Koninklijk besluit tot vastlegging van de retributie voor de evaluatie van de aanvraag van de risicoanalyse voor activiteiten die een impact kunnen hebben op de zone 'Paardenmarkt', de 7 novembre 2021
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
-
BMM : Beheerseenheid Mathematisch Model van de Noordzee van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen;
-
retributie : de retributie verschuldigd overeenkomstig artikel 5ter van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België;
-
risicoanalyse : de risicoanalyse bedoeld in artikel 18, § 3, van het koninklijk besluit van 22 mei 2019 tot vaststelling van het marien ruimtelijk plan voor de periode van 2020 tot 2026 in de Belgische zeegebieden;
Art. 2. De retributie voor de evaluatie van de aanvraag van de risicoanalyse is te betalen aan de BMM.
De BMM raamt de retributie vermeld in paragraaf 1 op basis van de gegevens vervat in de aanvraag van een risicoanalyse.
Art. 3. De retributie voor de evaluatie van de aanvraag van een risicoanalyse omvat :
-
een vergoeding voor de BMM van 620 euro (basis 2019) per mandag voor de evaluatie van de aanvraag, jaarlijks te indexeren volgens de index der consumptieprijzen; deze vergoeding dekt de administratieve kost voor de dossieropening, de coördinatiekosten en de kosten van de wetenschappelijke evaluatie;
-
een vergoeding voor het BMM voor de bijkomende onderzoeken uitgevoerd door derden.
Art. 4. Indien bij afsluiting van de evaluatie van de aanvraag van de risicoanalyse blijkt dat de werkelijke kosten lager zijn dan de betaalde retributie, stort de BMM het saldo terug aan de aanvrager.
Indien tijdens de evaluatie van de aanvraag van de risicoanalyse blijkt dat de werkelijke kosten van de evaluatie de betaalde retributie zal overschrijden, betekent de BMM aan de aanvrager een aanvraag tot betaling van een aanvullende retributie. Bij gebrek aan betaling van deze aanvullende retributie binnen een termijn van 10 dagen te rekenen vanaf de betekening van de aanvraag, wordt de aanvrager geacht afstand te doen van zijn aanvraag.
Art. 5. De minister bevoegd voor wetenschapsbeleid en de minister bevoegd voor het mariene milieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI