Koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk besluit van 2 november 2017 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen, de 24 janvier 2024

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land voor wat betreft het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen, zoals laatst gewijzigd bij gedelegeerde Richtlijn (EU) 2022/2407 van de Commissie van 20 september 2022 tot aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad.

HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied

Art. 2. § 1. Tenzij uitdrukkelijk anders wordt bepaald, is dit besluit zowel van toepassing op nationaal vervoer als op internationaal vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met inbegrip van het laden en lossen, de overbrenging van of naar een andere vervoersmodaliteit en de noodzakelijke haltes tijdens het vervoer.

§ 2. Dit besluit is niet van toepassing op:

  1. het vervoer per spoor van ontplofbare en radioactieve stoffen;

  2. het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor door wagons die eigendom zijn van of onder de verantwoordelijkheid vallen van de strijdkrachten;

  3. het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor dat volledig binnen een afgesloten gebied plaatsvindt.

    § 3. Bijlage 3 voorziet in voorschriften over:

  4. het toezicht op de vervaardiging, reconstructie of reconditionering van verpakkingen, IBC's en grote verpakkingen;

  5. de periodieke beproevingen en inspecties op IBC's;

  6. de bouw van tanks op basis van Belgische goedkeuringscertificaten van het type;

  7. de verlenging van het interval tussen periodieke controles en beproevingen van gasflessen en flessenbatterijen;

  8. vervoersbeperkingen;

  9. preciseringen.

    HOOFDSTUK 3. - Definities

    Art. 3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  10. "Minister": de Minister bevoegd voor het spoorwegvervoer;

  11. "gemachtigde van de Minister": de Directeur-generaal van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer die bevoegd is voor het spoorwegvervoer";

  12. "veiligheidsinstantie": de instantie bedoeld in artikel 72 van de Spoorcodex en in het koninklijk besluit van 22 juni 2011 tot aanwijzing van de veiligheidsinstantie van de spoorwegen;

  13. "onderzoeksorgaan": het orgaan bedoeld in artikel 110 van de Spoorcodex en in het koninklijk besluit van 22 juni 2011 tot aanwijzing van het onderzoeksorgaan voor ongevallen en incidenten op het spoor;

  14. "RID": het Reglement betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, opgenomen als bijlage aan aanhangsel C van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF), gesloten te Vilnius op 3 juni 1999, opgenomen in bijlage 4;

  15. "wagon": elk spoorvoertuig zonder eigen aandrijving dat op eigen wielen op rails rijdt en wordt gebruikt voor het vervoer van goederen;

  16. "klassen": de klassen van gevaarlijke goederen opgesomd in onderafdeling 2.1.1.1 van het RID;

  17. "UN-nummer": het UN-nummer zoals gedefinieerd in afdeling 1.2.1. van het RID;

  18. "gevaarlijke goederen": de in afdeling 1.2.1 van het RID als dusdanig gedefinieerde goederen die behoren tot de klassen:

    - 2, 4.2, 4.3, 5.2, 6.1, 6.2, 8,

    - 3, behalve de UN-nummers die ingedeeld zijn bij de classificatiecode D,

    - 4.1, behalve de UN-nummers die ingedeeld zijn bij de classificatiecodes D of DT,

    - 5.1, behalve de UN-nummers 1942, 2067, 2426 en 3375,

    - 9, behalve het UN-nummer 3268;

  19. "verpakking, drukrecipiënt, IBC (grote houder voor losgestort vervoer), grote verpakking, tank, tankwagon, vacuümtank voor afvalstoffen en mobiele tank" : verpakking, drukrecipiënt, IBC (grote houder voor losgestort vervoer), grote verpakking, tank, tankwagon, vacuümtank voor afvalstoffen en mobiele tank zoals gedefinieerd in afdeling 1.2.1 van het RID;

  20. "belader": de belader zoals gedefinieerd in afdeling 1.2.1 van het RID;

  21. "vuller": de vuller zoals gedefinieerd in afdeling 1.2.1 van het RID;

  22. "vervoerder": de vervoerder zoals gedefinieerd in afdeling 1.2.1 van het RID;

  23. "geadresseerde": de geadresseerde zoals gedefinieerd in afdeling 1.2.1 van het RID;

  24. "infrastructuurbeheerder": de beheerder van de spoorweginfrastructuur zoals gedefinieerd in afdeling 1.2.1 van het RID;

  25. "afzender": de afzender zoals gedefinieerd in afdeling 1.2.1 van het RID;

  26. "ontlader": de ontlader zoals gedefinieerd in afdeling 1.2.1 van het RID;

  27. "lossen": lossen zoals gedefinieerd in afdeling 1.2.1 van het RID;

  28. "veiligheidsadviseur": elke persoon die door de bedrijfsleider van een onderneming wordt aangewezen om de in onderafdeling 1.8.3.3 van het RID bedoelde taken uit te voeren en die in het bezit is van het in onderafdeling 1.8.3.7 van het RID bedoelde scholingscertificaat;

  29. "onderneming" als bedoeld in punt 19°, in artikel 19 en in de bijlage 2: een natuurlijke persoon, een rechtspersoon met of zonder winstoogmerk, een vereniging of groepering van personen zonder rechtspersoonlijkheid en met of zonder winstoogmerk, of een onder de overheid ressorterend lichaam, ongeacht of het een eigen rechtspersoonlijkheid bezit of afhankelijk is van een overheid met rechtspersoonlijkheid waarvan de activiteiten de verzending of het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, of de met dit vervoer samenhangende verpakkings-, laad-, vul- of loswerkzaamheden omvatten.

    Uit de definitie van onderneming zijn uitgesloten de ondernemingen waarvan de activiteiten zich beperken tot:

    1. activiteiten die betrekking hebben op het vervoer van gevaarlijke goederen uitgevoerd met vervoermiddelen die eigendom zijn of onder de verantwoordelijkheid vallen van de strijdkrachten;

    2. activiteiten die betrekking hebben op het vervoer van beperkte hoeveelheden per wagon, die niet groter zijn dan de in onderafdeling 1.1.3.6 en de hoofdstukken 3.3, 3.4 en 3.5 van het RID genoemde drempels;

    3. het vervoer van diagnostische monsters van UN-nummer 3373 die verpakt zijn overeenkomstig verpakkingsinstructie P650 van onderafdeling 4.1.4.1 van het RID;

    4. het lossen van gevaarlijke goederen op hun eindbestemming;

    5. het binnenlands vervoer, of met dat vervoer samenhangende verpakkings-, laad-, los- of vulwerkzaamheden van minder dan vijftig ton netto gevaarlijke goederen per kalenderjaar, wanneer enkel gevaarlijke goederen worden behandeld die ingedeeld zijn bij de letters A, O of F van de klasse 2 of bij de verpakkingsgroepen II of III van de klassen 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 6.1, 8 en 9;

  30. "vervoercommissionair": een vervoercommissionair zoals gedefinieerd in artikel 1, 1° van de wet van 26 juni 1967 betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer en die over een vergunning voor vervoercommissionair beschikt overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 juli 1975 tot instelling van de vergunning van vervoercommissionair;

  31. "commissionair-expediteur": een commissionair-expediteur zoals gedefinieerd in artikel 1, 3° van de wet van 26 juni 1967 betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer en die over een vergunning voor vervoercommissionair beschikt overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 juli 1975 tot instelling van de vergunning van vervoercommissionair;

  32. "inspectiedienst beveiliging": de inspectiedienst bedoeld in het koninklijk besluit van 12 januari 2023 betreffende de controles op de regelgeving met betrekking tot de beveiliging in de deelsector spoorvervoer;

  33. "erkende controle-instelling": een controle-instelling die door de Minister is erkend voor het uitvoeren van één of meerdere in artikel 20 opgenomen activiteiten;

  34. "toegelaten controle-instelling": een controle-instelling die door een bevoegde overheid van een andere Verdragsstaat aan het RID is erkend en door de Minister is toegelaten om in zijn naam op Belgisch grondgebied één of meerdere activiteiten uit te oefenen die betrekking hebben op de conformiteitsbeoordelingen en keuringen van de hoofdstukken 6.2 en 6.8 van het RID;

  35. "Xa-instelling": een erkende of toegelaten controle-instelling conform onderafdeling 1.8.6.3 van het RID en geaccrediteerd volgens de norm EN ISO/IEC 17020:2012 (behalve artikel 8.1.3), type A;

  36. "Xb-instelling": een erkende of toegelaten controle-instelling conform onderafdeling 1.8.6.3 van het RID en geaccrediteerd volgens de norm EN ISO/IEC 17020:2012 (behalve artikel 8.1.3), type B, die exclusief werkt voor de eigenaar of de houder die voor de drukrecipiënten verantwoordelijk is en waarvan de activiteiten zich beperken tot de periodieke keuringen van gasrecipiënten vermeld in hoofdstuk 6.2 van het RID;

  37. "interne inspectiedienst ("IS")": een interne inspectiedienst van de fabrikant of van een testcentrum onder toezicht van een erkende of toegelaten controle-instelling conform onderafdeling 1.8.6.3 van het RID en geaccrediteerd volgens de norm EN ISO/IEC 17020: 2012 (behalve artikel 8.1.3), type A. De interne inspectiedienst is onafhankelijk van het ontwerpproces en van de fabricage-, reparatie- en onderhoudswerkzaamheden.

    HOOFDSTUK 4. - Algemene voorschriften

    Art. 4. Onverminderd de afwijkingen bedoeld in hoofdstuk 6, worden gevaarlijke goederen niet vervoerd wanneer dat door het RID verboden is.

    Onverminderd de algemene regels inzake markttoegang of de algemeen toepasselijke regels op het vervoer van goederen, is het vervoer van gevaarlijke goederen toegelaten onder voorbehoud van de naleving van de voorwaarden van het RID en van de bepalingen van dit besluit.

    De bevoegde overheden bedoeld in de afdeling 1.2.1 van het RID zijn aangeduid in bijlage 1.

    HOOFDSTUK 5. - Specifieke reglementaire veiligheidsvoorschriften en beperkingen

    Art. 5. De Minister kan voor het nationale en internationale vervoer van gevaarlijke goederen per spoor specifieke reglementaire veiligheidsvoorschriften vaststellen met betrekking tot:

  38. het vervoer van gevaarlijke goederen met wagons, voor zover dit niet onder het toepassingsgebied van dit besluit valt;

  39. voor zover van toepassing, het gebruik van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT