Koninklijk besluit tot uitvoering van Titel 4, Hoofdstuk 4 van Boek VII van het Wetboek van economisch recht, de 29 octobre 2015

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. Dit koninklijk besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr.1093/2010.

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. "het WER" : boek VII "Betalings- en kredietdiensten" van het Wetboek van economisch recht;

  2. "identificatiegegevens" :

    1. voor natuurlijke personen die zijn ingeschreven in het Belgische rijksregister : naam, voornamen, adres van de woonplaats, rijksregisternummer;

    2. voor natuurlijke personen die niet zijn ingeschreven in het Belgische rijksregister : naam, voornaam, geboorteplaats en -datum, adres van de woonplaats;

    3. voor rechtspersonen : het ondernemingsnummer (voor de ondernemingen naar Belgisch recht), de rechtsvorm, de maatschappelijke benaming, het nationaal recht van de rechtspersoon, het adres van de statutaire zetel of, indien deze rechtspersoon volgens zijn nationaal recht geen statutaire zetel heeft, het adres waar zijn hoofdkantoor gevestigd is;

  3. "wet van 22 maart 2006" : wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten.

  4. "tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten" : tussenpersoon bedoeld in artikel 4, 2° van de wet van 22 maart 2006.

    HOOFDSTUK II. - Aanvraag tot en behoud van de vergunning als kredietgever

    Art. 3. Elke vergunningsaanvraag voor de uitoefening van de activiteit van kredietgever als bedoeld in artikel VII.160, § 1 van het WER, moet aan de FSMA worden gericht in de vorm en volgens de modaliteiten door haar bepaald en op haar website bekendgemaakt.

    De aanvraag wordt samen met een dossier ingediend, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 4. De FSMA kan voorzien dat de aanvraag en het dossier geheel of gedeeltelijk langs elektronische weg moeten worden ingediend.

    In zijn aanvraag geeft de kandidaat-kredietgever aan of hij een vergunning als kredietgever in hypothecair krediet, in consumentenkrediet of in beide wenst te krijgen, zoals bedoeld in artikel VII.160, § 2 van het WER.

    Wanneer de aanvraag een vergunning als kredietgever in consumentenkrediet betreft, verduidelijkt de kandidaat de aard van de door hem voorgenomen activiteiten, zoals bedoeld in artikel VII.160, § 3 van het WER.

    De aanvraag wordt ingediend door het wettelijk bestuursorgaan of door één of meerdere personen die daartoe gemachtigd zijn en daarbij handelen onder de verantwoordelijkheid van het wettelijk bestuursorgaan.

    Art. 4. Zonder afbreuk te doen aan het recht van de FSMA om de bijkomende inlichtingen te vragen die zij nodig acht voor de beoordeling van het dossier, verstrekt de kandidaat om een rechtsgeldige aanvraag in te dienen, in de vergunningsaanvraag als kredietgever de volgende gegevens en voegt hij daarbij de volgende documenten :

  5. zijn identificatiegegevens;

  6. de identificatiegegevens van de leden van het wettelijk bestuursorgaan, van de personen belast met de effectieve leiding en in voorkomend geval, van de leden van het directiecomité van de kredietgever, als bedoeld in artikel VII.164, § 1, eerste lid van het WER;

  7. voor elk van de personen bedoeld in 2°, een uittreksel uit het strafregister bestemd voor gereglementeerde activiteiten dat niet ouder is dan drie maanden;

  8. voor elk van de personen bedoeld in 2°, een toelichting die hun professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid aantoont zoals bedoeld in artikel VII.164, § 1, tweede lid van het WER, volgens de modaliteiten bepaald door de FSMA;

  9. de identificatiegegevens van de natuurlijke personen of rechtspersonen die, alleen of in onderling overleg, rechtstreeks of onrechtstreeks, de controle uitoefenen over de kredietgever, zoals bedoeld in artikel VII.163, § 1, eerste lid van het WER;

  10. voor elk van de personen bedoeld in 5°, hun aandeel in het kapitaal van de kredietgever, het aantal stemrechten waarover zij beschikken en een toelichting omtrent hun geschiktheid, zoals bedoeld in artikel VII.163, § 1, tweede lid van het WER, volgens de modaliteiten bepaald door de FSMA;

  11. de aanduiding of de kandidaat-kredietgever een onderneming is als bedoeld in artikel VII.163, § 2 van het WER;

  12. het bewijs dat de modelkredietovereenkomsten, met inbegrip van de aflossingstabellen die de kredietgever zal gebruiken, door de FOD Economie zijn goedgekeurd;

  13. een dossier waarin de aard en de omvang van de voorgenomen verrichtingen, de organisatiestructuur van de kredietgever, zijn nauwe banden met andere personen en de taakverdeling tussen de leden van het wettelijk bestuursorgaan en de personen belast met de effectieve leiding worden toegelicht, volgens de voorwaarden bepaald door de FSMA;

  14. de identificatiegegevens van de verantwoordelijke voor de voorkoming van witwassen van geld en financiering van terrorisme en een toelichting betreffende de wijze waarop deze invulling zal geven aan zijn taken in het kader van de anti-witwasreglementering;

  15. de mededeling of de kredietgever al dan niet het bedrijf van kredietbemiddelaar zal uitoefenen en, in voorkomend geval, een attest afgeleverd door de verzekeringsonderneming bij wie de verzekering tot dekking van de burgerlijke beroepsaansprakelijkheid is gesloten overeenkomstig artikel VII.180, § 2, eerste lid, 4°, en/of artikel VII.184, § 1, tweede lid, 4° van het WER en waaruit blijkt dat die verzekering voldoet aan het bepaalde in hoofdstuk IV;

  16. indien de kredietgever het bedrijf van kredietbemiddelaar zal uitoefenen, de identificatiegegevens van de verantwoordelijken voor de distributie als bedoeld in artikel VII.180, § 2, eerste lid, 1°, en in artikel VII.184, § 1, tweede lid, 1° van het WER en de verantwoording dat hun aantal overeenstemt met het bepaalde in hoofdstuk VII;

  17. voor elk van de personen bedoeld in 12°, een uittreksel uit het strafregister bestemd voor gereglementeerde activiteiten dat niet ouder is dan drie maanden;

  18. voor elk van de personen bedoeld in 12°, een toelichting die hun geschiktheid en professionele betrouwbaarheid aantoont zoals bedoeld in de artikelen VII.180, § 2, eerste lid, 2°, en VII.184, § 1, tweede lid, 2° van het WER, volgens de modaliteiten bepaald door de FSMA;

  19. voor elk van de personen bedoeld in 12°, het bewijs dat zij de vereiste beroepskennis bezitten zoals bepaald in de hoofdstukken V en VI;

  20. het aantal personen in contact met het publiek dat door de kredietgever voor de activiteit van bemiddeling in hypothecair krediet of consumentenkrediet wordt tewerkgesteld;

  21. een becijferde verantwoording dat voldaan is aan de mimumkapitaalvereisten bedoeld in artikel VII.162 van het WER;

  22. het bewijs van toetreding tot de buitengerechtelijke regeling van consumentengeschillen bedoeld in artikel VII.166, § 4 van het WER;

  23. indien de aanvraag ingediend wordt door een persoon die daartoe een bijzondere machtiging heeft gekregen, zoals bedoeld in artikel 3, vijfde lid, het bewijs van deze machtiging.

    De kandidaat-kredietgevers die kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, verzekeringsondernemingen, instellingen voor elektronisch geld of betalingsinstellingen zijn zoals bedoeld in artikel VII.173 van het WER, moeten de gegevens en documenten bedoeld in het eerste lid, 2°, 3°, 4°, 5°, 6°, 7°, 10° en 17°, niet bij hun vergunningsaanvraag voegen.

    HOOFDSTUK III. - Aanvraag tot en behoud van de inschrijving als kredietbemiddelaar

    Art. 5. Elke aanvraag tot inschrijving als kredietbemiddelaar, als bedoeld in artikel VII.180, § 1, eerste en derde lid, en VII.184, § 1, eerste lid van het WER, moet aan de FSMA worden gericht, in de vorm en volgens de modaliteiten door haar bepaald en op haar website bekendgemaakt.

    De aanvraag wordt samen met een dossier ingediend, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 6 tot 9. De FSMA kan voorzien dat de aanvraag en het dossier geheel of gedeeltelijk langs elektronische weg moeten worden ingediend.

    De aanvraag wordt ingediend door de persoon die om de inschrijving vraagt of, wanneer de aanvrager een rechtspersoon is, door het wettelijk bestuursorgaan of door één of meerdere personen die daartoe gemachtigd zijn en daarbij handelen onder de verantwoordelijkheid van het wettelijk bestuursorgaan.

    Art. 6. In zijn aanvraag geeft de kandidaat-bemiddelaar aan of hij een inschrijving als bemiddelaar inzake hypothecair krediet, inzake consumentenkrediet of beide wenst te verkrijgen, overeenkomstig artikel VII.177 van het WER.

    De kandidaat-bemiddelaar inzake hypothecair krediet geeft in zijn aanvraag aan in welke categorie bemiddelaars, zoals bedoeld in artikel VII.180, § 4 van het WER, hij in het register wenst ingeschreven te worden.

    De kandidaat-bemiddelaar inzake consumentenkrediet geeft in zijn aanvraag aan in welke categorie bemiddelaars, zoals bedoeld in artikel VII.185, § 1 van het WER, hij in het register wenst ingeschreven te worden.

    Art. 7. Zonder afbreuk te doen aan het recht van de FSMA om de bijkomende inlichtingen te vragen die zij nodig acht voor de beoordeling van het dossier, moet de kandidaat die een natuurlijke persoon is, om een rechtsgeldige aanvraag in te dienen, bij zijn aanvraag tot inschrijving als kredietbemiddelaar in de categorie kredietmakelaars, verbonden agenten of subagenten, volgende gegevens verstrekken en documenten voegen :

  24. zijn identificatiegegevens en zijn ondernemingsnummer;

  25. een uittreksel uit het strafregister bestemd voor gereglementeerde activiteiten dat niet ouder is dan drie maanden;

  26. een toelichting die zijn geschiktheid en professionele betrouwbaarheid aantoont zoals bedoeld in de artikelen VII.181, § 1, eerste lid, 2°, en VII.186, § 1, eerste lid, 2° van het WER, volgens de modaliteiten bepaald door de FSMA;

  27. het bewijs dat hij de vereiste beroepskennis bezit als bepaald in de hoofdstukken V en VI;

  28. de identificatiegegevens van de aangeduide...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT