Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen van titel XVII van boek III van het Burgerlijk Wetboek, die het gebruik van het Nationaal Pandregister betreffen, de 14 septembre 2017

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. "Pandwet" : boek III, titel XVII "Zakelijke zekerheden op roerende goederen", van het Burgerlijk Wetboek;

  2. "pandregister" : het Nationaal Pandregister bepaald in artikel 26 van de Pandwet;

  3. "uniek identificatienummer" : elektronisch gegenereerde unieke cijferreeks die aan elke registratie, wijziging, vernieuwing, rangafstand, overdracht of verwijdering uitgevoerd in het pandregister, wordt toegekend;

  4. "bewaarder van het pandregister" : de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie van de Federale Overheidsdienst Financiën;

  5. "gebruiker" : een persoon die in het pandregister een pandrecht of een eigendomsvoorbehoud registreert, wijzigt, vernieuwt, overdraagt, geheel of gedeeltelijk verwijdert, raadpleegt of rangafstand doet;

  6. "geregistreerde gebruiker" : een gebruiker die het pandregister gebruikt of zal gebruiken en die met de bewaarder van het pandregister een overeenkomst heeft gesloten aangaande het gebruik van het pandregister, met inbegrip van de authenticatie en het rollenbeheer van zijn personeel;

  7. "identificatie" : de vaststelling van de unieke identiteit van een gebruiker;

  8. "authenticatie" : de controle van de identiteit van een gebruiker;

  9. "rollenbeheer" : elektronische beheerstoepassing van de onderscheiden toelatingen van de personen die door een geregistreerde gebruiker gemachtigd zijn om voor hem het pandregister te gebruiken;

  10. "ondernemingsnummer" : het uniek identificatienummer dat wordt toegekend bij de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen;

  11. "gedocumenteerd pandrecht" of "gedocumenteerd eigendomsvoorbehoud" : het attest waarin alle in het pandregister opgenomen informatie betreffende een pandrecht of eigendomsvoorbehoud wordt weergegeven, behoudens het rijksregisternummer.

    HOOFDSTUK II. - Procedure van identificatie en authenticatie. Gebruiksvoorwaarden

    Art. 2. § 1. De identificatie en de authenticatie van een gebruiker van het pandregister gebeurt door middel van de authenticatiemodule van de elektronische identiteitskaart.

    § 2. De natuurlijke of rechtspersoon die zich als geregistreerd gebruiker wil laten registreren sluit met de bewaarder van het pandregister een overeenkomst die de algemene en de bijzondere voorwaarden vastlegt voor het gebruik van het pandregister, met inbegrip van de authenticatie en het rollenbeheer van zijn personeel.

    De minister bevoegd voor Financiën of zijn gedelegeerde legt de modeltekst van die overeenkomst vast.

    De overeenkomst slaat op de wijze van toegang en authenticatie, het rollenbeheer, de inbreng en raadpleging van gegevens in het pandregister, de wijze van betaling van de verschuldigde retributies door middel van provisie, de modaliteiten inzake wijziging van de gebruiksvoorwaarden, de duur, de inwerkingtreding en de opzeg van de overeenkomst en de geschillenregeling.

    De identificatie en de authenticatie van een geregistreerde gebruiker van het pandregister gebeurt door middel van de authenticatiemodule van de elektronische identiteitskaart of de authenticatieprocedure met minstens een gelijkwaardig identificatieniveau met inbegrip van het rollenbeheer, vastgelegd in de overeenkomst met de geregistreerde gebruiker. De bewaarder van het pandregister is gerechtigd een audit uit te voeren betreffende het rollenbeheer van de geregistreerde gebruiker.

    HOOFDSTUK III. - Registratie van een pandrecht of een eigendomsvoorbehoud in het pandregister

    Art. 3. Overeenkomstig artikel 30, § 1, van de Pandwet wordt een pandrecht in het pandregister geregistreerd door de invulling in het elektronisch aanmeldingsformulier van de volgende gegevens :

  12. de identiteit van de pandhouder of, in voorkomend geval, de identiteit van de vertegenwoordiger van de pandhouder bedoeld in artikel 3 van de Pandwet, en van de lasthebber, zoals nader omschreven in artikel 30, § 1, 1°, a of b van de Pandwet naargelang het geval.

  13. de identiteit van de pandgever : dezelfde elementen als betreffende de identiteit van de pandhouder;

  14. de aanduiding van de bezwaarde goederen zoals die voorkomt in het geschrift bedoeld in artikel 4 van de Pandwet, en waarvoor de registratie gevraagd wordt;

  15. de aanduiding van de gewaarborgde schuldvorderingen zoals die voorkomt in het geschrift bedoeld in artikel 4 van de Pandwet, en waarvoor de registratie gevraagd wordt;

  16. de aanduiding van het maximaal bedrag tot beloop waarvan de schuldvorderingen gewaarborgd zijn, zoals die voorkomt in het geschrift bedoeld in artikel 4 van de Pandwet, en waarvoor de registratie gevraagd wordt;

  17. de verklaring van de pandhouder of, in voorkomend geval, van zijn vertegenwoordiger bedoeld in artikel 3 van de Pandwet, of van zijn lasthebber dat de pandhouder of vertegenwoordiger aansprakelijk is voor iedere schade ten gevolge van de invoering van onjuiste gegevens.

    Art. 4. Overeenkomstig artikel 30, § 2, van de Pandwet wordt een eigendomsvoorbehoud in het pandregister geregistreerd door de invulling in het formulier van de volgende gegevens :

  18. de identiteit van de verkoper of van de houder van het eigendomsvoorbehoud, en, in voorkomend geval, van hun lasthebber, zoals nader omschreven in artikel 30, § 1, 1°, a of b van de Pandwet naargelang het geval;

  19. de identiteit van de koper onder eigendomsvoorbehoud : dezelfde elementen als betreffende de identiteit van de verkoper of van de houder van het eigendomsvoorbehoud;

  20. de aanduiding van het roerend goed verkocht onder eigendomsvoorbehoud;

  21. de onbetaalde koopprijs van het roerend goed verkocht onder eigendomsvoorbehoud;

  22. de verklaring van de verkoper of van de houder van het eigendomsvoorbehoud, of van de lasthebber, dat de verkoper of de houder van het eigendomsvoorbehoud aansprakelijk is voor iedere schade ten gevolge van de invoering van onjuiste gegevens.

    HOOFDSTUK IV. - Wijziging, vernieuwing of verwijdering van de registratie; rangafstand; overdracht.

    Art. 5. § 1. Alleen de pandhouder of, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger bedoeld in artikel 3 van de Pandwet of zijn lasthebber, kan de registratie wijzigen, vernieuwen of geheel of gedeeltelijk verwijderen.

    Alleen de verkoper of de houder van het eigendomsvoorbehoud of hun lasthebber, kan de registratie wijzigen, vernieuwen of verwijderen.

    § 2. Alleen de pandhouder of, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger bedoeld in artikel 3 van de Pandwet, of hun lasthebber, kan een rangafstand of een overdracht van een pand registreren in het pandregister.

    Alleen de verkoper of de houder van het eigendomsvoorbehoud, of hun lasthebber, kan een overdracht ervan registreren in het pandregister.

    Art. 6. § 1. Om een registratie van een pand te kunnen wijzigen, vernieuwen of geheel of gedeeltelijk verwijderen, of om een rangafstand of overdracht van pand te kunnen uitvoeren, is de invoering in het formulier vereist van het unieke identificatienummer dat door het pandregister werd meegedeeld bij die registratie of de laatste verrichting in het pandregister.

    § 2. Om een registratie van een eigendomsvoorbehoud te kunnen wijzigen, vernieuwen of geheel of gedeeltelijk verwijderen, of om de overdracht van het eigendomsvoorbehoud te kunnen uitvoeren, is de invoering in het formulier vereist van het unieke identificatienummer dat door het pandregister werd meegedeeld bij die registratie of de laatste verrichting in het pandregister.

    § 3. De bewaarder van het pandregister oefent geen toezicht uit op de hoedanigheid van lasthebber. De pandhouder, de vertegenwoordiger, de verkoper onder eigendomsvoorbehoud of de houder van het eigendomsvoorbehoud, die beroep doen op een lasthebber voor het gebruik van het pandregister dienen in de lastgeving te voorzien in de modaliteiten voor het gebruik van het uniek identificatienummer.

    HOOFDSTUK V. - Raadpleging van het pandregister

    Art. 7. Om het pandregister te raadplegen, moeten de volgende gegevens betreffende de identiteit van de pandgever of van de koper onder eigendomsvoorbehoud worden ingevuld in het formulier :

    1. indien hij een natuurlijke persoon is : zijn naam, eerste of eerste twee voornamen, land, postcode en gemeente van zijn hoofdverblijfplaats en, wanneer hij er een heeft, zijn ondernemingsnummer; bij gebreke van een ondernemingsnummer zijn...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT