Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen betreffende het omstandigheidsverlof voor pleeggezinnen, de 8 mars 2024

Artikel 1. In artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 november 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in 4° worden de woorden "en waarbij het kind als deel uitmakend van dat gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het gezin, de pleegouder of pleegouders zijn/hun verblijfplaats heeft/hebben is ingeschreven" opgeheven;

  2. in 6° worden de woorden "zijn echtgenote of samenwonende partner" vervangen door de woorden "zijn echtgeno(o)t(e)".

    Art. 2. In artikel 15 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 november 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. in het eerste lid, 3°, worden de woorden ", adoptiekind of pleegkind in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden" vervangen door de woorden "of het adoptiekind";

  4. in het eerste lid wordt de bepaling onder 3° /2 opgeheven;

  5. het artikel worden aangevuld met twee leden, luidende:

    "De banden die ontstaan ingevolge een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg worden, voor de toepassing van het eerste lid, 3° en 3° /1, gelijkgesteld met de door die bepalingen geviseerde familiebanden, op voorwaarde dat het overlijden zich voordoet, hetzij tijdens een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg, hetzij na afloop van een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg. In dat verband wordt het pleegkind gelijkgesteld met het kind, de pleegmoeder met de moeder, de pleegvader met de vader, enz...

    De banden die ontstaan ingevolge een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg worden, voor de toepassing van het eerste lid, 4°, 5°, 6°, 7°, 9°, 10° en 11°, gelijkgesteld met de door die bepalingen geviseerde familiebanden, op voorwaarde dat de gebeurtenis zich voordoet, hetzij tijdens een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg, hetzij na afloop van een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg waarbij het pleegkind gedurende een onafgebroken periode van drie jaar op permanente en affectieve wijze deel heeft uitgemaakt van het pleeggezin. In dat verband wordt het pleegkind gelijkgesteld met het kind, de pleegmoeder met de moeder, de pleegvader met de vader, enz.....".

    Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.

    Dit besluit is van toepassing op de omstandigheden die plaatsvinden na de inwerkingtreding van dit besluit.

    Art. 4. De minister bevoegd voor ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

    BIJLA...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT