Koninklijk besluit tot regeling van de eindrekening van de uitgaven en de inhoudingen voorzien in artikel 75, § 1quater, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten en artikel 86, § 1, van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, de 11 mars 2021
Artikel 1. De eindrekening met vermelding, per deelstaat, van de werkelijk gedane uitgaven voor rekening van de deelstaten, de gerealiseerde inhoudingen en het saldo van beide, is vastgesteld in de bijlage bij dit besluit.
Art. 2. De uitgavenkredieten die overeenstemmen met de absolute waarde van de negatieve saldi van de in de bijlage bij dit besluit opgenomen eindrekening zullen in de aangepaste Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021 ingeschreven worden op de respectievelijke secties van de betrokken federale departementen.
Art. 3. De minister bevoegd voor Werk, de staatssecretaris bevoegd voor Begroting, de minister bevoegd voor Volksgezondheid, de minister bevoegd door Sociale zaken, de minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor Mobiliteit zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
( Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 12-04-2021, p. 32143 )
Handtekening
Gegeven te Brussel, 11 maart 2021.
FILIP
Van Koningswege :
De Vice-eersteminister en Minister van Financiën,
V. VAN PETEGHEM
Aanhef
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, artikel 108;
Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, het artikel 75, § 1quater;
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, het artikel 86, § 1;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 februari 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting van 23 februari 2021;
Gelet op het overleg met de gemeenschappen, de Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie en de gewesten tijdens de elektronische Interministeriële Conferentie Financiën en Begroting afgesloten op 26 februari 2021;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat:
- de eindrekening reeds in het kader van de begrotingscontrole 2018 aan de deelstaten werd meegedeeld maar dat de aanzuivering van de saldi van die eindrekening, in toepassing van artikel 75, § 1quater, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten en artikel 86, § 1, van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, nog maar gedeeltelijk werd geregeld:
- de bijkomende inhoudingen op de aan de deelstaten over te dragen middelen - ingevolge te lage inhoudingen in 2015 - werden reeds in de loop van 2018 uitgevoerd,
- de terugbetalingen aan de deelstaten daarentegen - ingevolge te hoge inhoudingen in 2015 - werden nog niet uitgevoerd;
- de uitgavenkredieten die deze terugbetalingen moeten mogelijk maken, ter gelegenheid van de eerstvolgende begrotingscontrole, in de aangepaste Algemene Uitgavenbegroting dienen voorzien te worden.
Gelet op het advies nr...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI