Koninklijk besluit houdende maatregelen betreffende de bestrijding van bepaalde exotische dierziekten, de 30 août 2016

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 92/119/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van de vesiculaire varkensziekte.

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. ziekte: elke ziekte die voorkomt op de lijst opgenomen in bijlage;

  2. dier: elk huisdier van een soort die rechtstreeks vatbaar is voor de ziekte dat een rol kan spelen in de epidemiologie van de ziekte, doordat het als drager of bron van besmetting kan fungeren;

  3. vatbaar dier: elke diersoort die is opgenomen voor een ziekte in de lijst van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 3 februari 2014 tot aanwijzing van de dierenziekten die vallen onder de toepassing van hoofdstuk III van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 en tot regeling van de aangifteplicht;

  4. verdacht besmet dier: elk dier dat rechtstreeks of onrechtstreeks in contact kan zijn geweest met het ziekteverwekkend agens;

  5. verdacht aangetast dier: elk dier dat klinische symptomen of letsels vertoont die aanleiding kunnen geven tot een gegronde verdenking van de ziekte;

  6. aangetast dier: elk dier waarbij de ziekte officieel werd vastgesteld door een laboratoriumonderzoek uitgevoerd door het nationale referentielaboratorium;

  7. Agentschap: het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

  8. bevestiging van de besmetting: verklaring van het Agentschap van de aanwezigheid van de ziekte, op basis van de resultaten van laboratoriumonderzoek. In geval van een epidemie kan het Agentschap de aanwezigheid van de ziekte echter ook bevestigen op grond van klinisch en/of epidemiologisch onderzoek;

  9. haard: elk bedrijf waar een besmetting met de ziekte is bevestigd;

  10. buurt- of contactbedrijf: elk bedrijf waar voor de ziekte vatbare dieren worden gehouden en dat door zijn ligging of door verplaatsing van personen, dieren, voertuigen of ander materiaal contact heeft gehad met een verdacht bedrijf of met een haard en waarbij het agens van de ziekte kan overgebracht zijn;

  11. vector: elk gewerveld of ongewerveld dier dat, langs mechanische, dan wel langs biologische weg, het ziekteverwekkend agens kan overdragen en verspreiden;

  12. incubatietijd: de tijd die kan verlopen tussen de blootstelling aan het agens van de ziekte en de eerste klinische symptomen. De maximale duur van de toe te passen incubatietijd is in bijlage per ziekte aangegeven;

  13. eigenaar of verantwoordelijke: de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar van de dieren is, of die belast is met de verzorging van de betrokken dieren, al dan niet tegen financiële vergoeding;

  14. officiële dierenarts: dierenarts van het Agentschap;

  15. Minister: de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft;

  16. PCE: Provinciale Controle Eenheid van het Agentschap;

  17. bedrijfsdierenarts: de erkende dierenarts, aangewezen door de verantwoordelijke in toepassing van:

    1. artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 februari 1995 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige varkensziekten, om regelmatige controles uit te voeren in de geografische entiteit en profylactische handelingen uit te voeren bij de varkens van het beslag,

    2. artikel 2 van het koninklijk besluit van 28 februari 1999 houdende maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige runderziekten, om in de geografische entiteit de reglementaire controles en profylactische ingrepen op de runderen van het beslag uit te voeren,

    3. artikel 2, 8°, van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 houdende organisatie van het epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme encephalopathies bij herkauwers, om in de geografische entiteit de reglementaire controles en profylactische ingrepen op de herkauwers van het veebeslag uit te voeren;

  18. erkende dierenarts: dierenarts in de zin van artikel 4 van de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde en het koninklijk besluit van 20 november 2009 betreffende de erkenning van dierenartsen.

    HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen

    Art. 3. Dit besluit bepaalt de bestrijdingsmaatregelen die dienen te worden toegepast bij verdenking of bevestiging van de ziekte.

    HOOFDSTUK 3. - Verdenking van de ziekte

    Art. 4. Elk vermoeden van de aanwezigheid van een ziekte die voorkomt op de lijst opgenomen in de bijlage moet onmiddellijk aangegeven worden bij het Agentschap, zoals beschreven in het koninklijk besluit van 3 februari 2014 tot aanwijzing van de dierenziekten die vallen onder de toepassing van hoofdstuk III van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 en tot regeling van de aangifteplicht.

    Art. 5. Wanneer zich op een bedrijf verdacht besmette of verdacht aangetaste dieren bevinden, plaatst de officiële dierenarts het bedrijf onverwijld onder verdenking en start hij een onderzoek om na te gaan of de betrokken ziekte al dan niet aanwezig is. In het bijzonder neemt hij passende monsters voor laboratoriumonderzoek of laat hij deze nemen.

    Art. 6. § 1. In het verdachte bedrijf voert de officiële dierenarts de volgende maatregelen uit:

  19. het tellen van alle categorieën van voor de ziekte vatbare dieren en per categorie het tellen van het aantal dieren...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT