Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 januari 1999 tot bepaling van het bedrag en de wijze van betaling van de kosten en rechten verbonden aan het Europese milieukeurmerk, de 25 mars 2024
Artikel 1. Artikel 4 van het Koninklijk Besluit van 13 januari 1999 tot vaststelling van het bedrag en de betalingsmodaliteiten van de vergoedingen en heffingen verbonden aan de Europese milieukeur, gewijzigd bij het Koninklijk Besluit van 15 maart 2016, wordt vervangen door:
"Elke aanvrager aan wie een keurmerk is toegekend, is onderworpen aan de betaling van een jaarlijkse vergoeding van 1.000 euro voor het jaar 2025 en 1.500 euro vanaf 2026, te betalen binnen dertig dagen na de datum van toekenning van het keurmerk. De toekenning wordt opgeschort als de jaarlijkse vergoeding niet binnen deze dertig dagen wordt betaald.
Voor kleine en middelgrote ondernemingen en ondernemers in ontwikkelingslanden is het bedrag van deze jaarlijkse vergoeding vastgesteld op 400 euro voor 2025 en 600 euro vanaf 2026.
Voor micro-ondernemingen is geen vergoeding verschuldigd.
De jaarlijkse vergoeding is verschuldigd voor elk jaar waarin het label wordt gebruikt, zelfs als de toekenning van het label door de bevoegde instantie wordt opgeschort of ingetrokken of als het gebruik van het label door de aanvrager wordt stopgezet."
Art. 2. In hetzelfde besluit wordt tussen de artikelen 4 en 5 een hoofdstuk II/2 ingevoegd met de titel "uitbreidingsvergoeding".
Art. 3. In hetzelfde besluit wordt in hoofdstuk II/2 tussen de artikelen 4 en 5 een artikel 4 bis ingevoegd met de volgende tekst
"Art. 4 bis. Elke houder die zijn licentie wenst uit te breiden met nieuwe producten die onder dezelfde licentie vallen, moet een uitbreidingsvergoeding van 600 euro per uitgebreide licentie betalen binnen de dertig dagen na de uitbreidingsaanvraag.
De uitbreidingsaanvraag wordt afgewezen als de uitbreidingsvergoeding niet binnen deze dertig dagen is betaald.
Voor kleine en middelgrote ondernemingen en exploitanten in ontwikkelingslanden bedraagt de uitbreidingsvergoeding 300 euro.
Voor micro-ondernemingen is geen vergoeding verschuldigd.
Voor wijzigingen die nodig zijn voor de positionering van producten op de markt is geen vergoeding verschuldigd."
Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.
Art. 5. De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Leefmilieu, zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Handtekening
Gegeven te Brussel, 6 februari 2024.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Economie,
P-Y. DERMAGNE
De Minister van Leefmilieu,
Z. KHATTABI
Aanhef
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI