Koninklijk besluit nr. 24 tot tijdelijke uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers tot de organisaties die door de bevoegde overheid zijn erkend voor de bijstand aan en de zorg voor bejaarden en voor de opvang en de huisvesting van bejaarden in de private commerciële sector, de 20 mai 2020

Artikel 1. De definitie van de term "organisatie" zoals vermeld in artikel 3, 3°, van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers wordt uitgebreid tot de organisaties die niet als vereniging zonder winstoogmerk zijn opgericht en die door de bevoegde overheid zijn erkend voor de bijstand aan en de zorg voor bejaarden en voor de opvang en de huisvesting van bejaarden.

Art. 2. De organisaties bedoeld in artikel 1 zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de voormelde wet van 3 juli 2005 voor de periodes waarin zij een werknemer die in tijdelijke werkloosheid wordt gesteld in de door hem uitgeoefende functie vervangen door een vrijwilliger.

Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2020 en treedt buiten werking op 1 juli 2020.

De Koning kan, bij in Ministerraad overlegd besluit, deze termijn verlengen zonder dat deze langer mag duren dan de periode waarin hij de hem door de wet van 27 maart 2020 dat machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus Covid-19 (II) verleende machtiging mag uitoefenen.

Art. 4. De minister die de Sociale Zaken onder zijn bevoegdheid heeft is belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Gegeven te Brussel, 20 mei 2020.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Sociale Zaken,

M. DE BLOCK

Aanhef

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 maart 2020 dat machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus Covid-19 (II), artikel 5, § 1, 3° en 5°;

Gelet op de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers;

Overeenkomstig op het artikel 6, tweede lid, van de wet van 27 maart 2020 dat machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus Covid-19 (II), is dit besluit vrijgesteld van adviesverplichting gezien de hoogdringendheid gemotiveerd door de Covid-19-pandemie;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 april 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 30 april 2020;

Overeenkomstig artikel 8 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse gezien de hoogdringendheid gemotiveerd door het gezondheidsrisico die het coronavirus COVID-19 met zich meebrengt;

Gelet op het advies nr. 67.347/1 van de Raad van State, gegeven op 11 mei 2020, met toepassing van artikel 4, derde lid, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus Covid-19 (I);

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Verslag aan de Koning

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het besluit waarvan ik de eer heb aan uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft als doel het toepassingsgebied van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers uit te breiden tot de organisaties die door de bevoegde overheid zijn erkend voor de bijstand aan en de zorg voor bejaarden en voor de opvang en de huisvesting van bejaarden in de private commerciële sector.

De verspreiding van het coronavirus COVID-19 heeft tot gevolg dat het aantal zieke werknemers of werknemers in quarantaine toeneemt, wat de continuïteit van de activiteit, in het bijzonder in de sector van de rustoorden voor bejaarden en de rust- en verzorgingstehuizen, in het gedrang brengt.

In sommige instellingen is de lage bezettingsgraad van het personeel, dat idealiter nodig is om de veiligheid en het comfort van de ontvangen personen te kunnen blijven garanderen, zeer sterk voelbaar.

Om ervoor te zorgen dat het werk in deze instellingen tijdens de COVID-19-epidemie goed wordt georganiseerd en dat deze essentiële diensten voldoende werknemers hebben om te kunnen blijven functioneren, moeten er door de instellingen alternatieve maatregelen worden genomen.

In tegenstelling tot publieke of private non-profitorganisaties, die de mogelijkheid hebben om een beroep te doen op vrijwilligers om bepaalde personeelstekorten op te vangen, hebben de voorzieningen die door de bevoegde overheid zijn erkend voor de bijstand aan en de zorg voor bejaarden en voor de opvang en de huisvesting van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT