Koninklijk besluit tot oprichting van de Nationale Veiligheidsraad, het Strategisch Comité Inlichtingen en Veiligheid en het Coördinatiecomité Inlichtingen en Veiligheid, de 22 décembre 2020

Artikel 1. In de schoot van de Regering wordt een Nationale Veiligheidsraad, hierna Raad genoemd, opgericht.

Art. 2. De leden van de Raad zijn de Eerste Minister, die de Raad voorzit, de ministers die Justitie, Landsverdediging, Binnenlandse Zaken en Buitenlandse Zaken binnen hun bevoegdheid hebben, en de Vice-eersteministers die geen van deze bevoegdheden hebben.

De Regeringsleden die geen lid zijn van de Raad, kunnen door de Eerste Minister worden uitgenodigd eraan deel te nemen voor het onderzoek van dossiers die hen in het bijzonder aanbelangen.

De voorzitter van het Coördinatiecomité Inlichtingen en Veiligheid (hierna genoemd Coördinatiecomité) neemt deel aan de vergaderingen van de Nationale Veiligheidsraad, met raadgevende stem, tenzij de voorzitter van de Nationale Veiligheidsraad daar anders over beslist.

Op verzoek van de voorzitter van de Nationale Veiligheidsraad of op eigen initiatief, kan de voorzitter van het Coördinatiecomité worden bijgestaan door leden van het Coördinatiecomité telkens hun expertise noodzakelijk is voor de bespreking van bepaalde agendapunten.

De niet-permanente leden van het Coördinatiecomité kunnen door de Eerste Minister worden uitgenodigd om deel te nemen aan de Raad voor het onderzoek van dossiers die hen in het bijzonder aanbelangen.

Personen die vanuit hun functie een bijdrage kunnen leveren aan de opdrachten van de Raad, kunnen door de Eerste Minister worden uitgenodigd om deel te nemen aan vergaderingen van de Raad, met raadgevende stem.

Art. 3. Als coördinerend beleidsorgaan is de Raad belast met:

- de bepaling, de opvolging, de coördinatie en de evaluatie van het algemeen inlichtingen- en veiligheidsbeleid;

- de bepaling, de opvolging, de coördinatie en de evaluatie van de nationale veiligheidsstrategie;

- de bepaling van de prioriteiten van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten;

- de coördinatie van de prioriteiten inzake nationale veiligheid van de veiligheidsdiensten die in het Coördinatiecomité vertegenwoordigd zijn;

- de bepaling van het algemeen beleid betreffende de bescherming van gevoelige informatie;

- de beleidscoördinatie van de strijd tegen het terrorisme, het extremisme dat tot terrorisme kan leiden, de verspreiding van massavernietigingswapens, en de financiering van deze fenomenen;

- het toezicht op de gecoördineerde uitvoering van zijn beslissingen.

Ter ondersteuning van deze opdracht formuleert het Coördinatiecomité voorstellen die aan de Raad worden voorgelegd na bespreking in het Strategisch Comité voor Inlichtingen en Veiligheid, hierna Strategisch Comité genoemd.

De Raad kan het Coördinatiecomité verzoeken om voorstellen te formuleren in het kader van de opdracht van de Raad. Deze voorstellen worden aan de Raad voorgelegd na bespreking in het Strategisch Comité.

Art. 4. De Raad vergadert na bijeenroeping door de Eerste Minister, die de agenda vaststelt.

Art. 5. Het vaste secretariaat van de Raad wordt waargenomen door een vertegenwoordiger van de Eerste Minister en ondersteund door de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister. Het secretariaat is belast met alle formele aspecten van de werking van de Raad en stelt de notificaties van de vergaderingen van de Raad op. Aan deze notificaties wordt, indien nodig, een beschermingsniveau toegekend zoals bepaald in artikel 4 van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen.

Het secretariaat bezorgt de leden van de Raad en de permanente leden van het Coördinatiecomité de agenda en de notificaties van de vergaderingen van de Raad.

Art. 6. Er wordt, bij de Eerste Minister, een Strategisch Comité opgericht.

Art. 7. Het Strategisch Comité wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Eerste Minister en bestaat uit de vertegenwoordigers van de andere Regeringsleden die lid zijn van de Raad.

De voorzitter van het Coördinatiecomité neemt deel aan de vergaderingen van het Strategisch Comité, met raadgevende stem, tenzij de voorzitter van het Strategisch Comité daar anders over beslist.

Op verzoek van de voorzitter van het Strategisch Comité of op eigen initiatief, kan de voorzitter van het Coördinatiecomité worden bijgestaan door leden van het Coördinatiecomité en door hun experten, telkens hun expertise noodzakelijk is voor de bespreking van bepaalde agendapunten.

Art. 8. Het Strategisch...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT