Koninklijk besluit tot aanvulling van het koninklijk besluit van 30 november 2011 houdende veiligheidsvoorschriften voor de kerninstallaties voor wat betreft de omzetting van de Europese richtlijn 2014/87/Euratom, de 9 octobre 2018

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2014/87/EURATOM van 8 juli 2014 houdende wijziging van richtlijn 2009/71/Euratom tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties.

Art. 2. In artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 30 november 2011 houdende veiligheidsvoorschriften voor de kerninstallaties worden volgende wijzigingen aangebracht:

  1. Punt 13° wordt vervangen als volgt:

    "13° Ontwerp: het ontwerp bevat de ontwerpbasis en de uitbreiding van het ontwerp:

    1. Ontwerpbasis: de reeks omstandigheden en gebeurtenissen waarmee rekening is gehouden initieel met inbegrip van upgrades, van een kerninstallatie, overeenkomstig vastgestelde criteria, op zodanige wijze dat die installatie weerstand kan bieden aan die gebeurtenissen zonder dat de vergunde grenswaarden worden overschreden bij de geplande werking van de veiligheidssystemen;

    2. Uitbreiding van het ontwerp: de reeks omstandigheden en gebeurtenissen die complexer of ernstiger zijn als diegene die deel uitmaken van de ontwerpbasis. Deze omstandigheden kunnen worden veroorzaakt door meerdere initiërende gebeurtenissen, meerdere falingen, zeer onwaarschijnlijke gebeurtenissen of kunnen gepostuleerde omstandigheden zijn."

  2. punt 19° wordt vervangen als volgt:

    "19° Probabilistische veiligheidsstudie: gedetailleerde, gestructureerde benadering die gebruikt wordt om falingscenario's uit te werken en die een conceptueel en mathematisch middel vormt om becijferde risicoschattingen te maken.

    Voor de kernreactoren bestaan er drie niveaus van probabilistische veiligheidsstudies. Niveau 1 omvat de evaluatie van de falingen van de installatie, waardoor de frequentie van de beschadiging van de kern en/of van de in het desactiveringsbekken aanwezige brandstof bepaald kan worden. Niveau 2 omvat de evaluatie van de reactie van de insluiting, waardoor, met de resultaten van niveau 1, de frequentie van de defecten van de insluiting en de uitstoot in het leefmilieu van een bepaald percentage van de hoeveelheid in de brandstof aanwezige radionucliden bepaald kunnen worden. Niveau 3 omvat de evaluatie van de gevolgen buiten de vestigingsplaats, waarbij met behulp van de resultaten van niveau 2 de risico's voor de personen van het publiek kunnen ingeschat worden;"

  3. punt 26° wordt vervangen als volgt:

    "26° Ontwerpbasisongeval : een ongeval dat is beschouwd in de ontwerpbasis;"

  4. wordt een punt 27° ingevoegd luidende:

    "27° Ontwerpuitbreidingsongeval: een ongeval dat is beschouwd in de uitbreiding van het ontwerp. Twee categoriëen van ongevallen worden beschouwd :

    1. Ontwerpuitbreidingsongevallen binnen het domein "A" (DEC-A) waarvoor het mogelijk is om, vroegtijdige of massale radioactieve lozingen te vermijden alsook in voorkomend geval brandstofschade

    2. Ontwerpuitbreidingsongevallen binnen het domein "B" (DEC-B of Ernstige ongevallen) waarvoor het niet mogelijk is om, vroegtijdige of massale radioactieve lozingen alsook, in voorkomend geval, brandstofschade te vermijden;"

  5. wordt een punt 28° ingevoegd luidende:

    "28° Vroegtijdige of massale radioactieve lozing: Een radioactieve lozing die ofwel noodmaatregelen buiten de site noodzakelijk maken, maar waarvoor onvoldoende tijd rest om die ten uitvoer te brengen ofwel beschermingsmaatregelen vergen die niet beperkt kunnen worden in tijd of ruimte."

    Art. 3. In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt tussen het vijfde en het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:

    "Het veiligheidsbeleid vereist dat alle activiteiten die verband houden met de nucleaire veiligheid continu worden verbeterd door:

    - alle nieuwe informatie te identificeren en te analyseren binnen een termijn die in verhouding staat tot het belang ervan voor de veiligheid;

    - de veiligheid van de installatie en de demonstratie van haar veiligheid regelmatig opnieuw te evalueren, rekening houdend met de ervarings-feedback over de uitbating zoals bedoeld in artikel 11, het onderzoek inzake nucleaire veiligheid, de technologische en wetenschappelijke vooruitgang, alsook de evolutie van de normen en praktijken;

    - tijdig over te gaan tot de implementatie van de redelijkerwijs haalbare veiligheidsverbeteringen die zijn geïdentificeerd."

    Art. 4. In hetzelfde besluit wordt artikel 3/1 ingevoegd, luidende:

    "Art. 3/1 - Nucleaire veiligheidsdoelstelling

    Bij het ontwerp, de keuze van de vestigingsplaats, de bouw, de inbedrijfstelling, de bedrijfsvoering en de buitenbedrijfstelling van kerninstallaties die voor het eerst vergund zijn na 15 augustus 2014 moet de doelstelling voor ogen worden gehouden dat ongevallen moeten voorkomen worden en, indien een ongeval zich voordoet, de gevolgen van dat ongeval worden beperkt en vroegtijdige of massale radioactieve lozingen worden vermeden.

    In voorkomend geval verduidelijken de technische reglementen van het Agentschap de praktische invulling van de nucleaire veiligheidsdoelstelling, om te zorgen voor coherentie met de bepalingen van het koninklijk besluit van 1 maart 2018 tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied.

    Om de nucleaire veiligheidsdoelstelling te verwezenlijken wordt het concept van gelaagde bescherming toegepast met als doel dat:

    1. de impact van externe risico's van natuurlijke oorsprong, inclusief extreme risico's, en van onopzettelijk door de mens veroorzaakte gevaren, tot een minimum wordt beperkt;

    2. voorziene bedrijfsincidenten of falingen worden voorkomen;

    3. voorziene bedrijfsincidenten worden beheerst en defecten worden gedetecteerd;

    4. ontwerpbasisongevallen worden beheerst;

    5. de omstandigheden van de uitbreiding van het ontwerp worden beheerst, en tevens wordt voorkomen dat ongevallen escaleren naar ernstige ongevallen en de gevolgen van ernstige ongevallen worden beperkt;

    6. het beheer van noodsituaties, in overeenstemming met artikel 16 en, voor de vermogensreactoren, artikel 31, mogelijk gemaakt wordt."

    Art. 5. In hetzelfde besluit wordt artikel 3/2 ingevoegd, luidende:

    "Artikel 3/2 - Kerninstallaties die vergund zijn voor 15 augustus 2014

    Voor de kerninstallaties die voor het eerst vergund zijn voor 15 augustus 2014, moet de nucleaire veiligheidsdoelstelling opgenomen in artikel 3/1 als referentie worden gehanteerd wat betreft het tijdig implementeren van redelijkerwijs haalbare maatregelen ter verbetering van de veiligheid van de installaties, onder andere in het kader van de periodieke veiligheidsherziening zoals omschreven in artikel 14."

    Art. 6. In hetzelfde besluit wordt een artikel 5.7. ingevoegd, luidende:

    "5.7 - Veiligheidscultuur

    Op alle niveaus moet de organisatie continu houdingen en gedragingen die een afspiegeling zijn van een sterke en duurzame veiligheidscultuur tonen, aanmoedigen, ondersteunen en bevorderen. De organisatie gaat zelfgenoegzaamheid tegen en stimuleert een cultuur van informatiedoorstroming en een houding van invraagstelling en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT