Koninklijk besluit tot regeling van de overplaatsing van de beschermingsassistenten van de Veiligheid van de Staat naar de federale politie, de 23 mai 2016

TITEL I. - ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de beschermingsassistenten van de Veiligheid van de Staat, belast met het uitvoeren van opdrachten van persoonsbescherming en in dienstactiviteit bij de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat, overgeplaatst naar de federale politie krachtens artikel 92 van de wet diverse bepalingen Binnenlandse Zaken van 21 april 2016, hierna "de overgeplaatste beschermingsassistenten" genoemd.

HOOFDSTUK II. - Overplaatsing naar de bijzondere personeelscategorie binnen de federale politie

Art. 2. Bij hun overplaatsing naar de bijzondere personeelscategorie van de federale politie worden de overgeplaatste beschermingsassistenten benoemd als statutaire personeelsleden van de federale politie zonder voorwaarde van stage, met als graad beschermingsassistent en aangewezen bij de directie van de bescherming bij de federale politie.

Art. 3. De overgeplaatste beschermingsassistenten volgen een informatiesessie van 40 uren.

Die informatiesessie heeft tot doel de organisatie en de werking van de geïntegreerde politie toe te lichten.

Het programma van die informatiesessie wordt door de nationale politieacademie, in samenspraak met de directeur van de directie van de bescherming, bepaald.

Art. 4. De Veiligheid van de Staat deelt aan de federale politie het saldo van de dagen vakantieverlof van elke overgeplaatste beschermingsassistent vastgesteld op het ogenblik van de overplaatsing mee.

Voor het jaar 2016 komt dit saldo in de plaats van het in artikel VIII.III.1 RPPol bedoelde jaarlijkse vakantieverlof.

Vanaf het volgende kalenderjaar wordt het jaarlijkse vakantieverlof vastgesteld overeenkomstig de artikelen VIII.III.1 en volgende, RPPol.

Art. 5. De Veiligheid van de Staat deelt aan de federale politie het saldo van de dagen ziekteverlof van elke overgeplaatste beschermingsassistent vastgesteld op het ogenblik van de overplaatsing mee.

De overgeplaatste beschermingsassistent behoudt zijn aldaar opgebouwde saldo dat na zijn overplaatsing overeenkomstig artikel VIII.X.1 RPPol jaarlijks wordt aangevuld op de datum waarop hij eertijds bij de Veiligheid van de Staat in dienst is getreden.

Voor de toepassing van artikel VIII.X.1, eerste lid, tweede zin, RPPol worden de overgeplaatste beschermingsassistenten beschouwd als personeelsleden die op zijn minst al zesendertig maanden in dienst zijn.

Art. 6. De overgeplaatste beschermingsassistenten genieten de in artikel X.I.1 RPPol bedoelde kosteloze gezondheidszorgen.

Art. 7. Voor de toepassing van artikel XI.III.28 RPPol en de daarin bedoelde aanwezigheidstermijn in het raam van de toelage "Brussels Hoofdstedelijk Gewest" wordt de dienstanciënniteit van de overgeplaatste beschermingsassistenten verworven bij de Veiligheid van de Staat in rekening gebracht.

Art. 8. De commissaris-generaal reikt aan de overgeplaatste beschermingsassistenten een legitimatiekaart uit waaruit hun hoedanigheid van beschermingsassistent van politie blijkt.

De legitimatiekaart van de overgeplaatste beschermingsassistenten wordt vastgesteld overeenkomstig de door de minister van Binnenlandse Zaken bepaalde nadere regels.

HOOFDSTUK III. - Statutaire voordelen in overgangsrecht

Afdeling 1. -...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT