Koninklijk besluit nr. 59 met betrekking tot de onttrekking van handelsgeschenken van geringe waarde en de onttrekking voor liefdadigheidsdoeleinden van voedingsmiddelen en levensnoodzakelijke niet-voedingsmiddelen andere dan goederen die op duurzame wijze kunnen worden gebruikt, wat de belasting over de toegevoegde waarde betreft, de 18 mai 2020

HOOFDSTUK 1. - De onttrekkingen van goederen met het oog op het verstrekken van handelsgeschenken van geringe waarde

Artikel 1. Worden niet gelijkgesteld met leveringen van goederen verricht onder bezwarende titel in de zin van artikel 12, § 1, van het Wetboek, de onttrekkingen van goederen gedaan door een belastingplichtige met het oog op het verstrekken om niet van handelsgeschenken van geringe waarde die voldoen aan de volgende voorwaarden:

  1. het goed wordt verstrekt in het kader van handelsrelaties;

  2. het goed mag niet worden doorverkocht door de begunstigde in het kader van een economische activiteit;

  3. de aankoopprijs, of indien er geen aankoopprijs is, de normale waarde van het goed, exclusief belasting, is lager dan 50 euro.

    HOOFDSTUK 2. - De onttrekkingen van goederen met het oog op het verstrekken ervan voor liefdadigheidsdoeleinden

    Afdeling 1. - De onttrekkingen van voedingsmiddelen met het oog op het verstrekken ervan voor liefdadigheidsdoeleinden

    Art. 2. Worden niet gelijkgesteld met leveringen van goederen verricht onder bezwarende titel in de zin van artikel 12, § 1, van het Wetboek, de onttrekkingen van voedingsmiddelen, gedaan door een belastingplichtige, die voldoen aan de in de artikelen 3 en 4 voorgeschreven voorwaarden en worden verricht volgens de in artikel 5 en, in voorkomend geval, afdeling 3 voorgeschreven nadere regels.

    Art. 3. Worden bedoeld in artikel 2, de goederen die:

  4. bestaan in voedingsmiddelen, met inbegrip van dranken andere dan geestrijke dranken, die:

    1. bestemd zijn voor menselijke consumptie;

    2. nog geschikt zijn voor menselijke consumptie;

  5. niet meer verkocht kunnen worden tegen de normale commercialisatievoorwaarden wegens één of meer van de volgende redenen:

    1. de houdbaarheidsdatum van het goed verstrijkt ten laatste vijf dagen na de datum van de onttrekking van het goed;

    2. de verpakking van het goed is beschadigd of niet in overeenstemming met de commercialisatiestandaard van de fabrikant of handelaar;

    3. het voedingsmiddel beantwoordt niet aan de productiestandaard vastgelegd door de fabrikant;

    4. de gebruikelijke commercialisatieperiode voor het goed is verlopen.

    De goederen bedoeld in het eerste lid kunnen geleverd worden, onder de voorwaarden bepaald in artikel 4, in de staat waarin ze oorspronkelijk werden verhandeld of na verwerking of bereiding, in de vorm van maaltijden of voedselpakketten.

    Art. 4. Worden bedoeld in artikel 2, de onttrekkingen van goederen gedaan met het oog op een levering om niet aan:

  6. een voedselbank:

    1. die lid is van de Belgische Federatie van Voedselbanken of van een instelling die zelf lid is van de Europese Federatie van Voedselbanken;

    2. waarvan het doel bestaat in de verdeling van voedselhulp aan behoeftige personen via caritatieve verenigingen erkend door de voedselbanken;

  7. een lokale, gemeentelijke, intercommunale, provinciale, gemeenschaps-, gewestelijke of federale administratie of overheid, in het kader van hun opdrachten tot het verdelen van voedselhulp aan behoeftige personen;

  8. elke door een overheid bedoeld onder 2° erkende caritatieve organisatie;

  9. een door de Minister van Financiën of zijn gemachtigde erkend verdeelplatform.

    In afwezigheid van een formele erkenningsprocedure door de bevoegde overheid, wordt een in het eerste lid, 3°, bedoelde caritatieve organisatie geacht erkend te zijn indien zij een verklaring kan voorleggen van de bevoegde overheid, waarin die bevestigt dat de organisatie:

  10. zich inzet voor de strijd tegen de armoede en voor de bedeling van in artikel 2 bedoelde goederen;

  11. in staat is om de in artikel 2 bedoelde goederen in goede omstandigheden te verdelen;

  12. zich ertoe verbindt om de in artikel 2 bedoelde goederen niet voor commerciële doeleinden te gebruiken en ze uitsluitend te verdelen onder behoeftige personen zonder enige andere tegenprestatie dan een financiële bijdrage die niet hoger is dan de uitgaven die rechtstreeks verband houden met die verdeling.

    Art. 5. § 1. Bij een onttrekking bedoeld in artikel 2, stelt de belastingplichtige een document op in twee exemplaren, met de volgende vermeldingen:

  13. de datum waarop de begunstigde bezit genomen heeft van de goederen;

  14. de naam of maatschappelijke benaming, het adres en het btw-identificatienummer van de belastingplichtige;

  15. de naam of maatschappelijke benaming, het adres en het ondernemingsnummer van de begunstigde;

  16. de aard en de hoeveelheid van de geleverde goederen;

  17. de in artikel 3, eerste lid, 2°, bedoelde reden waarom de goederen niet meer kunnen verkocht worden tegen de normale commercialisatievoorwaarden;

  18. het kosteloze karakter van die levering;

  19. een verklaring van de in artikel 4 bedoelde organisatie, administratie of overheid, op grond waarvan die zich ertoe verbindt:

    1. de ontvangen goederen niet voor commerciële doeleinden te gebruiken;

    2. de ontvangen goederen te bestemmen voor een sociale actie ten voordele van behoeftige personen;

    3. geen tegenprestatie te eisen bij de verdeling van die goederen, met uitzondering van een eventuele financiële bijdrage die niet hoger is dan de uitgaven die rechtstreeks verband houden met die verdeling.

    De in het eerste lid, 4°, bedoelde vermelding mag worden vervangen door toevoeging van het kasticket of de scanningslijst met betrekking tot de geleverde goederen in bijlage van het document bedoeld in het eerste lid.

    Dit document wordt opgesteld uiterlijk de vijftiende dag van de maand na die waarin de levering van goederen werd verricht.

    § 2. In afwijking van paragraaf 1, mag een verzameldocument worden opgesteld waarin de leveringen verricht in de loop van een maand worden gegroepeerd.

    Het verzameldocument bevat, per levering van goederen, de in paragraaf 1 bedoelde vermeldingen, met uitzondering van de data waarop de begunstigden bezit hebben genomen van de goederen, die mogen worden vervangen door een globale verwijzing naar de maand waarop het document betrekking heeft.

    Het verzameldocument wordt opgesteld uiterlijk de vijftiende dag van de maand na die waarin die leveringen van goederen werden verricht.

    § 3. Het in paragraaf 1 bedoelde document en het in paragraaf 2 bedoelde verzameldocument worden gedagtekend en medeondertekend door de begunstigde van de geleverde goederen.

    Afdeling 2. - De onttrekkingen van levensnoodzakelijke niet-voedingsmiddelen andere dan goederen die op duurzame wijze kunnen worden gebruikt, met het oog op het verstrekken ervan voor liefdadigheidsdoeleinden

    Art. 6. Worden niet gelijkgesteld met leveringen van goederen verricht onder bezwarende titel in de zin van artikel 12, § 1, van het Wetboek, de onttrekkingen van niet-voedingsmiddelen, gedaan door een belastingplichtige, die voldoen aan de in de artikelen 7 en 8 voorgeschreven voorwaarden en worden verricht volgens de in artikel 9 en, in voorkomend geval, afdeling 3 voorgeschreven nadere regels.

    Art. 7. Worden bedoeld in artikel 6, de goederen die:

  20. bestaan in goederen andere dan voedingsmiddelen:

    1. die tegemoetkomen aan levensnoodzakelijke behoeften;

    2. waarvan de wederverkoopwaarde aanzienlijk vermindert vanaf hun eerste gebruik;

  21. niet meer kunnen worden verkocht tegen de normale commercialisatievoorwaarden wegens één of meer van de volgende redenen:

    1. de houdbaarheidsdatum of de gebruiksdatum van het goed, naargelang van het geval, nadert of is verlopen op het tijdstip van de onttrekking van het goed;

    2. de verpakking van het goed is beschadigd of niet in overeenstemming met de commercialisatiestandaard van de fabrikant of handelaar;

    3. het goed beantwoordt niet aan de productiestandaard vastgelegd door de fabrikant;

    4. de gebruikelijke commercialisatieperiode voor het goed is verlopen.

    Art. 8. Worden bedoeld in artikel 6, de onttrekkingen van goederen gedaan met het oog op een levering om niet aan de volgende begunstigden:

  22. een lokale, gemeentelijke, intercommunale, provinciale, gemeenschaps-, gewestelijke of federale administratie of overheid, in het kader van hun opdrachten tot het verdelen van materiële hulp aan behoeftige personen;

  23. elke caritatieve organisatie erkend door een onder 1° bedoelde overheid;

  24. een door de Minister van Financiën of zijn gemachtigde erkend verdeelplatform.

    In afwezigheid van een formele erkenningsprocedure door de bevoegde overheid, wordt een in het eerst lid, 2°, bedoelde caritatieve organisatie geacht erkend te zijn indien zij een verklaring kan voorleggen van de bevoegde overheid, waarin die bevestigt dat de organisatie:

  25. zich inzet voor de strijd tegen de armoede en voor de bedeling van in artikel 6 bedoelde goederen;

  26. in staat is om de in artikel 6 bedoelde goederen in goede omstandigheden te verdelen;

  27. zich ertoe verbindt om de in artikel 6 bedoelde goederen niet voor commerciële doeleinden te gebruiken en ze uitsluitend te verdelen onder behoeftige personen zonder enige andere tegenprestatie dan een financiële bijdrage die niet hoger is dan de uitgaven die rechtstreeks verband houden met die verdeling.

    Art. 9. § 1. Bij een in artikel 6 bedoelde onttrekking stelt de belastingplichtige een document op in twee exemplaren, met de volgende vermeldingen:

  28. de datum waarop de begunstigde bezit genomen heeft van de goederen;

  29. de naam of maatschappelijke benaming, het adres en het btw-identificatienummer van de belastingplichtige;

  30. de naam of maatschappelijke benaming, het adres en het ondernemingsnummer van de begunstigde;

  31. de aard en de hoeveelheid van de geleverde goederen;

  32. de in artikel 7, 2°, bedoelde reden waarom de goederen niet meer kunnen verkocht worden tegen de normale commercialisatievoorwaarden;

  33. het kosteloze karakter van die levering;

  34. een verklaring van de begunstigde waarin hij zich verbindt:

    1. de ontvangen goederen niet voor commerciële doeleinden te gebruiken;

    2. de ontvangen goederen te bestemmen voor een sociale actie ten voordele van behoeftige personen;

    3. geen tegenprestatie te eisen bij de verdeling van die goederen, met uitzondering van een eventuele financiële bijdrage die niet hoger is dan de uitgaven die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT