Koninklijk besluit tot vaststelling van de verdelingswijze van de administratiekosten onder de landsbonden, de 11 juin 2019

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. de "gecoördineerde wet": de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

  2. de "verzekerde gerechtigden": de "primaire uitkeringsgerechtigden", het "overheidspersoneel en gelijkgestelden", de "studenten van het hoger onderwijs", de "invaliden", de "gepensioneerden", de "mindervaliden", de "personen ingeschreven in het Rijksregister", de "leden van kloostergemeenschappen", de "wezen" en de "weduwenaars en weduwen";

  3. de "maximumfactuur": de maximumfactuur vastgesteld op grond van de sociale categorie van de rechthebbenden en de maximumfactuur vastgesteld op grond van het gezinsinkomen van de rechthebbenden bedoeld in hoofdstuk IIIbis van titel III van de gecoördineerde wet;

  4. een "opgestart re-integratietraject": per kalenderjaar de eerste aanvraag tot een sociaalprofessioneel re-integratietraject, ingevuld en ondertekend door de adviserend arts en de arbeidsongeschikt erkende gerechtigde,

    1. hetzij ingediend door deze gerechtigde bij de begeleider van de dienst of instelling van de Gewesten en de Gemeenschappen die deelneemt aan de sociaalprofessionele re-integratie en die aanleiding gegeven heeft tot een daadwerkelijke opstart van een traject door de voormelde dienst of instelling;

    2. hetzij ingediend door de adviserend arts bij de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

  5. een "met de toelating van de adviserend arts aangevatte werkhervatting": de eerste toelating die een verzekerde van de adviserend arts ontvangt om een bezoldigde activiteit tijdens de arbeidsongeschiktheid te hervatten met een duur van minimum één maand die niet wordt geannuleerd;

  6. een "verricht klinisch onderzoek": een medisch of medisch-sociaal onderzoek door of onder het toezicht van de adviserend arts dat is gevalideerd door de revisoren.

    Art. 2. § 1. Onverminderd de toepassing van artikel 3, wordt het bedrag van de administratiekosten van de vijf landsbonden bedoeld in artikel 195, § 1, 2°, achtste lid, van de gecoördineerde wet, verdeeld over deze landsbonden naar rato van hun theoretisch ledental overeenkomstig § 2.

    § 2. Het theoretisch ledental wordt berekend door vooreerst de som van het aantal verzekerde gerechtigden, het aantal rechthebbenden op de maximumfactuur, en het aantal gepensioneerden vermenigvuldigd met de correctiefactor 0,35, te verminderen met het aantal invaliden. Bij dit verkregen verschil wordt vervolgens een breuk opgeteld met als teller het product van de vermenigvuldiging van het aantal invaliden met het aantal invaliden en als noemer de som van het aantal 'primaire...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT