Koninklijk besluit nr. 10 voor de toekenning van en de regels voor de verdeling en vereffening van een voorschot aan de algemene ziekenhuizen in het kader van de epidemie door het coronavirus COVID-19, de 19 avril 2020

Artikel 1. In de bestaande budgetten wordt een bedrag van een miljard euro vrijgemaakt zodat de continuïteit van de ziekenhuisactiviteit in de algemene ziekenhuizen op financieel vlak kan worden verzekerd door een tussenkomst in de tenlasteneming van de impact van de epidemie COVID-19.

Art. 2. De betrokken ziekenhuisactiviteit omvat alle activiteiten van het ziekenhuis en van de zorgverleners in het ziekenhuis, met name in de gemeenschappelijke diensten, de klassieke ziekenhuisopname, de daghospitalisatie, de technische platforms, de ambulante activiteiten en de 'RIZIV-overeenkomsten'.

Art. 3. De verdeling van het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt voorlopig uitgevoerd door de storting van een voorschot dat wordt berekend op basis van het deel van elk algemeen ziekenhuis in verhouding tot de totale RIZIV uitgaven van de algemene ziekenhuizen voor het geheel van de activiteiten, zoals gedefinieerd in het artikel 2, op basis van de RIZIV documenten P, aangevuld met het variabele deel van zijn budget van financiële middelen, de forfaits dagziekenhuizen evenals de geneesmiddelen voor het volledig jaar 2018.

Art. 4. De voorschotbedragen die krachtens de bepalingen van artikel 3 zijn berekend, worden door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering zo snel mogelijk na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, gestort op de bankrekening van elk betrokken ziekenhuis.

De rekeningnummers van de algemene ziekenhuizen worden door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu meegedeeld aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Art. 5. Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt vrijgemaakt door herverdeling door de minister die bevoegd is voor Sociale Zaken, in de partiële begrotingsdoelstellingen van de geneeskundige verzorging, in naleving van de globale begrotingsdoelstelling die voor 2020 al is vastgesteld.

Art. 6. Dit besluit treedt in werking de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Art. 7. De minister bevoegd, voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Brussel, 19 april 2020.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

M. DE BLOCK

Aanhef

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 maart 2020 dat machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II), artikel 5, § 1, 2°, 3° en 5° ;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 2 april 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 4 april 2020;

Gelet op artikel 8, § 2, 1° en 2°, van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging is dit besluit uitgezonderd van de regelgevingsimpactanalyse;

Gelet op advies 67.210/3 van de Raad van State, gegeven op 14 april 2020, met toepassing van artikel 4, derde lid, van de wet van 27 maart 2020 dat machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I);

Overwegende dat de algemene ziekenhuizen ten gevolge van de epidemie door het coronavirus COVID-19 die België treft, ongewone, hoge en onvoorziene meerkosten het hoofd moeten bieden; aangezien ze heel snel liquide middelen nodig hebben om onder andere extra materiaal aan te kopen; aangezien via de gewone kanalen voor de financiering van de ziekenhuizen niet snel bijkomende budgetten kunnen worden toegekend aan de ziekenhuizen;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van de in Raad vergaderde ministers;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Verslag aan de Koning

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

De drie ontwerpen van besluit die ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, zijn de eerste stap in de ondersteuning die aan de ziekenhuizen geboden wordt in de strijd tegen de coronavirusepidemie COVID-19 die België treft.

De algemene ziekenhuizen en de zorgverleners in de ziekenhuizen worden geconfronteerd met verschillende meerkosten of een daling van inkomsten ten opzichte van hun normale werking. Het gaat om kosten die verband houden met de uitvoering van de noodplannen die een grote, onvoorziene impact hebben op de normale activiteit, om bijkomende kosten voor materiaal, personeel, wijzigingen van de structuur, enz., alsook om verlies van inkomsten (honoraria, forfaits ...) door de annulering van geplande ingrepen, zowel voor de patiënten die in het ziekenhuis zijn opgenomen als voor de ambulante patiënten.

De financiële middelen waarover de ziekenhuizen doorgaans beschikken, volstaan niet, met name inzake thesaurie, om die uitzonderlijke bijkomende kosten samen met een daling van de inkomsten, het hoofd te bieden (grote aankopen, betaling van het personeel, dekking van verlies van activiteit, met name voor de artsen en andere zorgverleners, en de eisen van de leveranciers om bij een bestelling de volledige betaling te voldoen).

In eerste instantie moet het wettelijke en reglementaire mechanisme in werking worden gesteld om de financiële middelen vrij te maken zodat er snel een thesaurievoorschot aan de algemene ziekenhuizen kan worden toegekend en om voorlopig de regels te bepalen voor de verdeling van dat voorschot over de ziekenhuizen.

In een volgende fase zullen de voorlopige regels worden bepaald voor de verdeling van dat voorschot over de post "honoraria" ter bestemming van de zorgverleners, met inbegrip van de kandidaat-artsen-specialisten en van de ziekenhuisbeheerder via de retrocessies die gewoonlijk in elk ziekenhuis worden overeengekomen en de andere posten ten laste van het ziekenhuis.

Vervolgens zal worden overgegaan tot een regularisatie via een definitieve verrekening van het toegekende voorschot. Het doel is om een vergelijking mogelijk te maken tussen de voorlopig ontvangen budgetten, als voorschot, en de aanvaardbare werkelijke financiële weerslag (kosten en lagere inkomsten). Er zal op worden toegezien dat bij de regularisaties rekening wordt gehouden met alle toegekende budgetten en dat er geen enkele dubbele financiering is.

Een werkgroep vanuit de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen zal een advies geven over de regels inzake regularisatie van de posten ten laste van het ziekenhuis, dat wil zeggen gedekt door het budget van de financiële middelen van de ziekenhuizen of door enige andere financiering die tot de bevoegdheid van het RIZIV behoort, en over de maatregelen die op korte en middellange termijn moeten worden genomen in het kader van datzelfde budget.

Een werkgroep ad hoc, samengesteld uit vertegenwoordigers van de ziekenhuisfederaties, vertegenwoordigers van de artsensyndicaten, specialisten in de ziekenhuizen, vanuit de Nationale Commissie Artsen - Ziekenfondsen en vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen, heeft als taak een advies te geven over de regels inzake regularisatie, alsook over de maatregelen die op korte en middellange termijn moeten worden genomen in het kader van de sectoren die tot de bevoegdheid van het RIZIV behoren.

Er moet worden opgemerkt dat die eerste fase tot toekenning van een voorschot van een miljard euro bestaat in een budgetoverheveling binnen de verzekering voor geneeskundige verzorging. Afhankelijk van de evolutie van de situatie en van de analyses van de reële behoeften die zullen worden uitgevoerd, zou in een tweede fase een bijkomend budget kunnen worden gevraagd, boven op het huidige budget voor geneeskundige verzorging, zodat de normale activiteiten uit de initiële partiële doelstellingen waarvan de over te hevelen bedragen zullen worden afgenomen, niet in het gedrang komen. Die verhoging van het huidige budget voor geneeskundige verzorging zou, gelet op het uitzonderlijke karakter van de uitgaven die het zal dekken in het kader van de volksgezondheid, deels ten laste moeten worden genomen door de overheid en niet uitsluitend door het globaal beheer van de sociale zekerheid.

Het vrijgemaakt bedrag zal dienen om een nog niet bepaalde periode te dekken tijdens welke de gevolgen van de epidemie nog voelbaar kunnen zijn.

Afhankelijk van de evolutie van de crisis is het mogelijk dat de directe-financieringsoperatie moet worden herhaald.

Er moet tevens worden opgemerkt dat de situatie voor de psychiatrische ziekenhuizen zal worden geanalyseerd en dat indien nodig ad-hocmaatregelen zullen kunnen worden genomen.

De werkgroepen zullen ook de maatregelen evalueren die kunnen worden genomen op basis van artikel 101 van de gecöordineerde wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen; in dat artikel is bepaald dat het budget van de financiële middelen van de ziekenhuizen op forfaitaire wijze de kosten kan dekken...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT