Koninklijk besluit tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers., de 20 décembre 2018

Artikel 1. Het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers wordt, in uitvoering van artikel 12 van de diezelfde wet voor de volgende categorieën van vrijwilligers verhoogd tot 1.821,10 EUR:

- sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, sportscheidsrechter, jurylid, steward, terreinverzorger-materiaalmeester, seingever bij sportwedstrijden;

- de nachtoppas, te weten het inslapen, evenals de dag-oppas bij hulpbehoevende personen volgens de voorwaarden en kwaliteitscriteria die iedere Gemeenschap bepaalt;

- het niet-dringend liggend ziekenvervoer: het liggend ziekenvervoer naar, vanuit en tussen ziekenhuizen of vestigingsplaatsen van ziekenhuizen, dat niet onder het toepassingsgebied van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening valt en volgens de voorwaarden en kwaliteitscriteria die iedere Gemeenschap bepaalt.

Het in het eerste lid bedoeld bedrag is gekoppeld aan de spilindex 103,14 (basis 1996=100) en varieert zoals bepaald bij de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied, opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.

In afwijking van het eerste lid is het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de van de voornoemde wet van 3 juli 2005, van toepassing op de vrijwilligers die, in de periode waarin hij of zij prestaties inzake vrijwilligerswerk als bedoeld in de voornoemde wet van 3 juli 2005 levert voor dezelfde organisatie fungeert als Verenigingswerker in de zin van de Wet van 18 juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie.

Bovendien is, in afwijking van het eerste lid het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de van de voornoemde wet van 3 juli 2005, van toepassing op de vrijwilligers die een activiteit uitoefenen zoals bepaald onder het eerste lid, eerste streepje, en die, in de periode waarin hij of zij prestaties inzake vrijwilligerswerk als bedoeld in de van de voornoemde wet van 3 juli...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT