Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2, § 1, 13°, b), tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de 18 décembre 2015

Artikel 1. In afwijking van artikel 2, § 1, 13°, b, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zijn de in de Europese Economische Ruimte gevestigde en in de hiernavolgende lijst opgenomen vennootschappen, verenigingen, inrichtingen, instellingen of entiteiten, die rechtspersoonlijkheid bezitten, een juridische constructie:

  1. de in artikel 2, § 1, 13° /1, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde instellingen, entiteiten en vennootschappen;

  2. een vennootschap die niet in het toepassingsgebied van artikel 29, § 2 van het voormelde Wetboek is begrepen:

    - in de mate dat deze inkomsten van Belgische oorsprong verkrijgt die niet belastbaar zijn in België, en;

    - waarvan de inkomsten krachtens de fiscale wetgeving van het land waar deze vennootschap is gevestigd, worden verondersteld rechtstreeks te zijn behaald of verkregen door de aandeelhouders of vennoten van deze vennootschap;

  3. de volgende rechtsvormen :

  4. Liechtenstein: Stiftung;

  5. Liechtenstein: Anstalt;

  6. Luxemburg: Société de gestion Patrimoine Familiale;

  7. Luxemburg: Fondation Patrimoniale.

    Art. 2. Het koninklijk besluit van 23 augustus 2015 tot uitvoering van artikel 2, § 1, 13°, b, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt opgeheven.

    Art. 3. Dit besluit is van toepassing op de inkomsten die vanaf 1 januari 2015 werden verkregen, toegekend of betaalbaar gesteld door een juridische constructie en, wat de toepassing van de roerende of bedrijfsvoorheffing betreft, op de inkomsten die zijn toegekend of betaalbaar gesteld vanaf de eerste dag van de tweede maand na die waarin dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt.

    Art. 4. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

    Handtekening

    Gegeven te Brussel, 18 december 2015.

    FILIP

    Van Koningswege :

    De Minister van Financiën,

    J. VAN OVERTVELDT

    Aanhef

    FILIP, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 2, § 1, 13°, b), tweede lid, vervangen bij de programmawet van 10 augustus 2015;

    Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 8 december 2015;

    Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting gegeven op 9 december 2015;

    Gelet op het advies nr. 58.637/3 van de Raad van State gegeven op 17 december 2015 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State ;

    Overwegende de hoogdringendheid die wordt gemotiveerd door:

    - het feit dat het belastbaar tijdperk waarin de inkomsten die vanaf 1 januari 2015 werden verkregen, toegekend of betaalbaar gesteld, weldra ten einde loopt;

    - de wil van de Federale Regering dat de bepalingen van het voorliggende besluit worden toegepast op deze inkomsten en op de aangifte van deze inkomsten die in 2016 zal plaatsvinden;

    - de noodzaak om de in dit ontwerp voorziene bepalingen snel in werking te laten treden, zodat effectief kan worden ingespeeld op een snel veranderend internationaal fiscaal landschap.

    Op de voordracht van de Minister van Financiën, en op advies van de in Raad vergaderde Ministers,

    Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

    Verslag aan de Koning

    VERSLAG AAN DE KONING

    Sire,

    In de programmawet van 10 augustus 2015 werd een nieuw aanslagstelsel ingevoerd dat van toepassing is op de juridische constructies. In dit aanslagstelsel wordt wat het toepassingsgebied betreft van de in artikel 2, § 1, 13°, b), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) bedoelde juridische constructies, een onderscheid gemaakt naargelang de plaats van vestiging van de in deze bepaling geviseerde rechtspersonen (enigerlei vennootschap, vereniging, inrichting, instelling of entiteit, die krachtens het recht dat deze entiteiten beheerst, rechtpersoonlijkheid bezit).

    Voor wat betreft de rechtspersonen die gevestigd zijn binnen de Europese Economische Ruimte, wordt het toepassingsgebied van dit aanslagstelsel beperkt tot degene die zijn begrepen in het toepassingsgebied van het koninklijk besluit dat artikel 2, § 1, 13°, b), tweede lid, WIB 92 ten uitvoering brengt.

    Reeds kort na de publicatie van de voormelde programmawet, meer bepaald op 23 augustus 2015, werd een eerste koninklijk besluit...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT