Koninklijk besluit tot verlenging van sommige maatregelen genomen bij wetten van 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, van 30 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake justitie en het notariaat in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 en van 20 mei 2020 houdende diverse bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, de 29 mars 2021

Artikel 1. In artikel 7, eerste lid, van de wet van 30 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake justitie en het notariaat in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 juni 2020 en de wet van 20 december 2020, worden de woorden "31 maart 2021" telkens vervangen door de woorden "30 juni 2021".

Art. 2. In artikel 4, derde lid, van de wet van 20 mei 2020 houdende diverse bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 juni 2020 en 13 september 2020 en van de wet van 20 december 2020, worden de woorden "31 maart 2021" vervangen door de woorden "30 juni 2021".

Art. 3. In de artikelen 5, 7, 8, 16, 17, 18, 19, 20, 44, 45, 46, 48, 50, 51, 52, en 53 van de wet van 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 worden de woorden "31 maart 2021" telkens vervangen door de woorden "30 juni 2021".

Art. 3. In artikel 50 van dezelfde wet worden de woorden "15 april 2021" vervangen door de woorden "16 juli 2021".

Art. 4. Artikel 69 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt:

"Art. 69. § 1. De artikelen 59 tot en met 62 zijn van toepassing tot 30 juni 2021.

§ 2. De artikelen 63 tot en met 68 zijn van toepassing tot 15 juli 2021."

Art. 5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Gegeven te Brussel, 29 maart 2021.,

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Justitie

V. VAN QUICKENBORNE

Aanhef

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake justitie en het notariaat in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, artikel 7, tweede lid;

Gelet op de wet van 20 mei 2020 houdende diverse bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, artikel 4, vierde lid;

Gelet op de wet van 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, artikel 81;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 maart 2021;

...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT