Koninklijk besluit houdende de werking van het centraal register van bescherming van de personen, de 15 mars 2021

HOOFDSTUK 1. - Gegevens van het register

Artikel 1. De gegevens van het centraal register van de bescherming van de personen bedoeld in artikel 1253/2 van het Gerechtelijk Wetboek, hierna "register" genoemd, omvatten:

  1. alle stukken en alle gegevens betreffende de procedures bedoeld in artikel 1253/2, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek;

  2. alle stukken en alle gegevens betreffende de procedures bedoeld in het vierde deel, boek 4, hoofdstuk 10, afdeling 2/1 van het Gerechtelijk Wetboek;

  3. alle stukken en alle gegevens van het administratief dossier bedoeld in artikel 1253 van het Gerechtelijk Wetboek.

    HOOFDSTUK 2. - Autoriteiten en personen die toegang hebben tot het register

    Art. 2. Naast de personen bedoeld in artikel 1253/4, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, hebben de volgende categorieën van autoriteiten of personen toegang tot het register, onder de in dit koninklijk besluit opgesomde voorwaarden:

  4. de Centrale Autoriteit bedoeld in artikel 1252/9 van het Gerechtelijk Wetboek;

  5. de ambtenaren van de burgerlijke stand en de gemeentebesturen.

    HOOFDSTUK 3. - Toegang tot het register

    Art. 3. Onverminderd artikel 1253/1 van het Gerechtelijk Wetboek, wordt in de toegang tot de gegevens van het register voorzien als volgt:

  6. de magistraten van de rechterlijke orde bedoeld in artikel 58bis van het Gerechtelijk Wetboek, de griffiers en de bewindvoerders beschikken over:

    - een inzagerecht met betrekking tot alle gegevens in het kader van de dossiers die zij behandelen;

    - een schrijfrecht met betrekking tot alle akten die noodzakelijk zijn voor het vervullen van hun wettelijke opdrachten;

  7. de beschermde of te beschermen persoon beschikt over:

    - een inzagerecht met betrekking tot alle gegevens van de dossiers van procedures zoals bedoeld in artikel 1, 1° en 2°, die hem betreffen;

    - een schrijfrecht met betrekking tot alle akten die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van zijn rechten in het kader van de procedures zoals bedoeld in artikel 1, 1° en 2°, die hem betreffen;

  8. de erfgenamen van de beschermde of te beschermen persoon beschikken over:

    - een inzagerecht met betrekking tot alle gegevens van de dossiers van procedures zoals bedoeld in artikel 1, 1° en 2°, die hen betreffen;

    - een schrijfrecht met betrekking tot alle akten die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun rechten in het kader van de procedures zoals bedoeld in artikel 1, 1° en 2°, die hen betreffen;

  9. de vertrouwenspersoon beschikt over:

    - een inzagerecht met betrekking tot alle gegevens in het kader van de dossiers van procedures zoals bedoeld in artikel 1, 1° en 2°, waarin hij is aangewezen;

    - een schrijfrecht met betrekking tot alle akten die noodzakelijk zijn voor het vervullen van zijn wettelijke opdracht in het kader van de procedures zoals bedoeld in artikel 1, 1° en 2° ;

  10. iedere partij in een procedure waarvan de behandeling door het register wordt verzekerd, beschikt over :

    - een inzagerecht met betrekking tot alle gegevens van de dossiers van procedures zoals bedoeld in artikel 1, 1° en 2°, die hem betreffen;

    - een schrijfrecht met betrekking tot alle akten die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van haar...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT