Koninklijk besluit nr. 6 betreffende uitstel in de aanstelling van de leden van de Hoge Raad voor de Justitie, de 16 avril 2020

Artikel 1. In afwijking van artikel 13 van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 houdende de vaststelling van de verkiezingsprocedure voor de leden-magistraten van de Hoge Raad voor de Justitie, wordt de datum van de verkiezingen van de leden-magistraten uitzonderlijk vastgesteld op 25 september 2020.

Art. 2. In afwijking van artikel 259bis-2, § 5, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek worden voor de niet-magistraten de kandidaturen en de lijsten met voorgedragen kandidaten bedoeld in artikel 259bis-2, § 2, tweede lid, op straffe van verval uiterlijk op 10 september 2020 aan de voorzitter van de Senaat gericht bij een ter post aangetekende brief.

In afwijking van artikel 259bis-2, § 5, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, maakt de minister van Justitie de lijst met de aantredende leden van de Hoge Raad voor de Justitie en hun opvolgers bekend in de loop van de maand volgend op de organisatie van de verkiezingen.

Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 18 maart 2020.

Art. 4. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Brussel, 16 april 2020.

FILIP

Van Koningswege :

Vice-Eerste Minister, Minister van Justitie en Minister van Europese Zaken, belast met de Regie der Gebouwen,

K. GEENS

Aanhef

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het virus COVID-19 (II), de artikelen 2, 5 en 6;

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 259bis-2, § 5, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 19 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 februari 1999 houdende de vaststelling van de verkiezingsprocedure voor de leden-magistraten van de Hoge Raad voor de Justitie, artikel 13;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 april 2020;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse van 2 april 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 4 april 2020;

Gelet op het advies nr. 67.207/1 van de Raad van State, gegeven op 10 april 2020 met toepassing van artikel 4, derde lid van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I);

Overwegende de vraag van de voorzitster van de Hoge Raad voor de Justitie geformuleerd op 25 maart 2020;

Overwegende het gegeven dat het in de context van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT