemers die hun arbeidsprestaties volledig schorsen, in toepassing van artikel 5, 364,55 euro per maand. Wanneer de voltijdse werknemer gedurende minstens vijf jaar verbonden is geweest met een arbeidsovereenkomst met zijn werkgever wordt dit bedrag verhoogd tot 486,07 euro. Aan de werknemers die een deeltijdse arbeidsregeling schorsen, wordt een gedeelte van het in het eerste lid vermelde bedrag toegekend dat proportioneel is aan de arbeidsduur in die deeltijdse arbeidsregeling.

§ 3. In uitvoering van artikel 103quater van de herstelwet, bedraagt het bedrag van de uitkering van de voltijdse werknemers die hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking, in toepassing van artikel 5, 182,27 euro per maand. Wanneer de voltijdse werknemer gedurende minstens vijf jaar verbonden is geweest met een arbeidsovereenkomst met zijn werkgever wordt dit bedrag verhoogd tot 243,03 euro.

Aan de werknemers die tewerkgesteld zijn in een deeltijdse arbeidsregeling die ten minste drie vierden bedraagt van een voltijdse betrekking en die hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking, wordt per maand een gedeelte van het in het eerste lid vermelde bedrag toegekend dat proportioneel is aan het aantal uren waarmee de arbeidsprestaties verminderd worden.

§ 4. In uitvoering van artikel 103quater van de herstelwet, bedraagt het bedrag van de uitkering van de voltijdse werknemers die hun arbeidsprestaties verminderen ten belope van een dag of twee halve dagen per week, in toepassing van artikel 5, 120,03 euro per maand. Voor de alleenwonende werknemer wordt het bedrag van 120,03 euro vervangen door het bedrag van 154,90 euro. Onder alleenwonende werknemer wordt verstaan de werknemer die alleen woont en de werknemer die uitsluitend samenwoont met een of meerdere kinderen die hij ten laste heeft.

§ 5. De onderbrekingsuitkeringen worden toegekend aan de werknemer die voorafgaand aan de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever door een arbeidsovereenkomst verbonden is met de huidige werkgever gedurende ten minste twee jaar.

Het bovenstaande lid is niet van toepassing op de werknemers die hun rechten in toepassing van het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan, voor alle rechthebbende kinderen hebben uitgeput en die onmiddellijk aansluitend op het ouderschapsverlof, hun arbeidsprestaties volledig schorsen of verminderen overeenkomstig de bepalingen van deze paragraaf.

§ 6. De Minister die Tewerkstelling en Arbeid onder zijn bevoegdheid heeft, bepaalt de regels betreffende de terugvordering van onrechtmatig genoten uitkeringen en betreffende het eventueel afzien van de terugvordering in geval van niet-naleving van de in de CAO nr. 103 bepaalde minimumduur.".

Art. 3. In hetzelfde besluit wordt in de plaats van artikel 5, ingetrokken bij het koninklijk besluit van 28 december 2011, het als volgt luidende artikel 5 ingevoegd :

"Art. 5. § 1. Bij opname van een voltijds tijdskrediet, een halftijdse of een vijfde vermindering wordt een recht op onderbrekingsuitkeringen toegekend gedurende maximaal 36 maanden voor de werknemers die hun arbeidsprestaties volledig schorsen of verminderen :

- om een door de Gemeenschappen of de sector erkende opleiding te volgen die minstens 360 uren of 27 studiepunten per jaar of 120 uren of 9 studiepunten per schooltrimester of per ononderbroken periode van 3 maanden telt;

- om onderwijs te volgen verstrekt in een centrum voor basiseducatie of een opleiding gericht op het behalen van een diploma of getuigschrift van secundair onderwijs, waarbij de grens wordt vastgesteld op 300 uren per jaar of 100 uren per schooltrimester of per...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT